Train de buikligging gedurende de dag
Leg de baby overdag op een speelkleed of in de box, maar op hun buik, zodat je kind zelf leert om het hoofdje op te tillen en omhoog te houden. Je kunt zelfs een knuffeldoekje of speelgoed in de buurt van je baby te leggen om je kleine te motiveren om te bewegen.
Draait je baby zich steeds zelf op zijn buik en kan hij zijn eigen hoofd goed naar links en rechts bewegen? Dan is het in principe geen probleem om je baby op zijn buik te laten slapen. Ons advies is wel om het goed in de gaten te houden, bijvoorbeeld met behulp van een baby camera.
Er zijn twee manieren waarop je baby kan omrollen. Van rug naar buik en van buik naar rug. Vaak beginnen ze met het rollen, van de rug naar de zij. Gemiddeld rollen de meeste baby's volledig om tussen 5,5 maand en 9 maanden.
Wanneer zal je kleintje zich voor het eerst omrollen? Het kan zijn dat je baby zich met 3 maanden kan omrollen van rug naar buik, maar pas met 6 maanden terug kan rollen. Alles binnen die tijdsperiode valt binnen de normale motorische ontwikkeling.
Iedere baby ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Dat geldt voor praten, lopen en ook voor omrollen. Er zijn baby's die na 4 maanden al vrolijk door de kamer rollen, maar er zijn net zo goed baby's die deze stap helemaal overslaan en meteen beginnen te kruipen of zitten.
– Er zijn volledig normale kinderen die om de een of andere reden niet graag op hun buik liggen, en, waarschijnlijk als gevolg hiervan, niet veel omrolgedrag tonen. – Er zijn volledig normale kinderen die voordat zij los lopen geen enkele vorm van kruipgedrag tonen. Vaak is dit een in families optredende eigenschap.
De meeste baby's beginnen trouwens pas met kruipen als ze zelfstandig kunnen zitten. Vanaf dat moment zijn de spieren sterk genoeg om voldoende rompbalans op te bouwen en dus om te kruipen. Toch kan niet iedere baby zitten voor hij kan kruipen.
Het eerste halfjaar kan je baby nog niet zelf zitten. Hij ligt eerst heerlijk bij je op schoot. Na een maand of twee vinden baby's het leuk om zich aan je vingers op te trekken tot een half zittende of zittende positie. Na vijf of zes maanden lukt het baby's soms om even rechtop te zitten.
De meeste onderzoeken spreken over het overlijden van een zuigeling voor de leeftijd van 12 maanden, al spreken sommige recente onderzoeken ook over een grens van 18 en zelfs 24 maanden. Wiegendood komt echter vooral voor tijdens de eerste zes maanden na de geboorte en meestal niet vlak na de geboorte.
Gedurende het eerste levensjaar van een baby raden kinderartsen aan om ze alleen op hun rug te leggen. Op deze manier wordt de luchtstroom bij je baby verhoogd. Bij buikslapen zal je baby minder lucht inademen. Dit kan lijden tot het Sudden Infant Death Syndrome, in Nederland ook wel bekend als: wiegendood.
Met de producten van Aerosleep ben je er zeker van dat je kindje comfortabel en veilig slaapt. Dit komt onder andere door de speciale 3D-structuur. Deze structuur zorgt er namelijk voor dat jouw kleintje zelfs als hij of zij met het neusje ergens tegenaan ligt alsnog goed kan ademen.
Want nu kan de baby zowel op de rechter- als op linkerzijde worden gepositioneerd om te slapen. Het is echter gevaarlijk omdat baby's niet zelfstandig op hun zij kunnen blijven liggen en zelf in de buikligging kunnen rollen. Daarom moeten baby's de eerste maanden in de zijligging worden ondersteund.
Baby wel of niet op eigen kamer
Het algemene advies is om je baby pas na 6 maanden op een eigen kamer te leggen. Tot die tijd wordt aangeraden om een slaapkamer te delen. Let op: leg je baby niet bij jullie in bed, maar in een eigen wiegje of co-sleeper. Zo verklein je de kans op wiegendood.
Het slapen in een babyslaapzak maakt het moeilijker om naar de buik te draaien. Het moment van omdraaien naar de buik, wordt uitgesteld tot de baby wat groter en sterker is. Eventueel kan het voeteneind van de babyslaapzak worden ingestopt of een lakentje gebruiken om je kind goed in te stoppen.
Gebruik de Maxi-Cosi niet als stoeltje thuis of als je op visite bent. Een baby is pas te groot voor het autostoeltje als de bovenkant van zijn hoofd boven de rugleuning uitkomt, hij meer dan 13 kilo weegt of groter is dan 83 cm (dat is circa 15 maanden oud).
De meeste baby's zijn gemiddeld tussen de 7 en 10 maanden als ze gaan kruipen. Maar er zijn ook baby's die pas later gaan kruipen (of gaan billenschuiven) of de hele kruipfase overslaan en meteen gaan lopen. Ook hier geldt: maak je niet gelijk zorgen als het bij jouw baby anders gaat.
De meeste baby's gebruiken 'mama' of 'dada' als naam voor hun ouder rond de leeftijd van 7 tot 12 maanden. De eerste woordjes (anders dan 'mama' of 'dada') zeggen veel baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kind 2 jaar is, zegt hij zinnen van 2 tot 4 woorden.
Wanneer begint je baby met omrollen? Als je baby zijn hoofd goed rechtop kan houden in buikligging, begint hij vrij snel met omrollen. Sommige baby beginnen hier al mee rond 4 maanden, maar de meeste baby's leren het omrollen als ze ongeveer 6 maanden oud zijn.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Gemiddeld gaan baby's met negen maanden zich optrekken tot staan. Maar er zijn ook baby's die dat al eerder doen of juist later. De meeste baby's kunnen staan als ze een jaar oud zijn.
Ook voor de verdere ontwikkeling van het evenwicht is kruipen belangrijk. Voor het eerst komt het kind voor de verdere ontwikkeling van het evenwicht is kruipen belangrijk. Voor het eerst komt het kind van de grond af en dit prikkelt de evenwichtsorganen, die op hun beurt de hersenen stimuleren.
Tijdens het kruipen gaat het kind in een gekruist patroon gaan bewegen en moeten linker en rechter lichaamshelft samenwerken. Ook armen en benen moeten gecoördineerd samenwerken. Daarnaast wordt tijdens deze fase het evenwicht intensief getraind. Kinderen die niet kruipen, missen deze specifieke “training”.
Er is sprake van hoogdbegaafheid als een kind een IQ hoger dan 130 heeft. Vaak zijn ze ook creatiever in hun denkwijze en hebben ze veel doorzettingsvermogen. Er is wel een verschil tussen hoogbegaafdheid en een ontwikkelingsvoorsprong. Kinderen die voorlopen in hun ontwikkeling, hebben een ontwikkelingsvoorsprong.