Het moment van opzuigen geeft een aparte heftige korte pijnsensatie, deze kan uitstralen tot in de tenen. Hierbij neemt de arts met behulp van een naald een stukje bot weg. Dit gebeurt met een draaiende (borende) beweging en kan een drukkend gevoel geven.
De arts prikt in de bekkenkam. Daarna gaat de arts met de holle naald via de huid naar het bot. Dit voelt u wel, echt pijn doet het niet. Alleen als de arts het beenmerg uit het bot zuigt, voelt u kort een scherpe pijn.
Beenmergpunctie onder een “roesje”
Het slaapmiddel kan als bijwerking tijdelijk geheugenverlies geven, hierdoor kunt u zich delen van het onderzoek achteraf niet meer herinneren.
Een beenmergpunctie is een onderzoek waarbij de arts wat beenmerg uit het bot haalt. Een beenmergpunctie vindt altijd onder narcose plaats.
Herstel na een beenmergpunctie
Na een beenmergpunctie mag je doorgaans direct weer naar huis of naar de afdeling waar je vandaan kwam. Je kunt direct weer normaal lopen en werken. Het advies is om de huid 24 uur lang droog te houden.
Ondanks de plaatselijke verdoving kan het zijn dat u wel pijn voelt tijdens de biopsie. Dit varieert heel erg per patiënt en is moeilijk te voorspellen. Sommige mensen merken er vrijwel niets van, anderen voelen enige pijn die wel goed te verdragen is, maar soms is de biopsie erg pijnlijk.
De eerste symptomen (verschijnselen) van acute leukemie zijn vooral vermoeidheid en bloedarmoede. Ook kunt u vaker infecties hebben, blauwe plekken en slijmvliesbloedingen in mond en neus. Daarnaast ontstaan soms klachten als botpijnen, gezwollen tandvlees en klachten als gevolg van vergrote lymfklieren en milt.
Er wordt vaak gevraagd waarom een beenmergpunctie niet onder narcose wordt gedaan. Dat is omdat aan narcose, hoe licht die ook is, altijd risico's verbonden zijn. De punctie gaat snel en duurt, inclusief de plaatselijke verdoving, vaak niet langer dan 15 minuten.
Bij een beenmergpunctie wordt een holle naald in een van de lange beenderen gebracht om wat beenmerg op te zuigen voor onderzoek. Een beenmergpunctie wordt vooral gebruikt voor de diagnose van een vloeibare kanker, zoals lymfomen en leukemie.
Het doel van de beenmergpunctie is om bij een verdenking van een verstoorde aanmaak van de bloedcellen te onderzoeken of dit daadwerkelijk zo is. In het beenmerg worden alle bloedcellen aangemaakt. Het beenmerg bevindt zich bij volwassenen vooral in het bekken, de ribben en in het borstbeen.
De meest voorkomende klacht is pijn aan de botten. Vooral die botten waarin veel beenmerg zit zoals de wervels, bekken, heupen en het borstbeen kunnen ernstig aangetast raken door de ziekte. Er ontstaat pijn en er kunnen gaten in de botten komen. Hierdoor ontstaan botbreuken en ingezakte wervels.
Bij acute leukemie rijpen de witte bloedcellen in het beenmerg niet uit. Bij chronische leukemie rijpen de cellen nog redelijk goed uit, maar werken ze niet helemaal normaal. Het soort bloedcellen dat ongecontroleerd gaat delen, bepaalt of het om lymfatische of myeloïde leukemie gaat.
Beenmerg is het vloeibare weefsel en bloed in het binnenste deel van onze botten, ook wel de mergpijpen of mergholten genoemd. De vorming van bloedcellen gebeurt voor een belangrijk deel in het beenmerg van het bekken, de wervels, de ribben, het borstbeen en in de schedel. Dit 'actieve' beenmerg is rood van kleur.
Waarom iemand acute leukemie krijgt, is vaak niet te zeggen. De oorzaak zijn meerdere fouten (mutaties) in het DNA van de stamcellen in het beenmerg. Deze mutaties ontstaan spontaan. Wel neemt de kans op deze mutaties toe door bestraling of blootstelling aan bepaalde chemische stoffen.
Via het borstbeen (sternumpunctie)
U wordt gevraagd op uw rug te gaan liggen. De arts brengt een plaatselijke verdoving aan ter hoogte van uw borstbeen. Dit kan een branderig gevoel geven. Daarna prikt de arts met een andere naald in het borstbeen en zuigt via de naald wat beenmerg op.
Als er een verdenking is op een verstoorde aanmaak van de bloedcellen, kan het nodig zijn het beenmerg te onderzoeken. Hiervoor wordt een kleine hoeveelheid beenmergcellen opgezogen, dit noemen we een beenmergpunctie. Soms wordt ook een dun pijpje beenmerg afgenomen, dit noemen we een beenmergbiopsie.
De diagnose wordt gesteld door onderzoek van uw bloed. Meestal onderzoeken we ook het beenmerg. Vaak is er geen sprake van leukemie, maar van bloedarmoede, te weinig bloedplaatjes of te veel of te weinig witte bloedcellen. Acute myeloide leukemie en acute lymfatische leukemie zijn agressieve vormen van leukemie.
Leukopenie is een tekort aan witte bloedlichaampjes in uw bloed. Deze witte bloedlichaampjes zorgen voor afweer tegen infecties. Als u hier een tekort aan heeft, dan bent u vatbaarder voor infecties. Het kan zijn dat u last krijgt van misselijkheid en braken.
Bloedarmoede betekent dat er te weinig rode bloedcellen in het bloed zitten of dat de rode bloedcellen niet goed werken. Daardoor kan het bloed minder zuurstof vervoeren. Dit kan verschillende klachten veroorzaken, waaronder vermoeidheid, bleekheid en kortademigheid. In de rode bloedcel zit hemoglobine (Hb).
De symptomen van beenmergfalen hangen af van welke cellen uitvallen. Een laag aantal rode bloedcellen veroorzaakt vermoeidheid, bleek zien, kortademigheid en duizeligheid. Door een tekort aan witte bloedcellen is de afweer verminderd en kunnen er vaak en ernstige infecties optreden met koorts.
Botscintigrafie helpt bij gerichte puncties van oppervlakkig gelegen haarden, zoals ribben, schedel en lange pijpbeenderen, waarbij de afwijking röntgenologisch veelal onvoldoende gelokaliseerd kan worden.
Beenmerg is het weke weefsel in het binnenste deel van onze botten. Het is een sponsachtig, rood weefsel. In het beenmerg zitten moeder- of stamcellen. Uit stamcellen ontstaan verschillende soorten bloedcellen: Deze zijn allemaal van levensbelang.
De woekering van abnormale witte bloedcellen komt vooral tot uiting in: zwelling van de lever, de milt en de lymfeklieren. bot- of gewrichtspijn, zozeer zelfs dat het kind mank gaat lopen (dit is te wijten aan de woekering van leukemische cellen in het betrokken beenmerg)
Botpijn komt voor als er uitzaaiingen zijn in een van de botten van het skelet. Botpijn wordt vaak omschreven als een diepe, doffe pijn (zoals groeipijn) die je niet echt kunt 'aanraken'.
Wat is de overleving van chronische lymfatische leukemie? Gemiddeld zijn 10 jaar na de diagnose nog 76 van de 100 mensen in leven. Let op: dit zijn gemiddelde cijfers voor alle mensen met deze soort kanker.