Bij een dieselmotor wordt door middel van het inspuiten van de dieselbrandstof een verbranding tot stand gebracht. Daar door krijgt de dieselmotor de naam “zelfontbrander”. De hogedruk brandstofpomp zorgt voor de benodigde brandstofdruk. Voor deze verbranding is veel warmte nodig.
Dieselmotoren zijn zogenaamde zelfontbrandingsmotoren. De druk en temperatuur zijn zo hoog dat het mengsel van brandstof en lucht uit zichzelf spontaan kan ontbranden. Wanneer de motor nog niet draait, is er van hoge druk en temperatuur nog geen sprake.
Fysische / Chemische gevaren:
Het product kan dampen vrijgeven die gemakkelijk ontvlambare mengsels vormen. Accumulatie van dampen zou kunnen ontvlammen en/of ontploffen indien ontstoken.
In dit opzicht verschillen diesel- en benzinemotoren: bij benzinemotoren wordt het lucht-brandstofmengsel onder lage druk geïnjecteerd en door een vonk ontstoken. Bij dieselmotoren wordt de verbranding in gang gezet door de injectie van hogedruklucht, die door oververhitting de brandstof ontsteekt.
Lage temperaturen zorgen niet snel voor ontbranding van het mengsel van diesel en lucht in een dieselauto. Om de verbranding bij een koude motor te waarborgen, worden gloeibougies gebruikt als ontstekingshulpmiddel. De gloeibougie verhoogt de temperatuur in de verbrandingskamer van de cilinder voordat de motor start.
Een indirect ingespoten dieselmotor heeft altijd gloeibougies nodig om een koude start te kunnen maken. Een direct ingespoten dieselmotor kan bij buitentemperaturen boven de 10 °C ook zonder gloeibougies starten, maar stoot dan veel meer schadelijke stoffen uit, waaronder roet.
Een bougie voor een dieselmotor bestaat uit hard, koolstofhoudend staal. Hij wordt met elektrische spanning tot gloeien gebracht. Wanneer het injectiesysteem het diesel-luchtmengsel in de verbrandingskamer spuit, ontbrandt dit al bij lage motortemperatuur. Het opwarmproces duurt 5 – 30 seconden.
Bij diesel gebeurt in eerste instantie echter niets wanneer hier een brandende lucifer bij wordt gehouden. De verklaring hiervoor is dat diesel pas vlam kan vatten bij een temperatuur van 55 graden Celsius.
Benzinebrandstof op zichzelf ontbrandt niet. Echter, wanneer de benzine overgegaan is in dampvorm wel. Deze benzinedamp heeft een vlampunt van tussen de -21 en de 21 graden Celsius. Diesel geeft minder gevaar, omdat het vlampunt boven de 75 graden Celsius ligt.
De kunststof tanks zijn niet geschikt voor benzine. Diesel daarentegen kan zonder problemen worden opgeslagen.
Diesel, of petrodiesel zoals deze het meest in auto motoren gebruikt wordt, is zeker brandbaar aangezien het vlampunt lager ligt dan het kookpunt. De temperatuur waarbij diesel brandt ligt tussen 52 ° C en 93 ° C. Een eigenschap van diesel die vaak ter discussie staat, is of deze brandbaar of ontvlambaar is.
Diesel heeft bijvoorbeeld een hoog vlampunt (55 graden celsius), dus deze vloeistof geeft in de praktijk weinig aanleiding tot gezien de explosiegevaar gegeven buitentemperaturen. Benzine heeft daarentegen een vlampunt van -23 graden Celsius.
' Van diesel is geweten dat het een brandstof is die minder snel ontbrandt. 'Dat komt omdat de verdampingstemperatuur van diesel hoger ligt dan bij benzine, maar ook diesel is ontvlambaar', aldus Johan De Brouwer.
Veel studies hebben aangetoond dat benzinemotoren 10 keer meer fijnstof uitstoten dan dieselmotoren. De uitstoot van NO (stikstofoxide) door dieselmotoren ligt echter hoger.
Dieselklop is het geluid, dat in een dieselmotor ontstaat door te snelle ontbranding van het brandstof-luchtmengsel. Dieselklop hoor je, als de ontbranding van de ingespoten hoeveelheid dieselbrandstof als gevolg van een te grote ontstekingsvertraging te lang op zich laat wachten.
uvb-straling bereikt voor een deel de aarde. Het komt niet door glas heen. Deze stralen zorgen ervoor dat je huid verkleurt. Je kan hierdoor dus verbranden.
CO2-vrijEuropa kapt met de benzine- en dieselmotor. Per 2035 komen die niet meer op de markt. Met een levensduur van vijftien jaar houdt dat in dat het Europese personenverkeer in 2050 zo goed als volledig CO2-vrij is.
Volgens brandstoffabrikant BP blijft brandstof in een afgesloten container bij een temperatuur van 30 graden drie maanden goed. Bij 20 graden is dat al meteen zes maanden.
Als de tank van een dieselauto is gevuld met benzine, kan de motor flink schade oplopen. Diesel is iets 'dikker' dan benzine en heeft bovendien een smerende functie. Zelfs een bescheiden hoeveelheid benzine kan de diesel zodanig verdunnen, dat de smerende werking onvoldoende is en het brandstofsysteem schade oploopt.
CO2 - Koolstofdioxide
Voor elke liter benzine die je verbruikt komt 2269 gram CO2 vrij, voor elke liter diesel is dat 2606 gram en bij LPG is dat 1610 gram. Je kunt alleen een lagere CO2-uitstoot bereiken door een auto minder te laten verbruiken of door een andere brandstof te kiezen.
VOORKOMT NAGELEN BIJ KOUDE START Het nagelen van een dieselmotor tijdens de koude start wordt veroorzaakt door een grotere vertraging van de ontsteking als de motor koud is. De brandstof ontbrandt abrupt en de motor 'nagelt'.
Als de motor gelopen heeft en nog warm is , is voorgloeien tijdens starten meestal niet nodig. Voorgloeien is dus niet altijd nodig. Direct ingespoten diesels hebben een hogere compressiedruk zodat de gecomprimeerde lucht heet genoeg wordt om de ingespoten brandstof te laten ontbranden.
"verzuipen" van een diesel kan niet , dat is alleen bij een benzinemotor .
Brandstoffabrikant BP geeft daar richtlijnen over: in een afgesloten container en een bewaartemperatuur van 30 graden blijft brandstof 3 maanden goed.Bij een bewaartemperatuur van 20 graden is dat meteen 6 maanden.