Plant de aardbeien 25 tot 30 cm uit elkaar in rijen met een onderlinge afstand van 50 tot 60 cm, zo krijgen de plantjes voldoende licht en lucht. Geef de eerste weken na het planten geregeld water.
Per vierkante meter kan je ongeveer 9 tot 13 aardbei planten laten groeien in de volle grond.In rijen kan je ongeveer 2 tot 4 aardbei planten per strekkende meter laten groeien in de volle grond.
Een aardbeiplant wordt ongeveer 35 centimeter breed en 30 centimeter hoog. Je kunt kiezen voor één plant per pot met een inhoud van minimaal 12 liter, of voor een grotere pot met daarin 3 tot 5 planten. Aardbeien houden van een humusrijke en lichtzure grond (pH 5,5 tot 6,0).
Anderzijds kun je met goede buren veel voor de gezondheid van de grond en de aardbeien doen. Bonen, erwten, koolrabi en radijzen zijn ideale voorgangers.
Aardbeien planten kan tussen de maanden maart en augustus, de beste is maand is april. Als je ze in de volle grond zet, werk dan eerst compost door de bodem.
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten. Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
Wanneer je je aardbeien niet wilt vermeerderen, is het beter de uitlopers regelmatig te verwijderen. Je doet dit simpelweg door de uitlopers af te knippen op circa 1 à 2 cm vanaf de plant. De uitlopers kosten de planten anders onnodig veel energie, waardoor de moederplant zwakker wordt.
Aardbeiplanten houden van een zonnig plekje! Half schaduw is ook geen probleem. Voor potten of bakken is half schaduw zelfs aan te raden omdat ze dan minder snel uitdrogen. Aardbeien rijpen ook in de schaduw, alleen duurt het dan wat langer.
Waarom zie je vaak stro of worteldoek onder aardbeien liggen? Dat is om rot tegen te gaan. Aardbeienplanten groeien laag bij de grond en de aardbeien hangen dus nogal snel op de grond. Doordat je stro of worteldoek rondom je planten hebt, raken de aardbeien niet direct de grond.
Een aardbeiplant met veel bladeren, vruchten en bloemen heeft veel water per dag nodig. Eén pot vraagt ongeveer 1 tot 1,5 liter water per dag! De beste methode is om de eerste watergift in de vroege ochtend te geven en de laatste watergift aan het einde van de dag.
Wanneer je je aardbeien in je moestuin gaat planten, hou je ongeveer 30 cm aan tussen de planten en ongeveer 60 cm tussen de verschillende rijen. Eventueel kan je de planten reeds onderdompelen in water voordat je ze in de grond plaatst. Maak een voldoende breed plantgat en zorg ervoor dat de plant niet te diep staat.
Ook een barrière maken met droog materiaal (zoals koffiedrab, kalk, cacaodoppen, hazelnootschelpen of eierschalen) helpt om slakken te mijden, aangezien ze steeds in een vochtige omgeving willen vertoeven zullen ze ook niet snel over deze barrières kruipen.
Een schaaltje aardbeien is 100 gram en telt mee voor 1 keer fruit.
Verzorging van aardbeienplanten
Als basisbemesting is een gift van gedroogde koemest of oude stalmest ideaal. De pH voor aardbeienplanten moet, afhankelijk van de grondsoort, tussen 5 en 6 liggen.
Om hiervoor voldoende energie te hebben, hebben ze een regelmatige toevoer van voedingsstoffen nodig. Gebruik hiervoor een langdurig werkende meststof die je maar één maal per seizoen moet toepassen aan het begin van de vruchtvorming.
Bij het snoeien van gekweekte aardbeien moet na de oogst de bladkroon rond het midden van de plant worden afgesneden. Het hart en de jonge scheuten mogen niet beschadigd worden. Op kleine schaal zijn een tuinschaar of een scherp mes geschikte snoeigereedschappen.
Aardbeienplanten houden namelijk wel van een plens water. De vruchten zelf bestaan tenslotte voor een groot deel uit water dus voor de vorming van mooie grote aardbeien is het nodig om bij droogte regelmatig te gieten. Als de planten te weinig water krijgen, zullen de vruchten logischerwijs kleiner blijven.
Omdat aardbeien planten door de tijd heen genomen minder productief worden, moet je je aardbeienplanten vervangen na twee tot drie jaar vervangen. Uiteraard kun je nieuwe kopen, maar je kunt ook zelf stekken nemen van je oude planten.
Limalexia is een ras dat opvalt door de mooie grote vruchten, zeer goede smaak en hoge opbrengst. Mits goed gevoed is het ras ook minder gevoelig voor meeldauw. Bij warm weer blijft hij grove vruchten produceren. Limalexia is een sterke groeier en ook sterk tegen wortelziektes zodat de plant minder snel stress ervaart.
Aardbeien verzorgen
Aardbeien zijn sterke planten. Het best groeien ze in humusrijke, vruchtbare grond die niet te droog en in de winter ook zeker niet te nat is. Bemest in het voorjaar met een gemengde organische meststof, eventueel aangevuld met wat kalium. Gebruik bijvoorbeeld meststof voor groenten en fruit.
Bij gebrek aan specifieke meststof voor aardbeien kun je ook meststof voor tomaten gebruiken. Aardbeiplanten verzwakken na verloop van tijd en moeten om de drie tot vier jaar vervangen worden. In het tweede of derde jaar kun je ze vermeerderen door de zaailingen aan het einde van de uitlopers te gebruiken.
dek de planten die in de grond staan af met een stukje acryldoek of plastic folie. zet de bakken of potten op een plek waar het vorstvrij is of waar het minder hard vriest. is die mogelijkheid er niet, zorg dan in ieder geval dat de kluit niet uitdroogt. planten niet snoeien voor de winter!
Speel vals met zout en suiker
De suiker helpt om de aardbeien wat zoeter te maken, en zorgt voor een rode siroop, terwijl het zout alle smaak die wél in de aardbeien zit, naar boven brengt. Zo gebruiken we ook weleens zout om tomaten rijper te doen smaken. Probeer dit trucje gerust ook eens bij andere vruchten.
Voor de beste oogst verwijder je dus alle uitlopers. Maar misschien wil je wel stekken. Redenen daarvoor kunnen zijn: voor een nieuw aardbeienbed want dat vernieuw je bij voorkeur eens per 3 of 4 jaar. Of omdat je meer aardbeienplanten wilt.
Een aardbei is eigenlijk de bloembodem van de bloem van een aardbeienplant. Op de buitenkant van de aardbei zitten allemaal pitjes. En in elk pitje zit een zaadje. Als zo een zaadje in de grond zou worden gestopt, zou er een aardbeiplant groeien.