Empirisch onderzoek omvat elke wetenschappelijke onderzoeksactiviteit die directe, eigen waarnemingen gebruikt. Historisch gezien begon de empirische wetenschapsbeoefening een grotere rol te spelen met Roger Bacon net na de 'renaissance van de twaalfde eeuw', op het snijvlak van hoge en late middeleeuwen.
Je onderzoek is empirisch van aard als je het onderzoek zelf uitvoert, waardoor je nieuwe resultaten verkrijgt. Je beantwoordt je onderzoeksvraag door systematisch data te verzamelen met behulp van een empirische onderzoeksmethode. Vervolgens analyseer je de data.
empirisch bijv. naamw. Uitspraak: [ɛm'piris] als iets gebaseerd is op waarneming Voorbeelden: `Bij empirisch onderzoek doe je proeven of experimenten, analyseer je de resultaten en trek je op basis daarvan een conclusie.
Het is afgeleid van het Griekse woord empeirikos, wat "ervaren" betekent. In de wereld van vandaag verwijst het woord empirisch meestal naar het verzamelen van gegevens met behulp van bewijs dat is verzameld door observatie of ervaring of met behulp van gekalibreerde wetenschappelijke instrumenten.
Def.: model waarvan de structuur is afgeleid van de analyse van de relaties tussen de geobserveerde gegevens in plaats van kennis van de fysische, biologische of ecologische processen.
Als zodanig is empirische wetenschap tegenovergesteld aan formele wetenschap, die juist niet op ervaring maar op a priori ofwel ervaringsonafhankelijke beginselen is gebaseerd. Voorbeelden van empirische wetenschappen zijn de natuurkunde, de scheikunde en de sociologie.
Een empirische vraag gaat over hoe iets (verschijnsel, gebeurtenis, ontwikkeling) in elkaar zit, welke ontwik- keling het heeft doorgemaakt, wat de functie ervan is of was, wat de moge- lijkheden ervan zijn of waren.
Normatief onderzoek
Normatieve onderzoeksvragen worden ook wel ethische onderzoeksvragen genoemd. Je onderzoekt namelijk of iets wenselijk, voordelig of normaal is. De grote valkuil bij normatief onderzoek is dat de objectiviteit onder druk staat. Het is lastig om feitelijk te bepalen of iets wenselijk is.
Interpretatief. Interpretatief betekent dat je op zoek bent naar de interpretatie, de uitleg die personen aan een situatie geven. Het onderzoek is algemeen kwalitatief van aard en richt zich op personen en groepen. Interpretatief onderzoek is met name populair onder antropologen.
De empirische literatuurwetenschap is ontstaan als reactie op en poging tot oplossing van het grondprobleem van de hermeneutiek, d.w.z. hoe de geldigheid van interpretaties wetenschappelijk zijn aan te tonen.
Grofweg bestaat ieder onderzoek uit het opstellen van een vraag, vaststellen wat er al bekend is over die vraag, het verzamelen van gegevens die die vraag kunnen beantwoorden, het analyseren en categoriseren van de gegevens en het trekken van conclusies. De onderzoekscyclus wordt ook wel de empirische cyclus genoemd.
Empirisch onderzoek is onderzoek dat gebaseerd is op eigen ervaring. Hierbij wordt gebruik gemaakt van directe of indirecte waarnemingen, dit in tegenstelling tot theoretische, filosofische en rationele wetenschappen.
In de wetenschap: proefondervindelijk, in tegenstelling tot theoretisch. Niet gebaseerd op theoretische onderbouwing, maar gebleken uit experimenten, zie empirisch onderzoek, empirisch resultaat. Filosofische opvatting waarbij waarneming als basis dient voor kennis, zie empirisme.
In kwantitatief onderzoek ligt zowel bij het verzamelen als bij de analyse de nadruk op kwantificatie van data. Bij kwalitatief onderzoek is dat niet het geval. De nadruk ligt daar niet op meten en op het verzamelen van getallen, maar op woorden. Het is subjectiever en interpretatiever.
Er is sprake van triangulatie als je verschillende bronnen, theorieën, onderzoeksmethoden of data-analysemethoden gebruikt om iets te onderzoeken. Hierdoor bekijk je je onderzoeksvraag vanuit verschillende richtingen. Triangulatie verhoogt de betrouwbaarheid en validiteit van je resultaten.
De belangrijkste benaderingen zijn de descriptieve en de normatieve. De descriptieve grammatica is beschrijvend, de normatieve geeft aanwijzingen en wenken. Hoewel de begrippen prescriptief en normatief elkaar goeddeels overlappen, is het laatste begrip iets ruimer.
Wat is het verschil tussen validiteit en betrouwbaarheid? Bij validiteit gaat het om het meten wat je beoogt te meten. Bij betrouwbaarheid daarentegen gaat het om de vraag of je onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde wijze nogmaals uitvoert.
Exploratief onderzoek (exploratory research) is een flexibel type onderzoek waarbij je vragen probeert te beantwoorden die nog niet eerder uitgebreid onderzocht zijn. Dit type onderzoek is meestal kwalitatief van aard, maar een exploratief onderzoek met een grote steekproef kan ook kwantitatief zijn.
Bij deskresearch of bureauonderzoek verzamel je zelf geen nieuwe data (zoals bij veldonderzoek of fieldresearch wel het geval is). In plaats daarvan gebruik je data die al verzameld zijn door anderen, zoals interne documenten van je stagebedrijf.
Binnen het recht wordt doctrine gebruikt in tegenstelling tot rechtspraak en jurisprudentie. Er wordt bijvoorbeeld van een doctrine gesproken als door middel van een bepaalde uitspraak door een rechter of jurisprudentie iemand in een artikel of boek bepaalde conclusies trekt aan de hand van die uitspraak.
Kwantitatief onderzoek doe je meestal met een enquête of vragenlijst met korte antwoordmogelijkheden. Denk aan antwoordopties zoals 'ja' of 'nee', of een schaal die loopt van 'helemaal mee eens' tot 'helemaal mee oneens'. De enquête neem je online, telefonisch of schriftelijk af.