Plant de plantui zodanig dat het topje net boven de grond uitkomt. De plantafstand in de rij is ca. 5 cm en tussen de rijen ca. 15 cm.
Plant de uien met een tussenruimte van 10 tot 15 cm en met 30 cm tussen de rijen. Druk de grond rond de plantuitjes zachtjes aan en geef ze genoeg water. Vogels zien de puntjes van de uienbollen soms aan voor wormen, dus dek de uien eventueel af met vliesdoek tot het eerste groen verschijnt.
Plant elke poot ui 2,5 tot 5 cm diep. In zandgrond kun je hem iets dieper plaatsen dan in kleigrond. Wanneer je bovenstaande stappen gevolgd hebt, heb je losse aarde en kun je de uitjes planten met hun topje net boven de grond.
vanaf april tot augustus. Indien je zaait moet je de plantafstand van 10 cm niet aanhouden. Zodra ze boven komen kan je de plantjes uitdunnen. Zaaien doe je in een geul van 1cm diep.
Alle grondsoorten zijn bruikbaar voor de uienteelt. Als je groentetuin op een zure grond of zandgrond ligt, dan moet je wel eerst nog kalk toedienen. Als je uien in je eigen tuin wil telen, zorg je ook best voor een goed bemeste ondergrond.
Veel water hebben uien niet nodig maar op ons droge zandgrondje geven we de uien toch af en toe een gieter water. Als een ui gaat doorschieten ontstaat in het centrum van de plant een dikke, harde stengel met een vlamvormige bloemknop.
Uien houden niet van verse (stal) mest, of van mest of compost met grove bestanddelen. Ideaal is een goed verteerde mest die voor de winter al werd aangebracht. De maden van de uienvlieg boren gangen in de bollen. Ze worden o.a. aangetrokken door verse stalmest.
Zo werkt uien planten
Plant de pootuitjes op rijtjes, circa 8 cm uit elkaar. Zorg dat het bovenste puntje van het bolletje net boven de aarde uitsteekt. Houd tussen de rijen 30 cm ruimte over. Geef ze niet veel mest, anders schieten ze door en maken veel blad en zelfs bloemen.
Uien groeien graag op een open plaats met veel licht. Wind zorgt ervoor dat het gewas goed opdroogt en er niet snel schimmelziektes ontstaan. Omwille van de aantrekkingskracht op de wortelvlieg wordt het gebruik van stalmest, compost en samengestelde organische meststof afgeraden.
Voor dikke uien om te bewaren kweek je eenvoudigst met pootgoed maar het kan ook door rechtstreeks te zaaien. Meestal zaaien we wel Stengelui voor in rijtjes om dan uit te dunnen op 5 tot 10 cm en 30-40 cm tussen de rijen.
Bij een hogere temperatuur zal een ui sneller bladeren vormen, terwijl geen bladeren meer worden gevormd zodra de plant in bolvorming is. Bij een lage plantdichtheid (50 planten per m2) zal de verschijningssnelheid van de bladeren iets hoger zijn dan bij hogere plantdichtheid (100 planten per m2 en hoger).
tuurschommelingen en droogte bevorderen het doorschieten. Om doorsc te voorkomen moet je bij aanvang van droge periodes de uien regelmatig ze slechts oppervlakkig wortelen. Zorg er wel voor dat ze niet met de 'voe , daar kunnen ze dan weer niet tegen.
Na ongeveer 80 dagen kun je de uienplantjes uitplanten in volle grond. Houd een plantafstand van 15 cm en geef extra veel water. Let op: hoewel uienplantjes veel water nodig hebben, is een waterdoorlatende bodem essentieel. Zo voorkom je dat uienplantjes zogeheten 'natte voetjes' krijgen en gaan rotten.
Plant de uien op 10 à 15 cm van elkaar en houd 30 afstand tussen de rijen. Het loof moet door de aarde steken. Geef de uien water na het planten. Dat helpt om de grond goed te laten aansluiten rond de bol.
Lente-ui in de tuin
Ze kunnen bovendien goed tegen lage temperaturen en hebben weinig last van ziekten en plagen. Lente-ui plant je vanaf midden februari tot midden april en vanaf begin juli.
Ui kan heel goed tegen vorst, dus het hoeft niet vorstvrij te zijn.
Uien groeit op elke soort gronden, mits die een goede structuur heeft. Uien hebben een hekel aan kletsnatte grond (ze willen wel veel water maar dat water mag niet blijven 'staan'). Zelf werken we compost onder in de winter zodat de structuur elk jaar weer wat verbetert. Geef vooral geen verse (stal)mest.
De oogst vindt afhankelijk van het ras plaats in augustus of september. De laat geoogste uien worden meestal bewaard. De buitenste rok droogt in tot een droge, strogele huid, die de bol tijdens de bewaring beschermt.
Als je uien zover gegroeid zijn dat ze wat los boven de grond komen te zitten, kun je ze helemaal los halen en boven op de grond laten drogen. Na een poosje (ongeveer een week) zijn ze genoeg gedroogd. Natuurlijk kun je ze dan opeten, maar je eet ze vast niet allemaal tegelijk op.
Snijd de achterkant van de ui en laat een paar dagen drogen. Plant de ui daarna in een pot met natte potgrond en zet op een donkere plek. Houd de grond vochtig en de plant groeit bijna als vanzelf door. Je kunt ook de hele ui met de wortels in een bakje water zetten, zodat het plantje uitloopt.
De beste tijd om knoflook te planten is vanaf september tot half november of na de eerste nachtvorst. Rond deze tijd heb je vast wel wat ruimte in je bakken. Veel groentes zijn al geoogst en er is niet veel meer wat je kunt zaaien en planten.
Deel de uienstengels voorzichtig en zet ze in een vaasje met een klein laagje water om de wortels een beetje te laten groeien. Bijvoorbeeld in de vensterbank. Als de wortels een halve centimeter tot een centimeter lang zijn dan kan je de uien planten in de aarde.