In principe is het nodig de opvangzak om de zeven dagen te vervangen. In de volgende gevallen moet u de zak eerder verwisselen: Het kraantje werkt niet meer. De zak lekt.
Overdag wordt de urine opgevangen in een urine-beenzak. Deze heeft meestal een inhoud van 500 tot 750 ml en kan 7 dagen aan de katheter verbonden blijven. De beenzak wordt gedragen met bandjes om het been. Aan de onderkant van de beenzak zit een aftapkraan.
- Wij adviseren om de urineopvangzak om de 7 tot 10 dagen te vervangen (of vaker op indicatie). Er komen niet vaker urineweginfecties voor als de zak langer dan 3 dagen gebruikt wordt.
De urinezak kunt u legen en doorspoelen met water en eventueel azijn. Ook hier geldt dat het voor een goede hygiëne wenselijk is, als u het afsluitdopje weer op de tip van de slang doet. U kunt de zak 's avonds opnieuw gebruiken.
Een blaaskatheter wordt afgesloten met een zogenoemd 'katheterkraantje'. Hiermee wordt de katheter afgesloten zodat de urine in de blaas blijft.Door het kraantje te openen wordt de blaas geledigt. Blaastraining is belangrijk om de capaciteit van uw blaas zoveel mogelijk te behouden.
Een aftapkraan is een kraan in de watermeterput, waarmee de waterleiding in huis kan worden afgetapt. Het aftappen van een waterleiding is nodig wanneer het in de nachten vriest (in de winter, meestal vanaf oktober) en de waterleiding onbeschermd buitenshuis loopt of eindigt in een kraan die buitenshuis is aangelegd.
De frequentie van spoelen varieert van lx per dag tot 2x per week, afhankelijk van de hoeveelheid neerslag in de blaas. De volgende middelen kunnen worden gebruikt: fysiologisch zout, Solutio G en Solutio R. Alle genoemde oplossingen zijn verkrijgbaar in wegwerpzakjes.De Solutio G en Solutio R zijn zure spoelmiddelen.
Veel protocollen schrijven voor de opvangzak bij een blaaskatheter elke twee tot drie dagen te vervangen. De zorgverzekeraar vergoedt er slechts één per week.
Door het kraantje te openen kunt u de urinezak legen in het toilet. De opvangzak moet dag en nacht lager hangen dan de blaas en deze mag niet op de grond liggen. Zorg er voor dat het kraantje nergens tegenaan komt. De kans op infecties wordt dan kleiner.
Indien er na twee tot drie uur geen urine in de urineopvangzak komt, moet de katheter doorgespoeld worden of vervangen door een nieuwe. Als u veel aanslag of troebele urine opmerkt, kan de blaas worden gespoeld met fysiologisch zout of indien nodig met een andere vloeistof.
Verwisselen dag- en nachtzak
De urinezak kunt u om de zeven dagen vervangen voor een nieuwe zak in verband met mogelijke nare luchtjes.
Afkoppelen van de nachtzak:
Sluit het kraantje van de beenzak. Koppel de nachtzak af en leeg deze in het toilet en vervolgens spoelt u deze door met kraanwater en een scheutje azijn, circa 2 minuten heen en weer bewegen weer legen.
Urine-opvangzak
De opvangzak moet altijd lager hangen dan de blaas. Zo kan de urine goed in de opvangzak stromen. Het slangetje naar de katheterzak mag niet strak staan.
Als u een katheter heeft is het belangrijk dat u goed drinkt, minstens 2 liter vocht per dag. Zo produceert u voldoende urine, worden de afvalstoffen met de urine uit uw lichaam afgevoerd en verminderen blaaskrampen en verstoppingen van de katheter.
Een katheter is een kunststof slangetje. Om te kunnen dialyseren wordt dit slangetje in de hals geplaatst. De plaats waar het slangetje de huid ingaat, noemen we de huidpoort. Als de huidpoort genezen is, mag u douchen.
Mannen en vrouwen kunnen met een katheter geslachtsgemeenschap hebben. Vrouwen kunnen de katheter op de buik vastplakken. Mannen kunnen de katheter vastmaken op de penis en een condoom omdoen.
Hoe weet ik dat de katheter goed zit? U weet zeker dat de katheter goed zit als na inbrengen van de katheter de urine uit de katheter loopt. Wordt mijn blaas niet lui als ik me langdurig katheteriseer? De blaas wordt niet lui door katheteriseren.
Breng de vloeistof op lichaamstemperatuur door het zakje ± 15 min in een bak handwarm water te leggen. Was uw handen vóór de handeling. Zorg dat het katheteruiteinde en het uiteinde van de katheterzak vrij liggen op een schone ondergrond (schone handdoek). Haal het zakje met vloeistof uit de verpakking.
Het is belangrijk dat u na het verwijderen van de katheter minstens 6 glazen vocht drinkt, verdeeld over de dag. Dit is nodig omdat u dan veel urine aanmaakt en we kunnen kijken of het plassen weer op gang komt. Probeer na het verwijderen van de katheter regelmatig te plassen.
De urine-opvangzakken spoelt u na gebruik om met lauwwarm water. De katheter mag er 3 tot 12 weken in blijven zitten, dit is afhankelijk van de soort katheter die u heeft gekregen. Hoe vaak de katheter wordt vervangen, is afhankelijk de soort katheter, steenaanslag en het advies van de arts.
Binnen 6-8 uur moet u weer zelf kunnen plassen. De eerste keer kunt u op het toilet plassen. Daarna plast u in de urinaal (fles).
Spoelen van de blaas via de SPC (suprapubische) katheter
Fles NaCl 0,9%,. Dit geldt in het ziekenhuis, thuis kunt u spoelen met kraanwater.
Probeer de katheter niet af te klemmen met een kocher. Maak liever gewoon een knik in de katheter. De kocher kan namelijk de katheter beschadigen en zorgen voor lekkage. Houd altijd goed bij hoeveel vloeistof je hebt ingebracht en hoeveel je terug hebt gekregen.
De nationale richtlijn3 van de Werkgroep Infectiepreventie (WIP) beveelt aan: de uitwendige genitaliën en het gebied rondom de urethramonding dagelijks reinigen met water en eventueel zeep.