Voor een graaf luidt die formule Hooggeboren heer graaf en voor een gravin Hooggeboren vrouwe gravin. Bij brieven aan adellijke personen schrijven we in het adres de volledige naam na de titel.
De griffier zit vanuit de rechtszaal kijkend rechts van de rechter(s) en draagt ook een toga. Hij wordt net als de rechter(s) aangesproken met 'edelachtbare' (bij een rechtbank), 'edelgrootachtbare' (bij een gerechtshof) of 'edelhoogachtbare' (bij de Hoge Raad).
Ook de Hebreeuwse vorm zelf komt nog voor, maar met een scherp verschil tussen het joodse en het niet-joodse gebruik: in joodse kring is rabbi een aanspreektitel; in niet-joodse kring is het een titel ('rabbijn') en kan daarom zonder naam gebruikt worden (de rabbi, jullie rabbi).
Als u de naam en het geslacht van de geadresseerde weet, is de beste aanhef in een zakelijke brief of e-mail Geachte heer + de achternaam of Geachte mevrouw + de achternaam. Als u het geslacht niet weet, is onder meer Geachte heer of mevrouw + de achternaam gebruikelijk.
Ouderwetse adellijke titulatuur
gravin/graaf - adressering: De hooggeboren vrouwe/heer; aanhef: Hooggeboren vrouwe/heer. barones/baron - adressering: De hoogwelgeboren vrouwe/heer; aanhef: Hoogwelgeboren vrouwe/heer. ridder - adressering: De hoogwelgeboren heer; aanhef: Hoogwelgeboren heer.
De ongehuwde dochter van een (burg)graaf, baron, ridder of jonkheer werd aangesproken met freule. Deze aanspreekvorm is uit de mode geraakt. Weduwen van adellijke personen werden vroeger aangeduid als douairière, gevolgd door naam en titel of predikaat van de man, maar zonder de eigen naam: Douairière A.B.C.
Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
Als u de naam van de ontvanger niet kent, maar zeker weet dat het om een man gaat, gebruikt u Geachte heer. Als het om een vrouw gaat, gebruikt u Geachte mevrouw. Als een persoon in een bepaalde functie wordt aangesproken, zijn combinaties met Mijnheer de en Mevrouw de gebruikelijk, zonder het woord geachte.
Beste wordt gecombineerd met een voornaam of een ander zelfstandig naamwoord. In de praktijk wordt Beste vaak zelfstandig als aanhef gebruikt, maar niet iedereen wordt graag op die manier aangeschreven. Het is daarom aan te raden om Beste altijd te laten volgen door een voornaam of een ander zelfstandig naamwoord.
Met tandartsen en huisartsen verkeert men meestal niet op voornaambasis, maar er wordt wel ruim getutoyeerd. Mensen zeggen: 'hallo' en 'tot ziens' en 'bedankt' tegen eerste-lijn-artsen, zoals ze dat gewend zijn met vrienden of collega's. Ouderen zeggen nog wel 'dokter' tegen de dokter.
Om een ridder aan te spreken, gebruiken we meestal de gewone aanspreekvorm meneer. In protocollaire of erg plechtige situaties kunnen we in de aanspreekvorm ook de adellijke titel gebruiken. Die formules schrijven we ook in de aanhef van een brief. De titel ridder wordt met een kleine letter geschreven.
Algemeen geaccepteerd is (gelukkig) dat men de rechter in de rechtbank aanspreekt met mijnheer of mevrouw (de rechter). Maar ook daar zijn uitzonderingen op: zijn er meer rechters, dan spreekt men de voorzitter aan met mijnheer/mevrouw de voorzitter.
Het salaris van een Griffier rechtbank begint bij € 1.837 per maand. Het beroep Griffier rechtbank is onderdeel van de beroepsfamilie Juristen en juridisch specialisten. Het salaris van Juristen en juridisch specialisten ligt gemiddeld op € 5.918 bruto per maand.
Kies als aanhef dan altijd 'Geachte heer', of 'Geachte mevrouw'. Als je niet zeker weet of de geadresseerde een man is of een vrouw, dan kies je voor 'Geachte heer, mevrouw'. Schrijf bij voorkeur niet 'Mijne Heren', of 'Mijne Dames en Heren', dit is geen taalgebruik voor in een brief.
De correcte vorm is Geacht college. Geacht blijft onverbogen vóór een het-woord in de aanhef van een brief of een e-mail. Vergelijkbare voorbeelden zijn Geacht bestuurslid, Geacht personeel, Geacht afdelingshoofd.
Het lijkt erop dat de uitgangs-e een aparte betekenis krijgt, een die gebruikt wordt in aanspreekvormen. Er zijn kennelijk verschillen tussen bijvoeglijk naamwoorden (geacht bestuur is beter dan best bestuur) en zelfstandig naamwoorden (best bestuur is beter dan best team).
Wetenschappelijk onderwijs
Hoogleraar (titel: prof.): De hooggeleerde heer/vrouwe. Aanspraak: professor. Arts (titel: drs. met achter naam Arts): De weledelgeleerde heer/vrouwe (tenzij gepromoveerd, zie doctor).
In Nederland worden deze woorden klein geschreven wanneer de voornaam of de voorletters voorafgaan: de heer Jan van den Berg en mevrouw M. de Vries, maar met een hoofdletter als voornaam of voorletters ontbreken: de heer Van den Berg en mevrouw De Vries.
Wat is de beste briefaanhef als je niet weet of de geadresseerde een man of een vrouw is? Als het geslacht van de geadresseerde onbekend (en niet te achterhalen) is, is het het gebruikelijkst om in de aanhef boven een brief of e-mail zowel heer als mevrouw te vermelden.
Graaf als erfelijke titel
Aanvankelijk was een gravenambt een persoonsgebonden beneficium (een niet-erfelijk leengoed) en was een graaf ook afzetbaar. Door de verankering van het gravenambt binnen eenzelfde stamgeslacht begon men het ambt vanaf de 10e/11e eeuw toch als erfelijk te ervaren.
De uitdrukking "blauw bloed" wordt in de zin "Hij/zij heeft blauw bloed" gebruikt om aan te duiden dat iemand tot de adelstand behoort.
Deze titels kunnen zijn, van laag naar hoog: ridder, baron, burggraaf, graaf, markies, hertog, prins. Adellijke personen zonder titel dragen het predicaat jonkheer of jonkvrouw.