Voor de volgende goederen mag u het verlaagde tarief van 9% toepassen: voedingsmiddelen.
Bij de verkoop van voedingsmiddelen in Nederland wordt sinds 1 januari 2019 een BTW-tarief van 9% gehanteerd.
Leveringen en diensten die belast zijn met een laag tarief, vallen onder het btw-tarief in Nederland van 9%. Onder dit tarief vallen de volgende goederen: voedingsmiddelen, water, agrarische goederen, geneesmiddelen, hulpmiddelen, kunst, verzamelvoorwerpen, antiek, boeken en periodieken.
De btw kent verschillende tarieven. Het algemene tarief is 21%. Voor sommige goederen en diensten geldt het verlaagde tarief van 9%. Doet u zaken met het buitenland, dan kan het tarief van 0% van toepassing zijn.
Je hebt het standaard hoge tarief van 21%. Dit btw-tarief reken je voor alle goederen en diensten die niet vrijgesteld zijn en niet onder het lage tarief van 9% of 0% vallen. Het lage tarief van 9% komt minder vaak voor en geldt vooral voor voedingsmiddelen, geneesmiddelen, boeken en kappersdiensten.
6% voor basisproducten
Het gaat bijvoorbeeld om levensnoodzakelijke middelen (vlees, vis, zuivel, groenten, …) en landbouwdiensten. Verder is dit tarief van toepassing op tijdschriften, geneesmiddelen, personenvervoer, hotels, bloemen, verbouwingswerken aan gebouwen ouder dan 10 jaar enzovoort.
Verlaagd btw-tarief van 6% Het verlaagde tarief van 6% geldt voor de verschuldigde btw tussen 1 januari 2021 en 31 december 2022 op werken die uitgevoerd worden in het kader van afbraak en heropbouw op hetzelfde perceel van een gebouw dat de bouwheer gebruikt als eigen en enige woning.
Het eten van groente en fruit moet dus gestimuleerd worden, vindt NPN. Helaas worden boodschappen steeds duurder. Groenten en fruit zijn volgens het CBS in de afgelopen 10 jaar zelfs 20% duurder geworden. Daar bovenop werd in 2019 de BTW verhoogd van 6 naar 9%.
Stel je hebt een eigen koeriersdienst waarbij je allerlei pakketjes of grote materialen naar bedrijven door heel Nederland brengt. Je stuurt een factuur met 21% btw. De klant betaalt je de btw en jij moet dat later afdragen aan de Belastingdienst.
Zoals we hierboven al aangeven zijn er in Nederland anno 2022 drie BTW-tarieven: het hoge BTW-tarief van 21% het lage tarief van 9% en het 0% btw tarief.
Eten en drinken (niet-alcoholhoudend) in horecabedrijven valt onder het 9%-tarief. Dit tarief geldt ook voor afhaalmaaltijden.
Voor bijna alle voedingsmiddelen geldt een btw-tarief van 9%, ook wel het lage btw-tarief genoemd.
21% voor kant-en-klare snacks (bv. chips, worstjes, suikerwafels) en andere voedingsproducten zonder bereiding; 21% voor alle dranken – frisdranken, koffie en alcohol – die je in je zaak schenkt.
Er moet een belasting komen op dierlijke producten, ook al betekent dit dat deze producten voor mensen met een laag inkomen niet meer toegankelijk zullen zijn.
U mag de btw alleen in aftrek brengen als u het eten en drinken niet afneemt als eindgebruiker. Dit is het geval wanneer u als ondernemer deze prestatie doorbelast aan een derde, waarbij u btw in rekening brengt. Op de factuur geeft u dan aan dat het gaat om het verstrekken van eten en drinken voor gebruik ter plaatse.
Vlees zorgt hiernaast voor een enorme milieuschade en dierenleed. Het is tijd om de negatieve effecten van vlees mee te nemen in de prijs, en daarom wil de Partij voor de Dieren een 'vleestaks': een extra belasting op vlees.
Vrijgesteld van btw zijn onder meer de diensten van artsen, verpleegkundigen verzekeringsadviseurs en journalisten. Ook onderwijs gericht op de uitoefening van een beroep of functioneren in een werkkring, is vrijgesteld van btw. Vrijstelling houdt in dat over de vergoeding geen omzetbelasting verschuldigd is.
Goederen met 0% btw zijn bijvoorbeeld goederen die u levert aan een ondernemer in een ander EU land. In sommige branches en bij een aantal activiteiten hoeft u geen btw in rekening te brengen. Bijvoorbeeld in het onderwijs of als u excursies en rondleidingen verzorgt. U maakt dan gebruik van een btw-vrijstelling .
Vanaf 1 januari moet er 3 procentpunt meer btw betaald worden over voedingsmiddelen. Daardoor zijn veel producten, ook bijvoorbeeld groenten en fruit, iets duurder geworden.
In 2019 ging het btw-tarief op groente en fruit omhoog naar 9 procent.
Dat is de datum waarop de woning voor de eerste maal bewoond werd. In principe is dit van dag tot dag te tellen, doch de fiscus is daar soepel in. Wanneer uw woning vóór 1 januari 2007 voor het eerst bewoond werd, wordt uw woning geacht meer dan 10 jaar oud te zijn in 2016.
Voorbeelden zijn groente & fruit, vlees & vleeswaren, zuivel, brood, soepen & sauzen, pasta & rijst, snoepgoed, chips & noten, chocola- sap & siroop, frisdrank, bakproducten en voedingspreparaten & supplementen. Voor deze voedingsmiddelen geldt het standaard btw-tarief van 21%.
Alle vermelde prijzen zijn inclusief 6% BTW, met uitzondering van producten met alcohol, wenskaarten en de transport- en verpakkingskosten die onder 21% BTW vallen.
Voor bepaalde categorieën van goederen en diensten gelden gunstigere tarieven: 0%: bijvoorbeeld periodieke publicaties … 6%: bijvoorbeeld voedingsproducten, water, medicijnen, boeken, transport … 12%: bijvoorbeeld catering, sociale woningbouw, margarine …