Bij een bestaand tromboserisico kan er echter in uitzonderlijke gevallen toch een trombose optreden. Maar dit risico is niet alleen tijdens de vlucht verhoogd. Tot wel 14 dagen na lange vluchten kunnen er bloedstollingsstoornissen optreden.
Als u lange tijd stil zit (dat kan ook tijdens bijvoorbeeld de studie zijn), kan een trombose ontstaan. Dit kan ook gebeuren bij jonge en sportieve mensen. Een lange vliegreis, langer dan 5 uur, kan extra risico geven op een trombose, doordat het zuurstofgehalte van de lucht lager is.
De belangrijkste klacht is hevige hoofdpijn. Daarnaast kunnen klachten optreden die ook voorkomen bij een herseninfarct of -bloeding. Zoals een scheve mond, verwarde spraak, lamme arm, evenwichtsstoornissen, dubbelzien, epileptische aanvallen, buiten bewustzijn raken en in coma raken (zeldzaam).
Allemaal factoren die de kans op een bloedklonter vergroten. Probeer daarom elke dag minstens een halfuur te bewegen. Dat helpt om een gezond gewicht te behouden, en heeft ook een gunstige invloed op je bloeddruk. Daarnaast kan ook gezonde voeding de kans op trombose verkleinen.
Risico op trombose: 5 tot 7 van de 10.000 vrouwen per jaar krijgen een trombose.
De oorzaken van trombose
Als het bloed te langzaam stroomt, kan er een stolsel ontstaan. Bijvoorbeeld als je lang stilzit tijdens een vliegreis, langdurig bedrust moet houden, geopereerd bent of een been hebt dat in het gips zit.
Soms is helemaal geen aanleiding te vinden en ontstaat spontaan een stolsel. Vanaf 65 jaar neemt het risico op trombose toe. Maar ook jonge en sportieve mensen krijgen soms te maken met trombose.
Als je trombose hebt, krijg je medicijnen die zorgen dat je bloed minder snel stolt. Dit noemen we antistollingsmiddelen of bloedverdunners. Deze medicijnen voorkomen dat trombose ontstaat of dat bloedstolsels groter worden. Ze ruimen de stolsels niet op.
Trombose in de beenslagaderen
De spieren in uw benen ontvangen dan minder bloed en dus minder zuurstof. Tijdens het lopen ervaart u een stekende pijn, welke overgaat als u stilstaat.
Vaak is er een bloedpropje aanwezig in uw lichaam waar u niks van merkt, doordat het lichaam het bloedpropje vanzelf oplost. Soms gaat het niet vanzelf over en stroomt het propje de bloedbaan in. Als het bloedpropje de doorgang van het bloed blokkeert, ontstaan er klachten.
Maar dit risico is niet alleen tijdens de vlucht verhoogd. Tot wel 14 dagen na lange vluchten kunnen er bloedstollingsstoornissen optreden. De gezondheidstoestand moet ook na de vlucht worden geobserveerd om mogelijke tekenen van trombose op tijd te herkennen.
In veel gevallen is er een bloedpropje aanwezig waar u niets van merkt. Uw lichaam lost dit deeltje vanzelf weer op. Als het niet vanzelf over gaat, blijft het bloedpropje meestromen in de bloedbaan. Zolang het een klein propje is, hoeft ook dit geen klachten te geven.
Vanaf 65 jaar neemt het risico op trombose toe. Maar ook jonge en sportieve mensen krijgen soms te maken met trombose. Hieronder leest u alles over de risico's van trombose.
Een verstopte bovenste holle ader kan de volgende klachten geven: opgezet gezicht. opgezette hals en/of armen. dikke, kronkelige aders in de hals of op de borstkas.
Reiskousen bieden verlichting bij opgezwollen en vermoeide benen op reis. Reizen kan erg leuk zijn. Maar door het lange zitten kunt u hierbij ook last krijgen van klachten in de benen. Dat komt omdat het bloed moeilijker terug naar het hart stroomt wanneer u lange tijd achter elkaar zit.
Trombose voorkomen
Beweeg bijvoorbeeld voldoende om de bloedstroom op gang te brengen. Laat sigaretten links liggen. Zorg voor een gezond lichaamsgewicht. En drink voldoende bij een lange periode van liggen of zitten, bijvoorbeeld bij een vliegreis of bij een gebroken been.
Op een CT-scan kan een arts duidelijk zien of er een trombose in het been, arm of longen zit. Dit heet ook wel CT-flebografie. De arts spuit dan contrastvloeistof in en maakt vervolgens een CT-scan van uw aders. Een CT-scan is ook mogelijk om stolsels op te sporen in de longaderen.
Trombose kan makkelijker ontstaan als het bloed niet goed terug kan stromen naar het hart, zoals bij inwendige spataderen. Ook kan de stolbaarheid van het bloed verhoogd zijn, bijvoorbeeld door erfelijke aanleg, het gebruik van de anticonceptiepil, roken of bepaalde geneesmiddelen.
Trombose in de aders van de benen komt het meeste voor. In de arm komt het minder vaak voor. Een trombosebeen voelt warm aan, is roodpaars van kleur en de huid is strak en glanzend. Lopen is pijnlijk.
Door slagaderverkalking, een stolsel of een medische ingreep kan een slagader opeens dicht gaan zitten. U krijgt plotseling heftige pijn in uw been.Het been wordt bleek, koud, voelt doof aan en verliest kracht. U moet dan snel naar het ziekenhuis en krijgt daar direct een infuus met stollingsremmende medicijnen.