Zou u is de gewone vorm.Zoudt u is een correcte, maar erg formele en verouderde vorm. Het is aan te bevelen om in plaats van zoudt u de neutrale vorm zou u te gebruiken.
In Nederland wordt in zulke zinnen in plaats van zal ook weleens zou gebruikt, maar een niet te verwaarlozen groep taalgebruikers keurt dat gebruik af. Het is daarom niet duidelijk of zou in deze zinnen als correct kan worden beschouwd.
Tegenwoordig wordt u niet meer als derde persoon beschouwd maar als tweede persoon enkelvoud, net als jij/je. U wordt dan gecombineerd met de persoonsvorm van de tweede persoon: u hebt. U hebt is dus vergelijkbaar met jij hebt. Bij de keuze tussen u hebt en u heeft kunt u uw eigen voorkeur volgen.
U hebt en u heeft zijn allebei correct. Hetzelfde geldt voor hebt u en heeft u. U kunt uw eigen voorkeur volgen.
U kunt en u kan zijn allebei correct. In Nederland wordt u kan informeler en in geschreven taal minder verzorgd gevonden dan u kunt.
Zoudt u is erg formeel; de gewone vorm bij u is zou. (1b) Meneer, zou u ons willen helpen? (2a) Zou u, alvorens een besluit te nemen, het rapport van de onderzoekscommissie kunnen nalezen? (3b) U zou mij hier een groot genoegen mee doen.
U wilt en u wil zijn allebei correct. In Nederland wordt u wil informeler en in geschreven taal minder verzorgd gevonden dan u wilt. In België wordt het gebruik van u wil niet als informeel beschouwd.
Je schrijft een 'w' als je 'u' combineert met een substantief.Het substantief staat direct achter 'uw'. Je schrijft dus een 'w' als je 'u' possessief gebruikt. Uw koffie staat klaar.
U is een persoonlijk voornaamwoord, uw is een bezittelijk voornaamwoord. Als je een persoon bedoelt, gebruik je het woord u: ik stuur u een brief.
De correcte vervoegingen zijn u vindt en vindt u.
U vindt de weg wel.
Beide vormen zijn juist.U hebt klinkt iets gewoner. Het woordje u is van oorsprong een derde persoon enkelvoud: u is, u heeft, u kan, u wil, u zal.
Voor de tweede persoon zijn er verschillende persoonlijke voornaamwoorden: de vertrouwelijke vormen je, jij en jullie, en de beleefdheidsvorm u, die we zowel voor het enkelvoud als voor het meervoud gebruiken.
De vorm zul(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je zult, jij zult, zul je, zul jij. In België is ook de vorm zal neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je zal, jij zal, zal je, zal jij. Als je de betekenis van men heeft, zijn beide vormen gelijkwaardig.
Je zult niet zo snel per ongeluk zeggen: is het u verjaardag vandaag? Daar hóór je dat het 'uw' moet zijn. Zo kun je er gemakkelijk achter komen dat het in dat geval 'jouw' moet zijn. Het is uw verjaardag (met een w), dus het is ook jouw verjaardag (met een w).
Conform de andere persoonlijke voornaamwoorden, schrijven we u (en ook het bezittelijk voornaamwoord uw) met een kleine letter, behalve als het aan het begin van een zin staat. (1) Ik verzoek u vriendelijk om te vertrekken. (2) We hebben uw boek gevonden.
In een zin als 'U en uw partner zijn welkom om 15.00 uur' is u en uw partner juist. In de zin 'U en uw partner zijn welkom om 15.00 uur' is u een persoonlijk voornaamwoord en uw een bezittelijk voornaamwoord. Uw betekent 'van u'.U en uw partner betekent dus 'u en de partner van u'.
uw (bezittelijk voornaamwoord) 1van u: uw vader; de uwen uw gezin, uw aanhangers enz.
In u beider aanwezigheid staat het persoonlijk voornaamwoord u.Het bezittelijk voornaamwoord uw is hier niet goed. U beider betekent 'van u beiden, van u allebei'. Eeuwen geleden was uwer beider juist: uwer beider aanwezigheid, uwer beider vreugd, uwer beider moeder, enz.
Want iemands auto aanrijden is één, maar een bezittelijk voornaamwoord verwisselen met een persoonlijk, dat is hem pas echt een gruwel. Bij het persoonlijk voornaamwoord uhoort het bezittelijk voornaamwoord uw. U hebt een auto en dat is uw auto.
Willen had vroeger niet eens een tegenwoordige tijd. De aanvoegende wijs wille/wil heeft die functie (langgeleden) erbij gekregen. De vorm wille is sinds lang verouderd, maar wil komt heel vaak voor. Aan zo'n aanvoegende wijs werd en wordt in de tegenwoordige tijd geen t toegevoegd.
Je wilt en je wil zijn allebei correct.
In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn kunnen en zullen: je kunt / je kan, je zult / je zal.
Over het algemeen krijgt je/jij wilt (mét t) in Nederland nog steeds de voorkeur in (zakelijke) teksten die bestemd zijn voor een breed publiek. Maar soms wordt er ook dan gekozen voor je/jij wil, bijvoorbeeld om meer vertrouwelijkheid of ongedwongenheid uit te stralen.