Breuken. De teller en de noemer van een breuk worden los van elkaar geschreven: /3: een derde. /5: twee vijfde(n)
Richtlijnen voor het schrijven van getallen voluit in letters. In een 'lopende tekst' schrijf je getallen tot twintig voluit. Getallen boven de twintig schrijf je in cijfers, dus: drie, acht, achtste, 21. De tientallen tot honderd schrijf je echter ook voluit: dertig, vijftig, 110, tachtigste.
Met de hoofdtelwoorden een en drie corresponderen de rangtelwoorden eerste en derde. Voor het schrijven van rangtelwoorden in cijfers zijn twee systemen in gebruik. Aan het cijfer kan alleen een e toegevoegd worden, ofwel -ste/-de: 1e, 2e, 3e of 1ste, 2de, 3de.
In het algemeen zijn er eigenlijk maar vier regels: Getallen onder de 21, tientallen, honderdtallen en duizendtallen tot tienduizend schrijf je in letters. Bijvoorbeeld: twaalf, 23, 86 en driehonderd. Honderdduizend, miljoen, miljard en biljoen schrijf je altijd in letters.
1100 kun je uitspreken als 'éénduizend en honderd' of als 'elfhonderd'; 2300 als 'tweeduizend driehonderd' of 'drieëntwintig honderd'.
bij getallen onder de 10.000 wordt het honderdtal gebruikt (dus niet duizend vijfhonderd, maar vijftienhonderd, 1.500)
In geldbedragen (bijvoorbeeld bij wisselkoersen) worden cijfers achter de komma niet gegroepeerd. Getallen die uit vier cijfers bestaan, worden in de praktijk vaak zonder spatie of punt geschreven: 2000 kg, 5329 euro, 4567.
100K bijvoorbeeld staat voor '100.000 euro'. Het woord euro (of het symbool €) kan ook toegevoegd worden. De juiste schrijfwijzen zijn dan 100K euro en € 100K. Ook de schrijfwijzen 100 keuro, 100 kEuro en 100 kEUR komen voor, maar die zijn af te raden.
Van rechts naar links komt om de drie cijfers een punt. Bij bedragen van vier cijfers voor de komma wordt vaak geen punt gezet. Voorbeelden: £ 3800,-; € 1200. In optellingen, kolommen en tabellen worden die bedragen wel met een punt geschreven.
In niet-gespecialiseerde teksten is het gebruikelijk om euro (met kleine letter) voluit te schrijven of het euroteken (€) te gebruiken. In Nederlandstalige teksten wordt € voor het bedrag gezet, met een spatie ertussen.
De prijs voor beste scriptie was €10000 euro. De prijs voor beste scriptie was € 10.000.
Het euroteken wordt in het Nederlandse taalgebied voor het bedrag gezet, gevolgd door een spatie: Die cd kost € 15,50. In Nederland staat er na hele bedragen meestal een komma en een streepje: Hij is me nog € 24,- schuldig.
De hoofdletter K staat voor 'kilo(-euro)', oftewel '1000 (euro)', en wordt gebruikt om grote getallen en bedragen verkort weer te geven. 100K kan staan voor '100.000' of voor '100.000 euro'. Het woord euro (of het symbool €) kan ook toegevoegd worden. De juiste schrijfwijzen zijn dan 100K euro en € 100K.
Wanneer je een groot getal hebt, zoals een miljoen, miljard of biljoen schrijf je het uit als een woord. Dus vier miljoen, acht miljard en een biljoen.
Een miljoen = 1.000.000, dit heeft dus 6 nullen. En drieënveertig wordt genoteerd als 43. Met Slimleren kun je op een leuke manier thuis extra oefenen met de vakken waar jij moeite mee hebt.
Bedragen worden gewoonlijk met twee decimalen uitgedrukt: € 5,95, € 34,50. Een bedrag afgerond op hele euro's eindigt op twee nullen, maar die worden in Nederland meestal vervangen door een koppelteken of een iets langere liggende streep. (1a) Eén lot kost € 5,00. (1b) Eén lot kost € 5,-.
We schrijven accenttekens op een als het een telwoord is dat ten onrechte als het lidwoord een, met een toonloze e zoals in de, zou kunnen worden gelezen. In een zin als Ik moet nog een dossier afwerken komen er bijvoorbeeld accenttekens op een als men een precies aantal bedoelt.
25.000.000 euro: 25 miljoen euro, € 25 miljoen.
1 300 000 kun je ook schrijven als 1,3 miljoen. Je laat het getal zien in het schema. Daarna oefen je de twee verschillende schrijfwijzes met verschillende getallen. Dat heb je nodig om getallen te kunnen vergelijken.
De meest voorkomende afspraken zijn de volgende: Schrijf getallen tot twintig voluit. Ook de tientallen tot honderd, de honderdtallen tot duizend, enz. Schrijf cijfers niet voluit bij exacte informatie zoals maten, temperaturen, gewichten, jaartallen.
Op overeenkomstige wijze spreken we van een kwart miljoen (kiezers), een half miljard (inwoners). In bepaalde combinaties laat men het lidwoord een weg om een opeenvolging van twee lidwoorden te vermijden. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een van de [een] kwart miljoen inwoners van de stad.