Het allerbelangrijkste om je kinderen te laten praten is om goed te luisteren. Luister naar je kind. Zeg even helemaal niets, kom niet met oplossingen of advies, maar luister. Herhaal wat je kind zegt, zonder je eigen oordeel of ideeën te laten horen.
Zoek een moment uit waarop er voor zowel jezelf als je kind tijd en rust is voor elkaar. Heb de juiste mindset: maak het niet zwaar of te serieus. Wees ontspannen: dit is een leuke, speelse manier om met elkaar over gevoelens te praten! Als je het zwaar maakt, heb je kans dat je kind dit de volgende keer niet meer wil.
Aanspreken op gedrag
Wanneer negeren niet werkt, kun je het kind aanspreken op zijn/haar gedrag. Benoem concreet het gedrag dat je graag wel wil zien. Je kunt dit op een duidelijke manier aangeven, zonder boos te worden. Een punt aangeven dat het kind al wel goed doet, kan hierbij ook helpen.
Er zijn 4 basisemoties: blij, bang, boos, bedroefd. Alle andere emoties zijn hiervan afgeleid.
Je zoon heeft eerst een compliment nodig of waardering van zijn moeder voordat hij een lastige zaak wil bespreken. Om een gesprek met je zoon te beginnen is het handig een concrete vraag te stellen waardoor hij je in geuren en kleuren kan vertellen wat hem bezig houdt of hoe hij de dingen ziet.
Het belang van het uiten van gevoelens
Het probleem met het niet uiten van emoties – het zogeheten binnenvetten – is dat ze daar sterker van worden. Mensen die hun gevoelens onderdrukken zijn dan ook vatbaarder voor depressie en angst en bovendien kunnen ze er allerlei vervelende andere gevoelens bij krijgen.
Geef je kind bijvoorbeeld aandacht door met elkaar te praten en samen dingen te doen. Door positief te reageren, zoals met een knuffel, een compliment of een kleine beloning, moedig je je kind aan als het zich goed gedraagt. Je kind voelt zich daardoor gewaardeerd en gezien en krijgt een positief zelfbeeld.
Een goed gesprek is praten en luisteren. Toon echte interesse in wat je kind vertelt of hoe hij denkt over jouw boodschap. Dat betekent nog niet dat je alles moet te weten komen van je kind. Kinderen hebben ook recht op privacy en hebben soms behoefte om dingen voor zichzelf te houden.
Als hij of zij echt een leugen heeft verteld, geef hen dan een manier om die leugen terug in te trekken. Praat daarna over wat er gebeurd is, en wat ze de volgende keer kunnen doen als ze in de verleiding komen om te liegen. Zoek de reden achter de leugen. Dat is een cruciaal deel van het gesprek.
Pubers vinden hun culturele identiteit belangrijk. Ze kunnen zich afvragen of ze Turk of Marokkaan of Surinamer zijn of Nederlander, vegetariër of dierenbeschermer, Jehovagetuige of atheïst. De jeugdcultuur heeft veel invloed, want pubers zoeken idolen en trendsetters als voorbeelden.
Als je kind brutaal is of opstandig doet, blijf dan rustig. Je stem verheffen of schreeuwen helpt niet. Als je je kind zijn zin geeft, beloon je het gedrag en gaat je kind het vaker doen. Als je kind is afgekoeld, is het belangrijk dat je met je kind over het gedrag praat.
Kort gezegd is boosheid een emotie waarbij er uiting wordt gegeven aan onderliggende frustraties. Een frustratie die overal over kan gaan, onbegrip van de omgeving of juist onbegrip over jezelf. Op het moment dat frustratie toeneemt, neemt ook de emotionele spanning toe.
In Vermoeidheid als emotie stelt psychotherapeut Ronald Pino dat moeheid, hoewel ervaren als een lichamelijke toestand, toch veeleer een geestesgesteldheid is. Bij moeheid is er hetzelfde aan de hand als bij blozen, dat zichtbaar lichamelijk van aard is, maar de uitdrukking is van een psychologisch verschijnsel.
Stress is in de basis de ervaring dat men zich in een bedreigende situaties bevindt waartegen men niet opgewassen is. Een nogal heftige emotie, vooral op de werkvloer, maar wel een met een functie.
Dagelijks schreeuwen tegen je kind levert volgens onderzoekers namelijk angstige kinderen op, die bovendien vaak gaan liegen. "Het gevolg van een schreeuwen is dat kinderen alles gaan doen voor de goedkeuring van de ouder, om te checken of je nog wel van ze houdt."