Voor een goed gesprek is het belangrijk dat je de boodschap van de ander zo ontvangt en opvat zoals die ander dat ook bedoeld heeft. Je 'verstaat' en begrijpt elkaar dan echt en er is goed contact. Maar je kunt signalen uit de boodschap ook anders invullen of verkeerd opvatten dan ze bedoeld zijn.
Stel een vraag: vraag iets eenvoudigs zoals “Hoe gaat het met je?” of “Heb je een goede dag gehad?” Zo geef je de ander de kans om iets te delen. Luister actief: als de persoon antwoordt, luister dan echt. Knik en toon interesse. Dit laat zien dat je echt betrokken bent bij het gesprek.
Door het geven van samenvattingen, het stellen van open vragen en door te vragen geeft u positieve aandacht aan uw gesprekspartner. Let vooral ook goed op hoe uw gesprekspartner dingen zegt. Wat kunt u opmaken uit de non-verbale communicatie en intonatie? Hier kunt u veel informatie uit halen.
Laat de ander praten en luister zonder oordeel
Iemand die niet lekker in zijn vel zit, voelt daar vaak schaamte of boosheid over. Probeer dus vooral niet te oordelen, en erken het gevoel. Zo nodig je iemand uit om te blijven praten. Je kunt bijvoorbeeld simpelweg zeggen: “Wat vervelend dat je je rot voelt.”
Zich terugtrekken: de persoon laat zelden van zich horen of is eerder stil. Snel boos of verdrietig: de ander bijt van zich af, huilt vlugger. Weinig energie: de passie die je vroeger zag, is er niet meer. Niet zichzelf: je hebt het gevoel dat de ander een masker opzet.
We leggen hier uit wat de vier gesprekstypen zijn: dialoog, debat, tirade en redevoering.
Je zult dan ook merken dat de nieuwe gesprekstechnieken snel wennen. Van alle technieken zijn de vier basisvaardigheden: Open vragen stellen, Reflectief luisteren, Bevestigen en Samenvatten. Insiders noemen dit ook wel de ORBS-vaardigheden.
Ritselende bladeren in de wind, een mug of een moderne pc halen maar net zo'n 10 dB. Fluisteren bereikt ongeveer 30 dB en een normaal gesprek ligt ongeveer op 60 dB.
Veel mensen zeggen: 'Als ik iets kan doen, zeg je het maar'. Maak het concreet door te vragen: 'Wat kan ik voor je doen?' Als je weet waardoor de ander zich gesteund voelt, hoef je het niet in te vullen voor hem of haar en geef je precies wat nodig is en niet wat jij in die situatie nodig zou hebben.
Geef rustig en duidelijk aan hoe jij de situatie beleeft, wat je voelt en wat je wilt. Vraag hoe de ander de situatie beleeft, wat hij voelt en wat hij wil. Probeer zowel negatieve als positieve opmerkingen te maken. Toon begrip voor de situatie van de ander en voor zijn argumenten of opvattingen.
Passende groet. Na de samenvatting sluit je het gesprek af met een passende groet. Bij een normaal gesprek is dat bijvoorbeeld “Dan wens ik u nog een fijne dag”. Heb je net slecht nieuws gebracht, dan sluit je natuurlijk met een andere 'groet' af, bijvoorbeeld “Het spijt me dat we niet meer voor u kunnen betekenen.
De “Hoe gaat het?”-vraag lijkt dé manier om een 1:1-gesprek aan te knopen. Maar in de praktijk komt het antwoord vaak niet verder dan “Ja, goed!”. Natuurlijk, je hebt kans dat het inderdaad allemaal op rolletjes loopt. Maar dan is het zonde dat het gesprek met deze vraag stilvalt.