Aardappelen eten we in Nederland al vanaf 1593. Maar friet eten we veel minder lang, namelijk nog maar 150 jaar. En dat wordt vandaag gevierd in Houten op het Frituurwereld Event. Anderhalve eeuw geleden werd op een kermis in Breda de eerste portie verkocht.
Het verhaal van de friet gaat terug tot in 1680. De inwoners van Namen, Andenne en Dinant hadden er toen de gewoonte om te vissen in de Maas en de kleine visjes die ze er vingen in olie te bakken.
Wie de eerste friet maakte is niet goed te achterhalen. Zowel de Fransen als de Belgen claimen de uitvinding van friet. De belgische historicus Jo Gérard zegt dat hij in een oud manuscript heeft gelezen dat er al friet werd gemaakt in 1680.
“De friet zoals we die vandaag kennen - in staafjes gesneden aardappel, die tweemaal zijn gebakken - zijn uitgevonden in Parijs”, zegt de Franse culinaire historicus Pierre Leclerq. “Rond 1885 zijn de frieten voor het eerst opgedoken in de straten van Parijs.
Friet komt uit Frankrijk
Hun keukenpersoneel stond dus op straat, en die koks begonnen van ellende de eerste restaurants. Daar kwamen gerechten die eerst aan de elite werden geserveerd, ook op het bord van Jan met de pet terecht. Pommes de terre frites bijvoorbeeld, aardappelen die in hete olie worden gebakken.
Typische Nederlandse friet
Friet wordt erg veel geconsumeerd onder de Nederlanders. Uiteraard wordt friet over de hele wereld verkocht, maar bepaalde soorten friet zijn toch wel echt Nederlands.
Patat betekent dus 'aardappel' en 'frites' betekent dat het gefrituurd is. Aangezien je naast aardappelen nog veel meer kunt frituren, is het eigenlijk niet logisch om de bereidingswijze tot afkorting te maken. Maar ja, de aardappel is wel de koning onder de gefrituurde snack. De opper-frites is dus friet.
De naam 'friet' komt van patates frites, Belgisch-Frans voor 'gebakken aardappelen'. De associatie met Frankrijk stamt mogelijk uit de tijd van de Eerste Wereldoorlog, toen Amerikaanse soldaten onze friet leerden kennen in de Franstalige regio van België, en daardoor dachten dat ze in Frankrijk waren.
Maar wat maakt Belgische friet nou zo lekker? De Belgische friet is gemaakt van een aardappel die speciaal voor het frituren is geteeld. De verse aardappels (bijvoorbeeld een Bindje) worden eigenhandig geschild en gesneden.
Frietjes worden traditioneel gebakken in dierlijk vet (ossenwit en/of paardenvet). Dat zorgt voor die typische smaak en geur, maar is helaas minder gezond doordat het meer verzadigd vet bevat. Daarom worden frietjes tegenwoordig ook in plantaardige olie gebakken, of in een mengsel van de twee.
Je mag zowel patat als friet zeggen, maar je voorkeur hangt waarschijnlijk af van waar je woont. In het noorden van Nederland wordt meestal patat gezegd, in het zuiden van Nederland bestel je vaker friet. De Vlamingen noemen de gefrituurde aardappel altijd friet. Met patat bedoelen zij de rauwe aardappel.
Het ontstaan van de bruine kleur van friet komt door de Maillardreactie. Deze reactie speelt een belangrijke rol tijdens het verhitten, bewerken en bewaren van levensmiddelen.
Volgens verschillende bronnen zou friet aan het eind van de 17e eeuw zijn ontstaan. Volgens de Encyclopedie van de friet zouden gefrituurde stukjes aardappel voor het eerst bereid zijn op het Iberisch schiereiland. Theresa van Avila liet de voedzame plant verbouwen in de kloostertuinen van de hervormde karmelietessen.
Een patatje oorlog bestaat in de meeste gevallen uit een portie friet met daarover een klodder mayonaise, pindasaus en (vers) gesnipperde uitjes. In het zuiden van het land krijg je er vaak extra curry bij.
In België worden frieten standaard geserveerd met zout en mayonnaise, en zijn zo het standaard bijgerecht in een restaurant met Belgische keuken. Vlaamse friet is in Nederland een benaming voor dikke frieten van goede kwaliteit. Ik kan elke dag biefstuk-friet eten! We eten frieten vandaag.
Superfriet. Een frietje super is een kleine portie friet geserveerd met mayonaise en een frikandel. Dikwijls wordt een superfriet ook wel een 'supertje' genoemd.
Britse en Amerikaanse soldaten zouden tijdens de Eerste Wereldoorlog frieten hebben leren kennen aan het Belgische front. Omdat ze overal om zich heen Frans hoorden praten, lanceerden ze de benaming French fries.
Patatje kernoorlog
Voor wie een patatje oorlog niet gewelddadig genoeg is: patat met mayo, curry, saté en ui. Ook bekend onder de naam 'Patat revolutie'. Gaat in Den Haag door het leven als 'Patat ziekenhuis'.
Friet, frieten, patat, patatten. En aardappelen.
De Belg zegt friet en de Nederlander patat.
'Friet' is een verkorting van het oorspronkelijke 'patates-frites'. In het Zuid-Nederlandse taalgebied lag een verkorting tot 'patat' niet voor de hand, omdat die term er al sinds de 17e eeuw gebruikt werd voor aardappelen.
Patat is glutenvrij.
Sommige cafetaria's of restaurants bakken in hetzelfde frituurvet niet glutenvrije kroketten of bitterballen. Hierdoor kan er kruisbesmetting ontstaan door het paneermeel van de kroketten (bitterballen) of gepaneerde aardappelkroketjes.
Typisch Belgische voedingsmiddelen zijn brood, graanproducten, aardappelen, bloemkool, witloof, spruitjes, boter, eerder vlees dan vis, varkensvlees, sauzen, speculaas, Brusselse en Luikse wafels, Luikse siroop (perenstroop) en 'filet américain' (rauwe tartaar) als broodbeleg.
In een ronde kamer tegen een Belg zeggen dat er een zak friet in de hoek staat. Waarom doet een Belg zijn gulp open als hij zijn friet eet? Dan blijven de vliegen van zijn friet af.