De Vlamingen noemen de gefrituurde aardappel altijd friet. Met patat bedoelen zij de rauwe aardappel. Ook een klap wordt soms een patat genoemd.
'Friet' is een verkorting van het oorspronkelijke 'patates-frites'. In het Zuid-Nederlandse taalgebied lag een verkorting tot 'patat' niet voor de hand, omdat die term er al sinds de 17e eeuw gebruikt werd voor aardappelen.
eerpel, erpel, zn.: aardappel. Samengetrokken uit eer(ap)pel. Vlaams erpel.
Friet en patat zijn in feite beide juist, aldus Don. Het is regionaal bepaald wat men zegt. Boven de grote rivieren is het meestal patat, en onder de rivieren zeggen ze vaak friet.
In Vlaanderen wordt meestal van friet, frieten, frietjes en soms ook fritten gesproken, in de drie zuidelijke provincies van Nederland en in het zuiden van Gelderland spreekt men van friet of frites, in de rest van Nederland wordt vaak het woord patat gebruikt.
In een Zuid-Hollandse snackbar bestel je een patatje flip als je patat met mayonaise en pindasaus zónder uitjes wilt.
Je ziet het waarschijnlijk al aan de naam, maar de oorsprong van het woord 'patates frites' ligt in de Franse en Vlaamse taal. “Patates betekent aardappel en frites betekent gefrituurd. Het betekent dus letterlijk vertaald aardappel gefrituurd.” Boven de rivieren is de keuze dus op de afkorting patat gevallen.
Aardappelen eten we in Nederland al vanaf 1593. Maar friet eten we veel minder lang, namelijk nog maar 150 jaar. En dat wordt vandaag gevierd in Houten op het Frituurwereld Event. Anderhalve eeuw geleden werd op een kermis in Breda de eerste portie verkocht.
Een patatje oorlog bestaat in de meeste gevallen uit een portie friet met daarover een klodder mayonaise, pindasaus en (vers) gesnipperde uitjes. In het zuiden van het land krijg je er vaak extra curry bij.
In een ronde kamer tegen een Belg zeggen dat er een zak friet in de hoek staat. Waarom doet een Belg zijn gulp open als hij zijn friet eet? Dan blijven de vliegen van zijn friet af.
Frites is eigenlijk het minst belangrijke woord. Vandaar dat boven de rivieren is gekozen voor het belangrijkste woord: patat." Maar beneden de rivieren en in België betekende 'patat' al aardappelen. "Als je dus in Vlaanderen zei dat je patat wilde eten, kreeg je gekookte aardappelen.
Erpel Benaming in vrijwel geheel belgisch Vlaanderen voor een mannetjes-Eend en in het grootste deel van Oost-Vlaanderen óók voor een mannetjes-Gans.
Vastkokend is stevig De smaak van vastkokende en kruimige aardappelen is nagenoeg identiek. Het is niet zo dat de ene aardappelsoort een wereld van verschil betekent in vergelijking met de andere. Vastkokende aardappelen zijn vaster van structuur en vallen dus minder snel uit elkaar.
Frietjes worden traditioneel gebakken in dierlijk vet (ossenwit en/of paardenvet). Dat zorgt voor die typische smaak en geur, maar is helaas minder gezond doordat het meer verzadigd vet bevat. Daarom worden frietjes tegenwoordig ook in plantaardige olie gebakken, of in een mengsel van de twee.
Maar wat maakt Belgische friet nou zo lekker? De Belgische friet is gemaakt van een aardappel die speciaal voor het frituren is geteeld. De verse aardappels (bijvoorbeeld een Bindje) worden eigenhandig geschild en gesneden.
Pommes pont neuf zijn hele dikke frieten.
Voor wie een patatje oorlog niet gewelddadig genoeg is: patat met mayo, curry, saté en ui. Ook bekend onder de naam 'Patat revolutie'. Gaat in Den Haag door het leven als 'Patat ziekenhuis'.
Een Julientje, lekkere verse frietjes met satékruiden. Mayonaise, stoofvleessaus en gedroogde uitjes. Daarbovenop een viandel in kleine stukjes!
Superfriet. Een frietje super is een kleine portie friet geserveerd met mayonaise en een frikandel. Dikwijls wordt een superfriet ook wel een 'supertje' genoemd.
Frietkotcultuur in cijfers Navefri-Unafri. België telt 4643 frituren. Volgens recent onderzoek van VLAM (*) gaat liefst 95% van de Vlamingen minstens één keer per jaar naar de frituur. 85% van de Vlamingen eet minstens één keer maand frieten en meer dan 60% doet dat minstens wekelijks.
“De friet zoals we die vandaag kennen - in staafjes gesneden aardappel, die tweemaal zijn gebakken - zijn uitgevonden in Parijs”, zegt de Franse culinaire historicus Pierre Leclerq. “Rond 1885 zijn de frieten voor het eerst opgedoken in de straten van Parijs.
Britse en Amerikaanse soldaten zouden tijdens de Eerste Wereldoorlog frieten hebben leren kennen aan het Belgische front. Omdat ze overal om zich heen Frans hoorden praten, lanceerden ze de benaming French fries.
Wie de eerste friet maakte is niet goed te achterhalen. Zowel de Fransen als de Belgen claimen de uitvinding van friet. De belgische historicus Jo Gérard zegt dat hij in een oud manuscript heeft gelezen dat er al friet werd gemaakt in 1680.
Het verhaal van de friet gaat terug tot in 1680. De inwoners van Namen, Andenne en Dinant hadden er toen de gewoonte om te vissen in de Maas en de kleine visjes die ze er bij vingen in olie te bakken.