Naar schatting hebben 40 op de 100.000 mensen last van een conversiestoornis. De stoornis uit zich vaak voor het eerst wanneer je in de puberteit zit of jongvolwassen bent. Vrouwen hebben vaker last van een conversiestoornis dan mannen.
Er zijn geen medicijnen die een conversiestoornis kunnen genezen. Wel zijn er medicijnen die bijvoorbeeld somberheid en angst, die samen kunnen voorkomen met de conversiestoornis, kunnen verminderen.
De oorzaak ligt in acute stress door angst of woede die de persoon niet kan verwerken. De spanning of angst is op dat moment zo hoog dat de hersenen bepaalde lichamelijke functies uitschakelt zodat de persoon deze stress niet meer ervaart. Het beeld doet daardoor vaak denken aan een neurologische aandoening.
Sommige mensen met een conversiestoornis worden arbeidsongeschikt verklaard, terwijl van anderen juist verwacht wordt dat zij blijven werken. De druk om versneld of binnen een bepaalde tijd te re-integreren heeft regelmatig een averechts effect. Werk kan een belangrijke waarde zijn voor een patiënt.
Verlamming van één of meer armen of benen: u kunt plotseling een been of arm niet meer bewegen. Een raar gevoel in een arm of been, zoals een tinteling. Geen gevoel in een arm of been. Wegrakingen: andere mensen krijgen geen contact meer met u.
Gevolgen conversiestoornis
je durft (lichamelijke) activiteiten niet meer te ondernemen uit angst een aanval te krijgen; je bent bezorgd dat een aanval toch schadelijk is voor het brein waardoor je een aanval zoveel mogelijk probeert te voorkomen. Daardoor durf je niet meer alles te doen.
Een conversiestoornis is te behandelen. Soms gaan de klachten ook vanzelf over. Mogelijk duurt het enkele dagen voordat je van je klachten af bent, maar het kan ook enkele weken of maanden duren. De kans is wel aanwezig dat je een terugval krijgt.
Ook kun je bang zijn dat je klachten verergeren wanneer je (veel) beweegt. Je lichamelijke klachten kunnen zo ernstig zijn dat jij in een rolstoel belandt. Het lukt jou niet meer om zelf te lopen.
Conversiestoornissen komen voor bij mannen en vrouwen van alle leeftijden, al komen ze meestal voor bij vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 39 jaar. De oorzaak van een conversiestoornis is onbekend, maar men denkt dat een combinatie van omgevings-, erfelijke en psychische factoren verantwoordelijk zijn.
Probeer stressvolle situaties zoveel mogelijk te vermijden en probeer zo regelmatig mogelijk te leven. Zoek contact met lotgenoten om over jouw stoornis te praten. Ga met je klachten naar de huisarts. Hij of zij kan jou doorverwijzen naar een neuroloog en/of psycholoog.
Bij een conversiestoornis gaat er iets mis met de signalen van de hersenen naar delen van het lichaam. U kunt bijvoorbeeld uw armen of benen niet meer bewegen, u verliest uw bewustzijn of u krijgt problemen met praten, slikken, zien of horen.
Conversieklachten zijn allerlei neurologisch aandoende lichamelijke verschijnselen, waar echter géén neurologische of andere lichamelijke oorzaak voor kan worden gevonden.
Wat is FNS (Functioneel neurologische stoornis)
Deze klachten kunnen ook gepaard gaan met pijn. FNS is een functioneel probleem van het zenuwstelsel (functiestoornis). Hiermee wordt bedoeld dat het zenuwstelsel niet goed gebruikt wordt door het lichaam. Er is geen schade of er is niets kapot aan het zenuwstelsel.
ALS begint vaak met zwakke spieren in uw armen of benen. Het kan ook beginnen met problemen met slikken of praten. De eerste klachten zijn meestal niet zo duidelijk: U bent wat onhandig: u struikelt bijvoorbeeld vaker of u kunt knoopjes niet meer goed dichtmaken.
Hoe vaak komt het voor? Vijftien procent van alle mensen die jaarlijks een neuroloog bezoeken, heeft kenmerken van FNS. In Nederland gaat het om 85.000 patiënten, waarvan 3000 er ernstig aan toe zijn. Wanneer de klachten onbehandeld blijven, door een misdiagnose bijvoorbeeld, is er meestal verergering.
Onder neurologische uitvalsverschijnselen verstaat men uitval van motoriek (verlamming), van het gevoel ('verdoofd gevoel') en van gehoor, gezichtsvermogen of spraak. De aard van het functieverlies hangt nauw samen met schade aan een specifiek deel van de hersenen (zie figuur).
Bij een conversiestoornis zet je lichaam je psychische klachten om in lichamelijke klachten. Je kunt bijvoorbeeld plotseling niet meer praten, het lukt je niet meer om een arm te bewegen, je lichaam maakt onverwacht schokkende bewegingen of je spieren verslappen juist.
De oorzaak van loopstoornissen kan neurologisch zijn, bijvoorbeeld door een klapvoet bij een hernia. Maar ook een slechte bloedcirculatie of een aandoening aan het evenwichtsorgaan kan leiden tot een verstoord looppatroon.
Bij een functionele neurologische stoornis heeft iemand problemen met zien, horen, praten en/of bewegen. Er gaat iets mis met de signalen van de hersenen naar delen van het lichaam. De klachten hebben vaak grote invloed op iemands dagelijks leven. Deze stoornis heette eerder ook wel conversiestoornis.
FNS is een functioneel probleem van het zenuwstelsel. Functionele symptomen kunnen ontstaan na een ongeval, een hevige emotie, een ziekte, ernstige griep bijvoorbeeld, na narcose of een operatie zonder diepe narcose, in aansluiting op paniekaanvallen, maar soms is er geen duidelijke uitlokkende gebeurtenis aantoonbaar.
'We weten dat stress en spanning een rol spelen bij het ontstaan van de klachten. Het kan zijn dat mensen op de één of andere manier te veel van zichzelf vragen in bepaalde situaties. Ook komt het voor dat mensen een medische ingreep hebben gehad, waarna ze een functioneel neurologische stoornis ontwikkelen.
Er is een groot aantal oorzakelijke, uitlokkende en predisponerende factoren die per patiënt kunnen verschillen. De incidentie van PNEA wordt geschat op tenminste 1,4 per 100.000 personen per jaar.
PNEA zijn echte aanvallen en geen aanstellerij zoals weleens gedacht wordt. PNEA kunnen er heel verschillend uitzien. Soms staart iemand alleen even afwezig voor zich uit of reageert verward. Anderen vallen op de grond en gaan schokken, net als bij een tonisch-clonische aanval.
PNEA zijn aanvallen die lijken op epilepsie maar worden veroorzaakt door psychische spanningen. Of een aanval epileptisch is of niet, kan een neuroloog zien aan de verschijnselen tijdens de aanval. De neuroloog werkt hiervoor met een video-monitor in combinatie met een EEG.