Als in het voorjaar hazen door het veld rennen, is het voorste dier meestal een loopse moerhaas (vrouwtje) met enkele rammen (mannetjes) die achter haar aanzitten. In de paartijd of rammeltijd vechten hazen hevig waarbij ze als boksers tegenover elkaar staan en flinke klappen uitdelen.
De haas heeft een kop-romplengte van 48 tot 73 centimeter, een schouderhoogte van 30 centimeter en een lichaamsgewicht van 2500 tot 7000 gram. Het mannetje ("rammelaar" of "ram") is ongeveer vijf procent zwaarder dan het vrouwtje ("moer" of "moerhaas").
Een haas kan per jaar 3 tot 4 keer jongen werpen, waarbij er per worp tussen de 1 en 5 jonge haasjes worden geboren. Na ongeveer vier weken zijn de haasjes zelfstandig. Het haas is één van de soorten die in de wet speciale bescherming krijgt van jagers.
Wilde dieren zoals hazen hebben namelijk een hekel aan ultrasone geluiden. Het plaatsen van een zogenoemde garden protector kan hierbij uitkomst bieden. Dit apparaat zendt een hoge en veranderende toon uit waardoor het zenuwstelsel in de war raakt en de dieren het gebied zullen verlaten.
Overdag rusten hazen uit in hun leger. Als een haas in een leger ligt, zijn meestal enkel zijn kop en rug zichtbaar. Hier houdt hij een slaap, die zo licht is dat de haas door ieder geluid of trilling van de bodem wordt gewekt.
Haas. Waarom ligt een haas zo snel in bed ? Hij hoeft maar twee tanden te poetsen !
De haas is niet territoriaal en duldt soortgenoten naast zich. Maar in de paartijd (rammeltijd) die al in januari begint en duurt tot juli of september zijn de mannetjes zeer agressief naar elkaar. Ze vechten als boksers en krabben en bijten.
Roofvogels, vossen en katten zijn (natuurlijke) vijand nummer één van hazen.
Hazen eten grassen (winter), kruiden (zomer) en akkerbouwproducten zoals graan, maïs, klaver en aardappelen. Door hun knaaggedrag worden ze wel tot de 'kleine grazers' gerekend en hebben ze een grote invloed op de vegetatie.
Daarnaast durven ze zich tegoed doen aan landbouwproducten die voor het rapen liggen op onze akkers, zoals granen, maïs en aardappelen. Ze hebben platte kiezen die hen helpen met het vermalen van plantaardige vezels. Net zoals het konijn en de bever, produceert de haas twee types ontlasting.
Overdag houdt de haas zich schuil in een zelfgegraven ondiep kuiltje in de grond, het 'hazenleger'. In de winter maken ze gebruik van het bos als schuilplaats.
Wanneer hazen achterna gezeten worden, kunnen ze wel 75 kilometer per uur halen, waarbij ze vaak ook nog haakse bochten maken. Ze springen met gemak 5 tot 7 meter en kunnen ook nog eens verdienstelijk zwemmen.
De Haas is vrolijk en slim. Door verschillende sprongen af te wisselen houdt hij zijn achtervolgers voor de gek. De Haas gaat nooit recht naar zijn leger, hij gebruikt omwegen en listen om zijn doel te bereiken. Hij is voorzichtig, oplettend en honkvast.
Ze slapen slechts een paar minuten achter elkaar en dan ook nog heel licht (hazenslaapje!). Met de grote oren (lepels), die ze 190° naar buiten kunnen draaien, kunnen ze heel goed horen, en doordat de ogen aan de zijkant van de kop staan hebben ze een blikveld van 360°.
Het vlees van haas is heerlijk mals en je kunt er alle kanten mee op; van hazenrugfilet tot lekkere stoofpot recepten voor haas op grootmoeders wijze.
Bekende welpen zijn de jongen van wolven, tijgers en leeuwen, maar ook het jong van bijvoorbeeld een beer en een otter wordt welp genoemd.
Hazen en konijnen behoren tot verschillende soorten binnen deze familie. Hun manier van leven onderscheidt zich op veel manieren en ook de voortplanting tussen beide soorten is niet mogelijk. Hazen kunnen dus niet paren met konijnen.
Zicht. Hazen kunnen met hun ogen 360 graden zien. Omdat zijn ogen aan de zijkant van zijn kop zitten, kan het dier zich een compleet beeld van de omgeving vormen, zonder daar zelf voor te hoeven draaien.
Van nature komen hazen voor in Afrika, Eurazië en Noord-Amerika. Het zijn snelle en langdurige renners, sommige hazen halen een snelheid van 80 km per uur. Ze kiezen liever het hazenpad dan de confrontatie.
Hazen en konijnen behoren dan wel beiden tot de Haasachtigen, ze stammen echter af van verschillende dierenfamilies. Hazen behoren tot de Europese haas (Lepus europaeus) en sneeuwhaas (Lepus Timidus), het huiskonijn is een afstammeling van de tamme Oryctolagus cuniculus. Hazen zijn stukken sneller dan konijnen.
Weetjes over de haas
Jonge hazen kun je herkennen de witte vlek op hun kop. Hazen kunnen snelheden bereiken van ongeveer 60 tot 70 km per uur en dit ook lang volhouden. Als er gevaar dreigt kan een haas tijdens zijn vlucht ineens 90 graden van richting veranderen. Dit noemt men 'haken slaan'.
Per jaar zijn er ongeveer 3-4 worpen met per worp 1-5 jongen. Gemiddeld worden er 11 jongen per jaar geboren. De gemiddelde leeftijd van hazen is ongeveer 3 jaar, maar er zijn hazen van 10 jaar en ouder bekend.
Het spreekwoord betekent dat je niet weet hoe iets uit kan pakken en hoe iets onwaarschijnlijks toch zomaar kan gebeuren. Het wordt vaak gebruikt om jezelf of anderen aan te moedigen om dingen gewoon te proberen, ook al ben je niet zeker of het een succes wordt (Van Dale).
Advies is dan ook om de jonge haasjes te laten zitten waar je ze vindt en neem voor advies contact op met een opvang of dierenambulance. Zij kunnen indien nodig het diertje ophalen en verder helpen.