Heel kort: Personages zijn alle personen die je als lezer tegenkomt in het boek, waarbij de protagonist, de
Afhankelijk van zijn positie ten opzichte van de hoofdpersoon en zijn verhaal heeft de verteller een andere naam. Zo heb je de ik-verteller. Hij zit in het hoofd van de hoofdpersoon, of in het hoofd van een ander personage. Als dat personage vooral als getuige in je verhaal optreedt, noem je dat de getuige-verteller.
Een bijfiguur is iemand met een kleine rol in een verhaal, roman of film. Bijfiguren zijn ondergeschikt aan de hoofdpersonen en zijn vooral nuttig voor de aanvulling van het verhaal, maar zeker niet altijd onbelangrijk.
Een door een auteur geschapen figuur die een rol speelt in een literair werk en daarin door de dialoog, de actie of de beschrijving wordt gekarakteriseerd of getypeerd. Soms zijn personages dieren of zaken die dan vaak menselijke eigenschappen krijgen toebedeeld.
Elk boek kent één hoofdpersoon, of meerdere hoofdpersonen. Ga bij jezelf na welke personen in het verhaal een belangrijke rol spelen. Schrijf per hoofdpersoon een korte beschrijving van het karakter en eventueel ook van het uiterlijk van deze persoon.
Een auteur (van het Franse auteur) is de oorspronkelijke geestelijke eigenaar van een creatief werk. Meestal wordt er in het dagelijks spraakgebruik de schepper van een boek, bundel of artikel op het gebied van letterkunde mee bedoeld. De term wordt vaak synoniem gebruikt met schrijver of journalist.
Protagonist (van het Grieks protagonistes (πρωταγωνιστής); de hoofdrolspeler) is het personage waar het verhaal van een film, toneelstuk of boek om draait. In een klassieke vertelling gaat het meestal om een personage of een koppel, maar in andere media kunnen dit meerdere personages zijn.
Een hoofdpersoon of bij-persoon is een personage in een boek of film. Een personage is vaak een verzonnen persoon die wat meemaakt in een boek of film. Een personage heeft innerlijke en uiterlijke kenmerken.
iemand met een kleine rol in een schilderij, verhaal, roman of film. Bijfiguren zijn ondergeschikt aan de hoofdpersonen en zijn vooral nuttig voor de aanvulling van het verhaal, maar zeker niet altijd onbelangrijk.
Hoe is een boek opgebouwd? Dat is natuurlijk afhankelijk van jouw eigen wensen, maar er is wel een standaard opbouw welke het meeste gebruikt wordt. Deze standaard opbouw is; Franse titelpagina, blanco pagina, titelpagina, colofon, inhoudsopgave/inleiding en dan verder met de inhoud van het boek.
Meer soorten vertelperspectieven
Zo kennen we het auctoriaal perspectief, ook wel de alwetende verteller genoemd, het personaal perspectief en het meervoudige perspectief.
Het personale perspectief is de meest gebruikte vertelvorm. Hierbij wordt de hoofdpersoon aangeduid met hij of zij en volgen we deze zonder zelf actief deel te nemen aan het verhaal. Deze vertelvorm lijkt het meest op een film: je ziet het personage, maar ziet de wereld niet vanuit zijn ogen.
De hoofdpersoon of protagonist is het belangrijkste personage in een verhaal. De plot en motieven van het verhaal concentreren zich rond de protagonist of hoofdpersoon. Afhankelijk van de aard van de hoofdrol is de hoofdpersoon de held of antiheld.
Hoofd- en bijfiguren zijn personages in een roman of verhaal. Personages spelen een bepaalde rol. De belangrijkste rollen zijn: hoofdfiguur, bijfiguur (helper) en tegenstander.
Die ander kan ook de verteller zijn. Elk personage heeft een bepaalde functie in het verhaal. Een hoofdpersoon is het belangrijkste personage in een verhaal, dat iets nastreeft en daarbij geholpen of tegengewerkt wordt door de bijfiguren, door omstandigheden of door karaktereigenschappen.
De antagonist is het personage wiens doel lijnrecht tegenover dat van de protagonist staat. Hij is diens tegenstander. En in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is de antagonist niet per se een slechterik. Overigens kan ook je protagonist de schurk in je verhaal zijn - áls er een schurk is.
Een antagonist is een tegenstander of tegenspeler. De aanduiding komt al sinds de Klassieke Oudheid vooral voor in de toneelwereld. In het klassieke toneel werd de hoofdpersoon of eerste speler de protagonist genoemd; traditioneel is dat de held. De antagonist is zijn tegenspeler en soms zijn directe rivaal.
De tritagonist werd door Sophocles in de 5de eeuw als derde personage in het drama geïntroduceerd als veroorzaker van het conflict. Later werd de tritagonist een personage in een literair werk dat tussen de protagonist of hoofdpersoon en diens tegenspeler of antagonist in staat.
Een uitgever is iemand die informatieproducten op de markt brengt. Dit kunnen bijvoorbeeld boeken, kranten of tijdschriften zijn. Een uitgever kan zich ook bezighouden met het publiceren van audio-informatie, zoals cd's, video's en audioboeken.
Een auteur schrijft het boek en de uitgeverij doet de rest. Een uitgeverij laat het boek redigeren. Een uitgeverij investeert in de opmaak van het binnenwerk en het omslag.
Een ghostwriter, schaduwauteur of spookschrijver is een auteur die op verzoek iets schrijft voor een ander. Een ghostwriter kan volledig zelfstandig schrijven zonder als auteur vermeld te worden. De publicatie verschijnt dan alsof het van de opdrachtgevende auteur (ook wel 'hoofdauteur' genoemd) is.