Hou je voet aan het koppelingspedaal stil in deze positie op het aangrijpingspunt terwijl je ook licht gas blijft geven. Je auto zal dan langzaam beginnen vertrekken. (ongeveer 8 km/u, iets sneller dan stapvoets) haal je je koppelingspedaal helemaal omhoog terwijl je het gasgeven nog wat meer vermeerdert.
Stap 1: Voordat je de hellingproef uitvoert, zet je je rechterknipperlicht aan, kijk je over je linkerschouder – de linkerbuitenspiegel – de binnenspiegel, de rechterbuitenspiegel en over je rechterschouder. Wanneer er geen verkeer aankomt, breng je de auto tot stilstand door je rem in te trappen.
- trek de handrem op. - geef lichtjes gas, tot ongeveer 1500 toeren. - laat heel zachtjes de koppeling opkomen. - op een bepaalt punt ga je je toerental zien zakken, maar tegelijkertijd en dat is het belangrijkste, voelen dat je auto wil vertrekken (maar niet kan door die handrem).
Hou je voet aan het koppelingspedaal stil in deze positie op het aangrijpingspunt terwijl je ook licht gas blijft geven. Je auto zal dan langzaam beginnen vertrekken. (ongeveer 8 km/u, iets sneller dan stapvoets) haal je je koppelingspedaal helemaal omhoog terwijl je het gasgeven nog wat meer vermeerdert.
Regel 1: Laat het gaspedaal los en trap het koppelingspedaal vlot en geheel in. Schakel naar de 2e versnelling door de versnellingspook naar links te duwen en rustig naar achteren te trekken.
Zet je auto altijd in de versnelling als je hem parkeert. In de 1e versnelling wanneer je met de neus van je auto omhoog staat en in z'n achteruit wanneer je met de neus van je auto naar beneden staat. Vergeet daarnaast niet de handrem goed aan te trekken.
Rijd bergaf in dezelfde versnelling als omhoog. Zo remt de auto af op de motor en dat voorkomt schade aan de remmen. Ga je in een te hoge versnelling de berg af, dan moet je continu bij remmen.
Bij de bijzondere verrichtingen (Omkeren door middel van steken) moet je het overige verkeer voor laten gaan. Kijk eerst voordat je besluit om te gaan keren of het wel mag en/of kan.
Via de handrem in de auto worden de handremkabels aan gespannen en worden de handrem gaffels in de trommels aangetrokken. Via het handremmechanisme wordt deze kracht verdeeld naar beide remvoeringen. In het handremmechanisme zit een automatische stelinrichting welke er voor zorgt dat de voeringen net vrij lopen.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Instappen auto
Terwijl je naar de auto loopt, bekijk je alvast de omgeving en bepaal je hoe je het beste weg kunt rijden. Loop om de auto heen, tegen het verkeer in, naar het portier. Zo kun je goed reageren als er iets aan komt. Open het portier zo ver als nodig, stap in en sluit het portier.
Als je wilt afremmen op de motor dan laat je het gas los in de versnelling. Door het hoge toerental remt de motor de auto vanzelf af. Meestal is afremmen op de motor alleen niet voldoende en moet je bovendien het rempedaal gebruiken.
Met uw inschatting van minimaal 150 pk en minimaal 200 Newtonmeter zit u aan de goede kant van de streep. Méér vermogen en koppel is uiteraard prettig en comfortabel. Er zijn ook driecilinders die een dergelijk vermogen en koppel leveren. Het is gunstig als het maximum koppel bij een laag toerental wordt bereikt.
Begin je aan een passage die een lange tijd daalt? Dan is het beter om op voorhand te remmen en te schakelen naar een lagere versnelling. Dit is een veilige manier om je snelheid onder controle te houden. Anders loop je het risico dat de snelheid al te hoog is geworden.
Het overslaan van versnellingen levert risico's op, zowel bij het accelereren als bij het vertragen.
Tips voor veilig rijden in een parkeergarage
Rij rustig aan en laat u niet opjagen door anderen in de garage. Op die manier heeft u meer tijd om goed te sturen in de bochten en te anticiperen op andere automobilisten. Denk aan auto's die plotseling in een parkeerplek sturen of opeens wegrijden.
Parkeer je ergens voor een langere tijd, dan doe je er goed aan om die handrem niet op te trekken. Je zet de auto dan beter in eerste versnelling. Bij streng winterweer kunnen namelijk de handremkabels bevriezen. Dat geeft problemen wanneer je weer wil vertrekken.
Je kan van 4de naar 2de versnelling terugschakelen , als je eerst genoeg afgeremd bent.
Aangezien de motor al bijna in de toerenbegrenzer zit voor het overschakelen, schiet het blok direct naar toerentallen die de motor niet zonder schade kan verwerken. Onder autoliefhebbers heet zo'n motorschade veroorzakende schakelfout een 'money shift'.
Schakelen zonder koppeling naar een hogere versnelling is heel eenvoudig. Hou hem in z'n eerste versnelling (of welke versnelling je dan ook zit) en laat het gas los. Trek heel lichtjes aan de pook in de richting die hij op moet, maar trek niet hard genoeg om hem uit z'n versnelling te halen.