Selecteer de getypte tekst. In de groep 'Alinea' staan, in de onderste rij met pictogrammen, vier icoontjes naast elkaar: . Deze staan voor 'links uitlijnen', 'centreren', 'rechts uitlijnen' en 'uitvullen'.
Bij tekstterugloop lopen de gegevens terug in de cel zodat ze binnen de kolombreedte passen. Zodra je de kolombreedte wijzigt, wordt de terugloop automatisch aangepast.
Deze tabellen zijn gemakkelijk vindbaar in de donkerblauwe taakbalk bovenaan het Word-scherm. Wanneer u hier kiest voor 'Invoegen', en vervolgens 'Tabel' aanvinkt, zijn de tabellen gemakkelijk op te delen. De kolom met de cijfers, kunt u nu rechts uitlijnen. Zo verschijnen de komma's van de cijfers netjes onder elkaar.
Klik op het lint op het tabblad Opmaak. Klik op de kleine knop linksonder in de groep Grootte. Klik in het venster Tekstvak opmaken op het tabblad Tekstvak. In de sectie Marge in tekstvak kunt u de marges aanpassen tot de gewenste grootte.
Voer een van de volgende stappen uit: Selecteer het tekstvak en ga naar Opmaak van vorm of Hulpmiddelen voor tekenen Opmaak > Draaien. Kies een van de opdrachten in de lijst. Draai het tekstvak handmatig door de draaigreep van het tekstvak te selecteren en in de juiste richting te slepen.
Houd Shift ingedrukt, klik op de objecten die u wilt uitlijnen en klik vervolgens op het tabblad Vormopmaak. Klik op Rangschikken > uitlijnen > uitlijnen op pagina. Klik op > uitlijnenen klik vervolgens op de beste uitlijning.
De eerste regel op het basislijnraster uitlijnen
Selecteer de alinea's die u wilt uitlijnen. Kies Alleen eerste regel op raster uitlijnen in het menu van het deelvenster Alinea of in het menu van het regelpaneel. Klik in het deelvenster Alinea of het regelpaneel op Uitlijnen op basislijnraster .
inspringen = Het aangeven van een nieuwe alinea door de eerste regel van deze alinea zoveel naar rechts te laten beginnen (inspringen) als de grootte van het corps. inspringen = inspringen werkw.
- inspring bij een dialoog. Is een uitspraak van één persoon langer dan één regel, dan spring je alleen op die eerste regel in; - volgt een uitspraak uit een voorafgaande zin, dan plaats je geen inspring; - inspring bij een kleine 'rust' in het verhaal (voor scènewisselingen kun je beter een witregel gebruiken);
Alinea's worden gescheiden door een witregel. Als je een tekst indeelt in alinea's, leest een tekst veel prettiger. Vaak verdeel je een tekst in drie alinea's. De gebruikelijke indeling is dan: inleiding, kern, slot.
De inhoudsopgave maken
Klik op de locatie waar u de inhoudsopgave wilt invoegen. Gewoonlijk is dit aan het begin van een document. Klik op Verwijzingen > Inhoudsopgave en kies een Automatische inhoudsopgave in de lijst met stijlen.
geeft aan waar een afbeelding of object zich bevindt ten opzichte van de tekst in het document. Ankers worden niet weergegeven voor inline-afbeeldingen; inlineobjecten zijn gekoppeld aan de plaats in de tekst waar ze zijn ingevoegd en worden behandeld als elk tekstteken, 'in lijn met tekst'.
Zodra je het plaatje in je document hebt geplaatst, klik je met je rechtermuisknop op het beeld. Nu krijg je een menuutje te zien en daarin kies je in het onderste deel voor Tekstterugloop, waarna er weer een menuutje verschijnt. In dit laatste menu kies je Achter tekst en je kunt je je boodschap op het plaatje typen.
U kunt het uiterlijk van uw tekst of WordArt wijzigen door de opvulling of de contour te wijzigen of door een effect toe te voegen, zoals schaduw, weerspiegeling of gloed. Selecteer de tekst of WordArt. Klik op Start > Teksteffecten.
Als u de tekst op een pagina echt wilt laten opvallen, kunt u WordArt gebruiken om contouren, arcering en andere effecten toe te voegen aan de woorden.