Als je 4,224 moet afronden op 2 decimalen, rond je het af naar 4,22. Als je 4,2251 moet afronden op 2 decimalen, rond je het af naar 4,23. Als je 4,2249 moet afronden op 2 decimalen, rond je het af naar 4,22.
Als je afrondt op twee decimalen dan kijk je naar het derde decimaal. Wil je afronden op drie decimalen, dan kijk je naar het vierde decimaal. Je kijk dus altijd naar het eerstvolgende decimaal. Is dit decimaal een 4 of lager, dan rond je af naar beneden.
Bij het afronden kijk je naar het tweede getal achter de komma en kijk je of deze 5 of hoger is of lager. Bij 5 of hoger rond je het tweede getal achter de komma naar boven af, bij 4 of lager rond je het getal naar beneden af. Zo wordt 5,24 afgerond op één decimaal 5,2 en 5,25 afgerond op één decimaal 5,3.
Wanneer het eerste getal achter de komma een vier of lager is, wordt het cijfer naar beneden afgerond. Wanneer het eerste getal achter de komma een vijf of hoger is, wordt het cijfer naar boven afgerond. Het eindcijfer is (afgerond naar een geheel getal) 5.
Als je een getal moet afronden, let dan alleen op het eerstvolgende cijfer dat je weglaat. Als dat cijfer lager is dan 5, rond je omlaag af.Is dat cijfer 5 of hoger, rond je omhoog af.
Het werkt precies hetzelfde als ROUND, behalve dat het altijd een getal naar beneden rondt. Als u bijvoorbeeld 3,14159 naar beneden wilt afronden op drie decimalen: =AFRONDEN NAAR BENEDEN(3,14159;3) wat gelijk is aan 3,141.
De cijfers achter de komma noem je decimalen. 7,21 is een getal met 2 cijfers achter de komma, dit is dus een getal met 2 decimalen.
! Een 5.45 wordt afgerond op een 5 ! Wanneer geslaagd op basis van 6 vakken?
Het gemiddelde van al je cijfers op het centraal examen is een 5,5 of hoger (voldoende). Je voldoet aan de kernvakkenregel. Dit houdt in dat je maximaal één 5 als eindcijfer mag staan voor de kernvakken Nederlands, Engels of Wiskunde. Het gemiddelde van al je eindcijfers is een 6 of hoger (voldoende).
De afronding mag enkel worden uitgevoerd op het totaal kasbedrag (niet op artikel-niveau). Als het totaalbedrag eindigt op 1, 2, 6 of 7 cent, moet men dit bedrag afronden op 5 cent lager.Als het bedrag eindigt op 3, 4, 8 of 9 cent, moet men 5 cent hoger afronden. Dit moet worden weergegeven aan de kassa.
Alle getallen willen we afronden tot gehele getallen, dus geen enkel cijfer achter de komma: het getal 6,7 wordt 7; −6,7 wordt −7; 7,5 wordt 8; −7,5 wordt −8; 6,49 wordt 6; −6,49 wordt −6, enz.
1 decimaal is op 1 getal achter de komma, bij twee logischerwijs maar twee getallen.
Nee.Ondernemingen zijn wettelijk verplicht om de bedragen die u cash betaalt, af te ronden. U hebt niet het recht om te weigeren dat ze het cash totaalbedrag op uw kassabon of factuur afronden. Hetzelfde geldt als een onderneming heeft gekozen voor de uitbreiding van de afronding naar niet-cashbetaalmiddelen.
Als je probeert af te ronden naar het dichtstbijzijnde 100 tal, kijk je naar de plaats van de tientallen, de plaats rechts van het getal waar je naar afrond.Als de plaats van het tiental 5 of hoger is, dan rond je af naar boven. Het is een 5 (of hoger) dus ronden we af naar boven, naar 400.
Na afronden op een honderdtal eindigt het getal op twee nullen. Na afronden op een duizendtal eindigt het getal op drie nullen.
Een 5 (of lager) geldt als onvoldoende, een 6 (of hoger) geldt als voldoende.
Eindcijfers alle examenvakkenJe bent geslaagd als:
je één 5 hebt en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn;je een 4 hebt en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn.
Nee, je mag maximaal 2 vijven OF 1 vijf en 1 vier OF 1 vier hebben op je eindlijst.
Een 5,5 is een voldoende.
Bij de vaststelling van het eindcijfer SE wordt 'afgerond' volgens de door het ministerie van OCW voorgeschreven methode: bijvoorbeeld 5,45 wordt als eindcijfer se 5,5.
Je bent geslaagd wanneer je eindcijfer voor Wiskunde een 4,5 is en voor Engels en Nederlands een 5,5. Een 4,5 wordt namelijk afgerond naar een 5 en een 5,5 wordt afgerond naar een 6. Je bent niet geslaagd wanneer je een 4,4 hebt voor Nederlands, een 8,2 voor Engels en een 9,0 voor Wiskunde.
Stap 1: Je legt je geodriehoek op de hoek die je wilt meten. Stap 2: De 0 van de geodriehoek leg je op het hoekpunt en de lange kant van de geodriehoek leg je langs een been van de hoek. Stap 3: Lees het aantal graden langs de rand van de geodriehoek af op het punt waar het andere been loopt.
Getallen in het decimale stelsel worden genoteerd met behulp van de tien cijfers: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9.
Gehele getallen
Dit zijn alle getallen, onder en boven en gelijk aan 0, zonder decimalen achter de komma, zoals -2, -1, 0, 1 ,2, ... De getallen -806 en 541 zijn bijvoorbeeld ook gehele getallen, maar 40,6 en -3,25 niet.