Het drogen duurt 1 tot 2,5 jaar. Es, linde, wilg en berk (1,5 jaar drogen) en fruitbomen, eik en beuk (2,5 jaar drogen) leveren favoriet brandhout. Let er op dat de houtblokken niet te dik zijn, want dunner hout droogt sneller en brandt beter.
Hoelang het hout precies moet drogen hangt af van het vochtgehalte bij het begin, het soort hout, het weer en de stukgrootte. Gekliefd hout in standaardmaat droogt tot ongeveer 28% in één jaar en tot onder de 20% bij twee jaar drogen.
Om er zeker van te zijn of haardhout droog genoeg is, kunt u het beste gebruikmaken van een vochtmeter. Steek de pennetjes van de vochtmeter in de kern – oftewel de binnenkant – van het hout. Een andere check is om twee gekloofde blokken haardhout te pakken en deze tegen elkaar te slaan.
Als het vochtpercentage onder de 20% ligt, is het hout droog genoeg en geschikt om mee te stoken. Het ideale brandhout heeft een vochtpercentage van ongeveer 15%. Droger dan dat wil je jouw haardhout niet hebben: het hout brandt dan namelijk te snel. Droog hout herken je aan loszittende schors en scheuren.
Door het hout in kleine blokken te klieven, gaat je hout veel sneller drogen. Het is aan te raden om alle houtblokken met een dikte van 8 diameter nog eens door midden te hakken. Je hout laten drogen op een open plek in de tuin is steeds een goed idee omdat de wind er vanuit elke hoek door kan waaien.
Tropisch hardhout. Deze houtsoort kan net als bij kastanjehout rookdeeltjes in het rookkanaal veroorzaken, wat uiteindelijk kan leiden tot een schoorsteenbrand.
Hout droogt niet van de zon maar van de wind! Zonlicht dat direct op de kopse kant van het hout valt kan zelfs de droging sterk vertragen doordat de kanaaltjes aan de buitenkant sterk drogen, zich sterk vernauwen en zelfs afsluiten. Wanneer dat gebeurd is, kan het hout alleen nog aan de schaduwzijde drogen.
Stook alleen droog, onbehandeld hout.
U herkent droog hout aan scheuren en loszittende schors. Het stoken van nat hout zorgt voor onvolledige verbranding. Bovendien geeft nat hout veel minder warmte en leidt het stoken van nat hout eerder tot roetaanslag en schoorsteenbranden.
Dit stroperige goedje ontbrandt bij temperaturen rond de 500 graden. De kans op een schoorsteenbrand wordt hierdoor een stuk groter. Gooi overigens ook nooit rot hout op het vuur.Rot hout draagt namelijk ook bij aan de hoeveelheid creosoot aan de binnenkant van jouw schoorsteen.
Populieren- en esdoornhout verspreiden een nare geur
Hoewel zowel populieren- als esdoornhout beide goed brandbaar zijn, zijn deze niet geschikt om een haard mee te stoken. Populierenhout verspreidt bij de verbranding een nare stank. Esdoornhout geeft bij verbranding een scherpe, prikkelende geur.
Brandhout bewaren
Lucht en zonlicht zijn nu juist twee dingen waardoor hout sneller droogt. Door het hout binnen te plaatsen, kan het drogen tot twee keer zo lang duren als wanneer je het buiten laat drogen.
Het brandhout mag een vochtigheidspercentage hebben tot maximaal 20 procent. Vers gekapt hout heeft een vochtigheidsgehalte van ongeveer 50 procent. Na een jaar drogen daalt dit tot ongeveer 28 procent en na 2 tot 3 jaar drogen heeft het hout het geschikte vochtigheidspercentage van 20 procent of minder.
Uitstekend brandhout, maar het moet – in tegenstelling tot andere houtsoorten – twee jaar op een onafgedekte plaats worden bewaard, zodat de regen de tannine kan verwijderen; vervolgens moet het nog een of twee jaar op een beschutte plaats worden bewaard voordat het in de kachel mag.
Zo mag hout met een vochtigheidsgraad van meer dan 25 procent niet worden gestookt of verbrand. Aan te bevelen is een percentage restvocht van ongeveer 15 procent. Zorg er beslist ook voor dat je het brandhout lang genoeg opslaat als je het niet zelf zaagt, maar koopt.
Vergeet de mythe dat enkel eik en beuk geschikt zijn voor brandhout. Alle hout is brandbaar, ook dat van coniferen. Enkel, coniferen bevatten harsen die moeilijker drogen, die ook door en door droog moeten zijn om niet aan te laden in de schouw, en die dus meer geduld vergen vooraleer ze brandhout zijn.
Lichte houtsoorten zijn berk, linde, wilg, gewone den, douglas, els, spar en populier. Haagbeuk levert uitstekend brandhout, maar is zeer gevoelig voor schimmels.
Zo zijn er verschillende houtsoorten die u kunt gebruiken. Denk daarbij aan soorten als Eiken, Beuken, Dennen, Berken en Essen. Ook zijn er diverse houtsoorten ongeschikt. Hardhoutsoorten als Meranti en Bankirai zijn bijvoorbeeld schadelijk voor de kachel of haard.
Haardblokken zijn ongeschikt.Ze zijn gemaakt van geperst papier of houtpulp.Papier en karton zijn vaak bedrukt, waardoor er bij verbranden schadelijke stoffen vrijkomen. Deze stoffen kunnen de haardkachel of de schoorsteen aantasten.
Tip 2: vochtpercentage hout stoken
Als u met te nat hout stookt, branden de blokken niet goed en heeft de haard een onvolledige verbranding. Droog hout kunt u herkennen aan barsten, scheuren en het loslaten van de schors, maar meet het altijd voordat u begint aan het houtkachel stoken.
Goed geïsoleerde woningen hebben vaak voldoende aan 7,5 kuub per jaar. Bij slecht geïsoleerde woningen kan er wel 15 m3 per jaar doorheen aan. Wilt u precies weten hoeveel kachelhout u daadwerkelijk gebruikt? Houd dan een jaar lang bij hoeveel hout u stookt.
Als ik ervan uitga dat een boom 20 meter hoog is en bestaat uit een rechte stam met een doorsnee van 40 centimeter, dan is het totale volume van de stam zo'n 2,5 kuub. Ruim duizend kilo hout.
Qua kosten is hout stoken nog steeds een stuk goedkoper, ondanks dat ook de prijzen van haardhout flink stijgen. Het daadwerkelijke verschil hang natuurlijk af van de mate van isolatie van je woning, de locatie van je haard of houtkachel en het soort haard of houtkachel wat je gebruikt.
Vrij van schimmel en ongedierte
Ongedierte, zoals houtworm, kunnen voor grote schade zorgen aan uw huis. Tevens heeft haardhout dat te lang vochtig bewaard is geweest, de kans dat het uiteindelijk gaat schimmelen. Met ovengedroogd haardhout hoeft u niet bang te zijn voor ongedierte of schimmel.
Ovengedroogd haardhout is hout wat door middel van droogovens is gedroogd. Hiermee wordt het vochtpercentage verlaagd tot minder dan 20%. Dit is vergelijkbaar is met twee tot drie jaar drogen in de wind.
Stapel hout liever niet tegen een muur of op de grond. Houd wat afstand tussen verschillende stapels door middel van paletten of iet gelijkaardigs. Span geen plastic zeil over de hele stapel, de zijkanten moeten vrij blijven. Pas als de vochtigheidsgraad van het hout gezakt is onder de 20 % is het klaar om te stoken.