Volwassenen raken vaker verlamd dan kinderen. De tijd tussen het besmet raken en ziek worden is 3 tot 35 dagen.Meestal is dit 7 tot 14 dagen. Het virus zit in de ontlasting van iemand die besmet is.
De infectie kan leiden tot verlammingen. Voordat de vaccinatie in 1957 werd ingevoerd, kwam polio vaak voor en overleden er ook regelmatig mensen aan polio. De laatste polio-epidemie vond plaats in 1992/1993 onder niet-gevaccineerde mensen.
Meestal (90-95%) verloopt een infectie met het poliovirus zonder verschijnselen. In de andere gevallen begint het vaak met griepachtige verschijnselen. Deze verdwijnen meestal spontaan. Soms kunnen de klachten erger worden; hoofdpijn, spierpijn en braken.
In een klein aantal gevallen tast het virus bepaalde cellen in het ruggenmerg aan waardoor verlammingsverschijnselen optreden. Polio wordt ook wel kinderverlamming genoemd al worden tegenwoordig ook volwassenen getroffen.
Enkele dagen na de besmetting kunnen verlammingsverschijnselen optreden. Die doen zich slechts bij minder dan 1% van de geïnfecteerde personen voor. Het poliovirus tast willekeurige spieren aan. Zo kunnen bijvoorbeeld een arm of een been verlamd geraken.
Alsof de polio terugkomt: postpolio
Vijftien, twintig, soms zelfs veertig jaar na de oorspronkelijke acute ziekte kunnen mensen last krijgen van nieuwe verschijnselen zoals vermindering van spierkracht en uithoudingsvermogen, sterke vermoeidheid en spier- en gewrichtspijn.
Verspreiding poliovirus in Afrika, Jemen en Israël, 2022
In 2022 blijven uitbraken van verschillende typen van de poliovariant die via orale vaccinatie ontstaat in Afrika voor problemen zorgen. De landen waar de meeste besmettingen worden gemeld zijn Nigeria en de Democratische Republiek Congo.
Wereld. In de westerse wereld komt polio niet meer voor. Sinds het begin van de campagne van de Wereldgezondheidsorganisatie in 1988 om polio volledig uit te roeien is wereldwijd de incidentie met meer dan 99% gedaald: van 350.000 gevallen in 1988 naar enkele honderden gevallen in recente jaren.
Het postpoliomyelitis syndroom, kortweg postpolio syndroom (PPS), betreft nieuwe of toegenomen neuromusculaire symptomen bij mensen die vele jaren eerder poliomyelitis anterior acuta met motorische uitvalsverschijnselen hebben doorgemaakt.
Er zijn vaccinaties, zoals het poliovaccin, waarbij u een leven lang beschermd bent na één vaccinatie. Herhaling van vaccinatie is soms nodig om het aantal antistoffen op peil te houden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij tetanus. Het kan ook zijn dat een virus regelmatig verandert, zoals bij het griepvirus.
Als je de ziekte hebt gehad krijg je meestal de ziekte niet nog een keer. Of dat na vaccinatie ook zo is, weten we niet zeker. Mogelijk kun je nog wel blaasjes krijgen door direct huid-op-huidcontact met iemand met monkeypox en die blaasjes zijn besmettelijk.
Verwekker. Het wildtype, ziekmakende poliovirus is een enterovirus ( RNA ) behorend tot de familie van de picornaviridae. Het virus kent een fecaal-orale transmissieroute en heeft als belangrijke eigenschap, dat het stabiel is bij een lage pH . Er zijn drie poliovirus serotypes ( PV1 , PV2 en PV3 ) bekend.
Bekijk op de website www.rijksvaccinatieprogramma.nl welke vaccinaties je allemaal hebt gehad. Vervolgens kun je bedenken naar welke landen je de afgelopen jaren op vakantie bent geweest.
Bij één zeer ernstige uitbraak in New York in 1916 kwamen 2400 mensen om en raakten 9000 patiënten voor het leven verlamd. De meeste slachtoffers waren onder de tien jaar. Daarom werd de ziekte bekend als kinderverlamming. De wetenschap wist toen al een tijdje waardoor polio veroorzaakt wordt.
Behandeling van de pokken was ondersteunend, er bestond geen echt geneesmiddel tegen de pokken. De enige echte behandeling tegen pokken was preventief vaccineren met het koepokkenvirus, dat maakte dat afweer werd verkregen voor het pokkenvirus. Dit is ontdekt door Edward Jenner, een Engelse arts.
Zeldzame, maar ernstige neurologische aandoening bij kinderen. 'Een nieuwe, polio-achtige ziekte is aan een opmars bezig. Deze is genaamd 'acute slappe verlamming', of AFM. In de VS hebben sinds 2014 al zo'n vierhonderd mensen de diagnose gekregen, voornamelijk kinderen' - meldt een journalist in de Volkskrant.
Mensen weten zelf vaak niet dat ze polio hebben. Ze hebben dan geen klachten, maar kunnen anderen wel besmetten. Als mensen wel ziek worden, kunnen de klachten zijn: Gevoel alsof je griep krijgt.
Spierziekten zijn niet alleen ziekten van de spieren. Ook als de overgang van de spier naar zenuwen en het ruggenmerg is beschadigd, hebben we het over een spierziekte. Veel van deze aandoeningen uiten zich door spierzwakte. We noemen spierziekte ook wel neuromusculaire ziekte (nmz) of spierzenuwziekte.
In de meeste gevallen (90 tot 95 procent) leidt een polio-infectie niet tot ziekteverschijnselen. In gevallen waar dat wel het geval is, zijn griepachtige verschijnselen de eerste symptomen. Deze beginnen ongeveer één tot twee weken na besmetting met poliomyelitis.
Als de difteriebacterie in de keel zit, kun je heel benauwd worden. Komt de gifstof verder in je lichaam, dan kan dat gevaarlijk zijn voor je hart en het zenuwstelsel. Ondanks medische behandeling kan de afloop zelfs dodelijk zijn. Gelukkig komt de ziekte in Nederland bijna niet meer voor.
Rodehond is een ziekte die rode vlekjes op de huid geeft. De oorzaak is een virus. Het is besmettelijk: het virus verspreidt zich door hoesten en praten, maar ook via bijvoorbeeld handen, bestek, speelgoed en deurknoppen.
Indicaties. Personen vanaf 12 maanden met als doel om primaire infectie met waterpokken te voorkomen. Bij kinderen tussen de 9 en 12 maanden kan vaccinatie worden overwogen in bijzondere omstandigheden, zoals bij een uitbraak (zie LCI-richtlijn).
De infectie verloopt meestal zonder klachten: ongeveer 1 op de 5 mensen die besmet raken wordt ziek. De klachten kunnen erg verschillen, van milde griep tot hoge koorts met bloedingen. Over het algemeen overlijdt ruim 1 op de 10 patiënten aan gele koorts.
Poliovaccins zijn vaccins die worden gebruikt om de virale infectieziekte poliomyelitis (polio) te voorkomen. Er bestaan twee types: een geïnactiveerd poliovirus toegediend via injectie (IPV) en een verzwakt poliovirus toegediend via de mond oftewel oraal (OPV).
Vroeger maakte ongeveer 85% van de mensen op kinderleeftijd de bof door en kregen elk jaar 300 tot 800 kinderen en volwassenen hersenvliesontsteking veroorzaakt door de bof. Daarom is in 1987 de inenting tegen de bof opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma.