Stel jezelf regelmatig bloot aan sociale situaties. Oefen zo vaak als je kunt. Begin klein, bouw je skills en zelfvertrouwen langzaam op, en merk hoe je steeds beter wordt in het aanknopen van gesprekjes. Weet dat de meeste mensen het heerlijk vinden om meer contact te hebben met de mensen om hen heen.
Elkaar laten uitspreken en inpikken op datgene wat je gesprekspartner net gezegd heeft - zonder naast elkaar te praten - is de beste basis voor een vlotte conversatie. Extra tip: luister naar wat mensen je écht willen vertellen in plaats van enkel naar datgene wat ze letterlijk tegen jou aan het zeggen zijn.
Oefening 1: Train je articulatie
Spreek deze enkele malen hardop uit; verhoog telkens het tempo. Zorg dat je elk woord duidelijk verstaanbaar blijft uitspreken. Door deze oefening maak je je tong, lippen en ademhaling soepeler, waardoor je duidelijker gaat articuleren.
Bij (jong)volwassenen richt de behandeling zich vooral op bewustwording van de eigen spraak, uitspraaktraining, training in correct formuleren en ritme- en intonatietraining. Het resultaat van de behandeling hangt af van de ernst van het broddelen, doorzettingsvermogen, concentratievermogen en motivatie.
Mensen die introvert zijn praten vaak alleen als ze ook echt denken dat ze wat te zeggen hebben. De 'small talk' wordt dan vaak achterwege gelaten. Maar spreek een introvert persoon eens in een rustige situatie aan en praat over een onderwerp dat hem of haar interesseert, dan zal je snel op dit vooroordeel terugkomen.
Luister naar de andere persoon.
Iedereen wil zich belangrijk en gehoord voelen, dus als je wilt dat mensen met je praten, schenk ze dan je volle aandacht. Zorg ervoor dat je altijd luistert als iemand met je praat. Probeer de regel te hanteren: 'Eerst luisteren, dan praten,' na het starten van een gesprek.
Oefen op overtuiging
Hoewel niet iedereen van nature een overtuiging in de stem heeft, is het goed aan te leren. Het is een kwestie van je stem op een andere manier gebruiken. Denk dan bijvoorbeeld aan volume of spreektempo. Duidelijk praten en kracht in je stem leggen maken je meteen al een stuk overtuigender.
Dysartrie ('dys' betekent niet volledig en 'artrie' komt van articuleren, uitspreken) is een spraakstoornis die het gevolg is van een aandoening in het zenuwstelsel. Deze aandoening verstoort de werking van één of meer spieren die bij het spreken betrokken zijn.
Razendsnel praten is een veel voorkomend teken van stress. Tot op zekere hoogte kan het de mensen om je heen veel energie geven als je het tempo er goed inhoudt. Op het moment echter dat je voor langere tijd in sneltreinvaart praat, ben je je publiek snel kwijt.
Allereerst natuurlijk een woordenschat, maar ook een grammatica die preciseert hoe je van losse woorden zinnen maakt, en een klankleer die vertelt hoe de woorden en de zinnen worden uitgesproken. Sommige taalmakers gaan nog een stap verder en bedenken ook de cultuur waarin de taal gesproken wordt.
Een nieuwe taal leren gaat sneller als je wat je geleerd hebt vaak herhaald. Koppel woorden aan een context. Vraag bijvoorbeeld aan je gastgezin om een woord in een zin te gebruiken. Dit is een bewezen methode om makkelijker nieuwe woordjes te leren.
Stimuleer het Nederlands oefenen
Vraag of hij of zij Nederlands wil praten met jou. Vaak zijn anderstaligen op zoek naar een kans om te oefenen. Een taal leer je het beste als je ze ook veel spreekt. Veel mensen die Nederlands leren, zoeken dus ook naar activiteiten, boeken, websites ... om hun Nederlands te oefenen.
Zorg dat je gezien wordt.
Als je niet populair bent, komt dat omdat je je niet op je gemak voelt bij de dingen die populaire mensen vaak doen, zoals: Spontaan een praatje aanknopen, een mop vertellen, flirten, en in het algemeen, mensen boeien.
Een misantroop kan humaan en sociaal gedrag vertonen en is dus niet per definitie antisociaal of het tegengestelde van een humanist. Het woord misantropie komt van het Griekse misos ("haat") en anthropos ("mens"). Een synoniem voor misantropie is mensenhaat en een antoniem is filantropie.
Er is maar een kleine hoeveelheid mensen die vanaf jongs af aan uitblinkende sociale vaardigheden hebben. De meeste mensen hebben het toch echt geleerd. Sociale vaardigheden kun je snel leren door elke keer weer in nieuwe gesprekken te belanden. Zo ga je na een tijd patronen herkennen.
Het antwoord is: de middenrifspier is de oorzaak van het stotteren. Het is dus geen psychisch probleem, maar maar stotteren heeft een fysieke oorzaak met psychische gevolgen. De middenrif hapert bij mensen die stotteren. Er zit geen vloeiende beweging in waardoor de spier de lucht niet goed uit de longen perst.
Stotteren komt vaak door erfelijke aanleg, met daarbij dingen die u als kind heeft meegemaakt. De samenwerking tussen de hersenen, zenuwen en spieren gaat niet helemaal goed. Stotteren kan erger worden door spanningen, emoties en moeheid. Stottertherapie kan helpen.
Vaak gaan slissen en lispelen samen met duim- en vingerzuigen. Een logopedist kan helpen ervan af te komen. Na onderzoek naar de oorzaak, kan een behandeling starten, gericht op versterking van de spieren in de mond en het juiste gebruik van de tong.