De afspraken om rust in de klas te krijgen zijn niet duidelijk. Rust in de klas creëer je door samen afspraken te maken over hoe je met elkaar omgaat. In de meeste groepen worden wel regels afgesproken waar je je aan te houden hebt. Soms zijn het schoolbrede regels, maar meestal worden ze wel per groep gemaakt.
Leerkrachten of directieleden mogen iets dat in je schooltas of broekzak zit op te vragen als ze vinden dat je de les stoort. Maar ze mogen er zelf niet in kijken. Ze hebben ook niet het recht om jou te fouilleren. Dit geldt ook bij het doorzoeken van jouw locker of op schoolexcursies.
Daar moet het duidelijk zijn wat er wel of niet mag en kan, en dat moet ook consequent worden nageleefd. Dat is de basis van een 'strenge' opvoeding. Streng zijn heeft niets te maken met onvriendelijkheid of op een luidere toon gaan praten, maar alles met duidelijkheid: dit zijn onze afspraken, daar houden we ons aan.
Wees concreet; gebruik duidelijke taal
Wees heel duidelijk met het omschrijven van gedrag als er iets gebeurt dat je niet wilt. Gebruik heldere woorden die leerlingen begrijpen. Een heel simpel voorbeeld. Stel dat een (jonge) leerling door de gang heen glijdt.
De school vindt jassen in de klas onveilig. Bij lessen als scheikunde of techniek kan een overdaad aan jassen gevaren opleveren voor de leerlingen. Bovendien moeten de scholieren tegen elkaar beschermd worden. Mevrouw Bloem: ,,In jassen kun je ook voorwerpen verbergen om klasgenoten mee te bedreigen.''
Regels: leidraad en toetssteen
Vanaf dag één leren de kinderen om hun jas aan de kapstok te hangen, niet te hollen in de gangen, elkaar niet te storen in de klas, et cetera. Net als in het verkeer zorgen deze regels ervoor dat kinderen en medewerkers op school samen kunnen leven en werken.
KIJK kinderen zijn visueel gericht; ze gebruiken 'kijk' woorden zoals bijvoorbeeld: “zie je dat, dat is rond”. KIJK kinderen zien letterlijk plaatjes, ze kijken omhoog. Een visueel kind is aan het kijken en ziet soms letterlijk een film voor zich afspelen. Die beelden kunnen snel gaan en daarom praten ze ook vaak snel.
Organisatorische vaardigheden zijn onmisbaar bij het managen van een klas. Naast het organiseren zelf gaat het om het plannen, coördineren, leidinggeven en het controleren van leeractiviteiten. De leerkracht moet het onderwijs zo organiseren dat alle leerlingen voldoende aandacht en tijd krijgen om te leren.
Formuleer regels positief. In plaats van 'We praten niet', zeg je beter: 'We werken in stilte' of 'We steken onze vinger op. ' Stel niet te veel regels op, zeker voor jongere leerlingen. Kies er een paar uit waarmee je het meest storende gedrag opvangt en herhaal ze regelmatig, mondeling of met pictogrammen.
De studenten lezen samen een inleidende tekst. Vervolgens stellen ze zelf de vragen op die beantwoord moeten worden om tot de kern van de stof te komen. Tijdens de volgende bijeenkomst discussiëren zij samen over hun bevindingen. De tutor speelt daarbij een ondersteunende rol.
De kinderen hebben meer mogelijkheid om zich te concentreren en de werkprestaties zouden zomaar eens vooruit kunnen gaan. Door de petjes of mutsen achterstevoren te laten dragen blijven ogen en de rest van het gezicht gewoon zichtbaar, en blijven de oren beschermt tegen de indrukken van buitenaf.
Leraar24 is er voor alle leraren in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en lerarenopleidingen. Onze praktische en deskundige informatie kun je direct toepassen. Zo groei jij in je vak en sta je met plezier voor de klas.
Het bevorderen van goed gedrag
Jouw aanmoediging, aandacht, kus of knuffel stimuleren positief gedrag bij je kind. Net zoals het belangrijk is goed gedrag te belonen, is van belang dat je nalaat om negatief gedrag te belonen. Hoe kun je dit doen? Bijvoorbeeld door het ongewenste gedrag actief te negeren.
De naam 'Triple P' staat voor 'Positive Parenting Program' en is een methode voor opvoedingsondersteuning voor ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar. Triple P is een laagdrempelig, integraal programma met als doel emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen door het aanleren van opvoedvaardigheden.
Waarom ben ik zo streng voor mezelf? is een gedachte die ontstaat op het moment dat we het erg zwaar voor onszelf maken. We kunnen ons dan gevangen voelen in de regels waar we van onszelf aan moeten voldoen. Wanneer deze regels eigenlijk niet goed voelen, bedenken we hoe we hiervan af kunnen komen.