De gevaarlijkste kwallen zijn tropische soorten, waarvan de giftigste de Australische zeewesp (Chironex fleckerii) is, die dodelijk kan zijn voor de mens. Langsheen onze kustlijn komen geen soorten voor die dodelijk zijn voor de mens.
Wie door zo'n kwal gestoken wordt, krijgt extreme pijn. Huidcellen sterven af. Indien de portie gif groot genoeg was, kan zo'n kwallenbeet leiden tot een hartstilstand en de dood. Elk jaar zouden er tientallen mensen sterven aan dergelijke steken, duizenden anderen zouden voor verzorging naar het ziekenhuis moeten.
De irukandji is een kleine, glasheldere kwal. Hij wordt maar een paar centimeter lang en leeft in de tropische wateren rond de noordkust van Australië. Dit kwalletje wordt in het algemeen gezien als het giftigste dier ter wereld en in tegenstelling tot andere kwallen heeft de irukandji ook netelcellen op het lichaam.
Kwallensoorten in de Wadden- en Noordzee
De meest voorkomende kwal is de oorkwal. De steek van deze soort doet niet veel pijn en de gevolgen zijn minimaal. Na een steek kan de huid hoogstens wat rood, opgezwollen en een beetje jeukerig zijn, maar deze klachten verdwijnen na een aantal uur.
De meeste kwallensoorten die je in Nederland tegenkomt, kunnen geen kwaad. Eigenlijk is alleen de kompaskwal gevaarlijk. Deze kwal heeft bruine V-vormige strepen.
Kwallen steken met brandharen, die vaak als tentakels onder de kwal langen of op zijn oppervlak zitten. Deze geven een reactie bij aanraking. Op de plaats waar deze brandharen de huid hebben geraakt, treedt een reactie op met roodheid, zwelling en soms blaarvorming. Er is vaak (veel) pijn, een branderig gevoel of jeuk.
Komt de kwal in contact met een vijand, dan schieten de netelcellen als een soort harpoen uit de tentakel. Het gif uit die cellen komt in je huid terecht, met jeuk en pijn tot gevolg. In Nederland is de kans dat je een (zeer) giftige kwal tegenkomt gelukkig niet heel groot.
Ze hebben geen brein en bestaan vrijwel geheel uit water – en toch beschikken ze over heel wat superkrachten.
Een kwallenbeet van een kompaskwal kan behoorlijk pijnlijk zijn. Het is niet gevaarlijk maar wel behoorlijk vervelend. Oppassen dus met deze kwal!
Na een kwallensteek kunnen er verschillende reacties ontstaan: Een lichte reactie: branderige jeuk, pijn en rode bultjes op de huid. Een mild ernstige reactie: misselijkheid, kortademigheid, maagklachten, verwarring. Dit komt voor bij kleine kinderen of als de kwal veel gif heeft afgegeven.
De onderzoeker laat de imposante kwal op het strand liggen zodat andere mensen hem ook kunnen bewonderen. Wie dat wil, kan het dier gewoon oppakken. Deze kwal is ongevaarlijk, volgens Ecomare, het centrum voor wadden en Noordzee. De netelcellen zijn te zwak om door de menselijke huid te dringen.
Kwallen die vooral in de Noordzee voorkomen zijn de kompaskwal, de oorkwal, de blauwe, rode en gele haarkwal en de zeepaddenstoel. Deze kwallen zijn over het algemeen niet gevaarlijk voor de mens.
Na een kwallenbeet kan een plaatselijke reactie op de huid ontstaan, die je kan vergelijken met een reactie op een brandnetel prik. De reactie kenmerkt zich door een geprikkelde huid, roodheid en zwelling. Gelukkig komen aan de Nederlandse kust geen (levens)gevaarlijke kwallen voor.
Kwallen hebben tentakels met netelcellen die gif bevatten. Als je in aanraking komt met een kwal, komen de netelcellen en het gif op de huid. Dit geeft een brandend en prikkend gevoel. Je voelt de bijtende pijn pas echt wanneer je uit het water komt.
Daarom spoelen ze soms massaal hulpeloos aan. Meestal gebeurt dat met aflandige wind, in Nederland dus met oosten- of zuidenwind. De onderstroom voert de kwallen met zich mee en brengt ze naar het strand. Eenmaal aangespoeld gaan ze snel dood door uitdroging.
Antwoord van de Bieb:Sea Life Scheveningen zegt het volgende:Niet langer dan een paar uur. Dit hangt ook van het weer af: als de zon schijnt gaat het verdrogen sneller. Eigenlijk is het ook niet echt ''overleven'', een kwal op het droge is langzaam aan het sterven.
De andere vijf procent bestaat uit cellen, een maag en mond. De meeste kwallen kunnen niet zwemmen en drijven mee met de stroming van de zee. Ze komen in alle oceanen en zeeën voor en er zijn zelfs een paar soorten die in zoet water leven.
De spiegeleikwal heeft acht armen waaraan honderden tentakels hangen, die aan het uiteinde vaak blauw zijn. Soms leven ze in scholen. De kwal voedt zich met algen, met name zoöxanthellen, en plankton. De spiegeleikwal is weliswaar giftig maar het gif is niet gevaarlijk voor mensen.
Kwallen bijten niet
We noemen het dan wel een kwallenbeet, maar kwallen kunnen helemaal niet bijten. Ze steken. Officieel heet het dus een kwallensteek. De tentakels van een kwal bevatten netelcellen met gif.
Deze kwallen liggen vaak ondersteboven op de bodem van een oceaan of watertank en trekken hun lichaam één keer per seconde in.
Kwal – Oneindig
Ze maken cycli van oud naar weer jong, dit kan oneindig door gaan.
Trek in kwal
In zekere zin vormden ze de snacks van de wereldzeeën. Houghton wist dat sommige zeedieren voor hun voeding afhankelijk zijn van kwallen. Zo voedt de door hem bestudeerde lederschildpad zich vrijwel uitsluitend met grotere en kleinere kwallen.
Het kan in veel gevallen de verdere afgifte van gif voorkomen. Druppel na de kwallenbeet dus wat azijn op de plek en wrijf het in. Na een beet van een kwal kan de pijn even aanhouden. Ook kan de huid flink jeuken.
In de Noordzee leven verschillende soorten kwallen. De oorkwal komt het meeste voor. Dit is een doorzichtige kwal met vier roze of witte ringen. Hij kan je niet steken, omdat hij niet door de huid heen komt.
Als het oostenwind (aflandige wind) is, wind van land naar de zee, ontstaat er een onderstroom. De bovenste laag van het water wordt dan door de wind van het land af geduwd, terwijl de onderstroom naar het land toe gaat. In die onderstroom bevinden zich de kwallen, met als gevolg dat ze aanspoelen op het strand.