Na een gelijkheid (stellende trap) schrijf je als.Na een ongelijkheid (vergrotende trap) schrijf je dan.
In sommige gevallen is zowel jij als jou mogelijk na dan, maar dan is er een betekenisverschil. Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.
Dan komt na een vergrotende trap en na anders en ander(e): groter dan, kleiner dan, anders dan. Als komt na vergelijkingen met zo en even: zo groot als, even klein als.
'We kunnen iemand als jij goed gebruiken' geldt als de juiste vorm. In iemand als jij, een man zoals hij, een minister als zij, mensen als wij, mensen zoals jij en ik, enz. is volgens de taalnorm telkens alleen de onderwerpsvorm van het persoonlijk voornaamwoord juist.
In het Nederlands lijkt het erop dat we twee opties hebben: zowel 'beter als' als 'beter dan' komen in de spreektaal veel voor. Maar toch wordt maar één van deze vormen als 'correct' gezien, en dat is 'beter dan'.
Kort samengevat: Na een gelijkheid (stellende trap) schrijf je als.Na een ongelijkheid (vergrotende trap) schrijf je dan.
Dat wil zeggen dat zij de ander als beter dan jou beschouwen .
In verzorgde schrijftaal is dan de aan te bevelen vorm na een vergrotende trap (zoals jonger, beter, liever) en na anders en combinaties met ander(e). Als gebruiken we na de woorden even, (net) zo, evenveel, (net) zoveel, hetzelfde en dezelfde.
In de meeste gevallen is het aan te bevelen om na een stellende trap van vergelijking (zoals even blij, (net) zo belangrijk) + als de vorm jij te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist.
Als bezittelijk voornaamwoord van de tweede persoon enkelvoud kan zowel de volle vorm jouw als de gereduceerde vorm je gebruikt worden. Jouw is nadrukkelijker dan je. Als er geen speciale nadruk nodig is, wordt in de praktijk vaker voor je dan voor jouw gekozen.
Volgens de grammatica gebruik je na een vergrotende trap (bijvoorbeeld: beter, groter, meer) het woordje 'dan'. Zij doet het beter dan haar broer.
In de tegenwoordige tijd wordt bij de tweede persoon enkelvoud (je, jij) en bij de derde persoon enkelvoud (hij, zij, het) altijd een –t toegevoegd aan de ik-vorm. Dit hoeft niet als een werkwoord al eindigt op een –t (het is: hij zit en niet hij zitt).
Juist is: 'beter dan ik'. Het is een verkotring van: 'hij zingt beter dan ik zing'. Bij vergelijkingen met 'als' gebeurt hetzelfde: hij zingt net zo goed als ik (zing). 'Dan' is juist bij vergelijkingen die een ongelijkheid uitdrukken: ik ben ouder dan zij, hij is groter dan zijn broer, dat kost veel meer dan ik dacht.
Een meewerkend voorwerp is degene die iets ontvangt of verneemt of van wie iets wordt afgenomen. In de zin 'De zon geeft ons energie' is ons het meewerkend voorwerp. Het meewerkend voorwerp is vaak de 'ontvangende partij'. Het gaat om een bepaald soort indirect object.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Naast 'je kunt' komt ook 'je kan' voor. Beide zijn goed, maar er is wel een zeker verschil in stijl. Het verschil zit 'm in de stijl: je kan is informeler en meer spreektaal. Bij het schrijven kun je beter kiezen voor je kunt.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.
Het woord 'als' gebruik je als je een vergelijking wil maken tussen twee zaken die een overeenkomst hebben. Meestal gebruik je in dit soort zinnen de woorden 'even', 'zo' of 'hetzelfde/dezelfde'. We eten vandaag hetzelfde als gisteren. Ze is even oud als mijn zoontje.
U kunt die vorm vinden door de zin aan te vullen met een werkwoordsvorm. Bijvoorbeeld: Hij is zo slim als ik (slim ben), en niet Hij is zo slim als mij* (slim ben). Hetzelfde geldt voor hetzelfde of dezelfde + als. Hij is zo slim als ik.
Het is allebei juist. 'Een heel fijne vakantie' is wat formeler dan 'een hele fijne vakantie'. In een informele wens zoals 'Een hele fijne vakantie! ' is hele erg gebruikelijk.
Zoveel wordt altijd aaneengeschreven in enkele vaste combinaties. Zoveel kan in die gevallen niet vervangen worden door 'veel' of door 'zo weinig'. Het woord heeft dan een eenheidsklemtoon. Zo veel wordt altijd los geschreven als zo en veel niet bij hetzelfde zinsdeel horen.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is zij de correcte vorm. Als het om een lijdend voorwerp gaat, is hen correct. Als het om een meewerkend voorwerp gaat, is hun (of aan hen) correct.
Wat is juist: 'Ik ben groter dan jij' of 'Ik ben groter dan jou'? 'Ik ben groter dan jij' geldt als de juiste vorm. 'Ik ben groter dan jij' is goed volgens de taalnorm.
De mentaliteit van 'ik ben beter dan jij' is het resultaat van het ego dat beter wil zijn dan anderen en wanhopig een voorsprong wil hebben op de rest .
De juiste uitdrukking is "beter dan" als je een vergelijking maakt , zoals in "IJs smaakt beter dan yoghurt." Gebruik altijd "dan" als je "in vergelijking met" bedoelt. Gebruik alleen "beter dan" als je "beter op dat moment" bedoelt (bijv. "We maakten foto's in de avond omdat het licht toen beter was").