Schep met een troffel wat van de voegspecie op de voegrubber of het sponsbord en breng de specie hier vervolgens diagonaal mee aan op de tegels en in de voegen. Probeer ervoor te zorgen dat de voegen helemaal worden opgevuld met voegspecie en dat er geen holle ruimtes ontstaan.
Voeg water met kleine beetjes toe zodat het mengsel niet te dun wordt. (Voor de zekerheid kan je ook een beetje voegsel bewaren). Mocht het toch iets te dun zijn dan laat je het wat langer staan om in te dikken. Gebruik om te roeren bijvoorbeeld een lepel.
Voegrubber. Het voegrubber is ook bestemd om voegmiddel aan te brengen. Je kunt met een voegrubber wat kleinere hoeveelheden verwerken. Zeker voor de wat minder geoefende tegelzetter is het verstandig om niet meteen grote hoeveelheden voegmiddel aan te maken en op te zetten.
Meestal is dit 24 uur. Controleer of de voegen vrij zijn van tegellijm. Dit is noodzakelijk om een goede hechting, een gelijkmatige drogingen een homogene kleur van de voeg te verzekeren.
Voegmiddel wordt namelijk snel hard. Werk richting de deur en laat de vloer minimaal 2 uur drogen voordat je er weer overheen loopt. Beter is het om ca. 24 uur niet over de vloer te lopen, dus werk zoveel mogelijk naar de deur toe.
Metselen en voegen behoort te worden stilgelegd bij hevige regen en de metselstenen, de mortel en het verse voegwerk behoren dan te worden beschermd; Vers gevoegd metselwerk behoort te worden beschermd tegen de invloed van hevige regenbuien. '
Bij een vervuilde voeg of een voeg die loslaat, hoef je in 90% van de gevallen de voeg niet te verwijderen. Met de voegcoating en speciale applicatie kun je de bestaande voeg laten zitten en de voegen herstellen. De voegcoating beschermt de voeg ook tegen schimmel.
Wat moet je aanhouden? De minimale voegbreedte is voor wandtegels twee millimeter en voor vloertegels drie millimeter. Dat geldt ook voor voegen tussen de tegel en een hoekprofiel.
Er valt maar moeilijk een gemiddelde aan te verbinden; het aantal jaren dat de voegen van metselwerk meegaan. Je hebt ze namelijk in alle soorten en maten en op allerlei verschillende plekken. Van knipvoeg tot teruggehouden voeg, van breed tot extreem smal en op straatniveau tot aan je schoorsteen.
De hoeveelheid benodigd voegmiddel kan daardoor sterk variëren. Bij kleinere wand- en vloer- of mozaïektegels wordt al snel 1 kg/m² gebruikt, terwijl grote vloer- en wandtegels gevoegd kunnen worden met 0,4 kg per m² tegelwerk.
Deze 24 uur dient ervoor om de lijm goed te laten uitharden. Snel doorwerken is belangrijk, voegmiddel droogt snel. Zorg er dus voor dat u het op tijd van de tegels afhaalt.
Een om te emulgeren (voorsponzen) en een ander om te sponzen met schoon water. Ca. 60 minuten na het voegen, het tegelwerk nasponzen (handspons) waarbij alle voegen worden geraakt. Met dit nasponzen verwijder je lichtere bestanddelen van de top van de voeg en daarmee de vervuiling.
De makkelijkste manier om een voeg van 2 mm te krijgen is het gebruiken van een tegel levelling system van 2 mm of voegkruisjes van 2mm te gebruiken. Daarnaast is het belangrijk om een tegelvoeg te gebruiken die geschikt is voor smalle voegen.
Net als bij wandtegels moet de voeg zich bij vloertegels ook 'zetten' en daarom wordt bij het plaatsen van vloertegels ook een voegbreedte van minimaal 2 mm geadviseerd. Dit is een geschikte voegafstand voor bijvoorbeeld vloertegels van 60 x 60 cm, maar het mag dus ook zeker breder voor de beste hechting.
Ook wel eens op verjaardagen gehoord dat als je tegels tegen elkaar aan plakt je niet hoeft te voegen? Onzin! Alle tegels moeten altijd gevoegd worden. Dus ook oude witjes, metrotegels, cement-patroon-tegels of de keramische patroontegels.
Veeg direct nadat het voegmiddel gedroogd is de tegels schoon met een natte spons. Om te weten wanneer het juiste moment is aangebroken, strijk je met een vinger over de voegen. Als er niets aan je vinger blijft plakken, is het voegmiddel voldoende gedroogd.
Rekenvoorbeeld: als je 60 x 60 tegels gaat leggen heb je ongeveer 12 tegelvoegkruisjes per vierkante meter nodig. Dit betekent dat je met 300 voegkruisjes ongeveer 25 m2 kunt betegelen. Hoe kleiner de tegel is, hoe meer voegkruisjes je per m2 nodig hebt.
Algemeen beantwoorder. Wanneer de voegen behoorlijk diep zijn kunt u er met voegmiddel opnieuw overheen gaan, maak de wanden eerst licht vochtig met een plantenspuit. Het voegmiddel mag niet te dik aangemaakt zijn.
Voegen zijn poreus en dus vatbaar voor water, vuil en schimmels. Ook kan er door een lekkende voeg tijdens het douchen water door de voegen door de muur heen lekken waardoor schimmels kunnen ontstaan. Om dit te voorkomen dient de voeg behandeld te worden, zo blijven de voegen schoon, droog en dus vrij van schimmels.
U kunt rekening houden dat de meeste voegen doorgaans 12 millimeter zijn. Bij uitslijpen gaat u hetzelfde te werk als dat u bij uithakken zou doen. Voordat u te werk gaat is het aan te raden om de muur/gevel af te spuiten met een hoge drukspuit en slijp eerst de horizontale voegen en daarna pas de verticale.
Na het plaatsen van je tegels is het belangrijk om niet te snel op te voegen. Al het vocht dat in de lijm zit, moet anders uitdrogen via de voeg. Bij een normale verlijming op droge chape mag je na 36 uur beginnen op te voegen. Bij verlijming van vloer op vloer is het aangeraden om minstens 48 uur te wachten.
Voor lijm- en voegproducten op cementbasis ligt de ideale temperatuur voor verwerking op 15 tot 20 °C. Bij temperaturen tussen 5 en 15 °C zijn de producten nog goed te verwerken, maar reageren ze wel anders.