Het Europese ree is een middelgroot hoefdier met een rood- grijsbruine vacht. Het heeft opvallend grote oren, grote ogen, een zwarte neus en een witte kin. Mannelijke reeën dragen een eenvoudig gewei. De jongen hebben witte vlekken op een rij op hun rug en flanken.
Herten zijn duidelijk groter dan reeën en hebben ook de kenmerkende lichte vlek niet aan de achterkant. Herten en reeën eten hetzelfde. Het gewei van een hert is groter dan het gewei van een reebok, maar de manier waarop het gewei tot stand komt, is bij beide dieren hetzelfde.
Een ree is met een grootte van slechts 60 tot 90 cm een stuk kleiner. In de zomer heeft een ree een zandgele tot roodbruine vacht. In de winter draagt de ree zijn wintervacht, die grijsbruin tot zwart is. Een ree is evenhoevig, onder beide middelste twee tenen zit een hoefje.
Het damhert is niet zoals het ree en edelhert inheems, maar is eeuwen geleden geïmporteerd uit zuidelijker landen. Damherten zijn kleiner dan edelherten: de schouderhoogte ligt zo'n 30 cm hoger dan het ree. Het meest opvallende kenmerk wordt door de mannelijke dieren gedragen, het schotelvormige gewei.
Zijn geslachtsdeel, onder de buik, noemt men ook wel penseel. In geval van onraad wordt de spiegel groter en ziet deze er uit als een poederdons. Daarmee waarschuwen de reeën elkaar. Als ze wegspringen met die poederdons is dat het teken te volgen.
Reeën leven in bosachtige gebieden met open plekken en aangrenzende velden. In de schemering en ochtenduren wagen zij zich op open terrein om voedsel te zoeken en te grazen. Om te rusten en te herkauwen trekken ze zich terug in de beschutting.
Lokken. Alle reeën reageren op het fiepen. Door het geluid op een fluit na te bootsen is het mogelijk geiten en bokken te lokken. De geit komt op het geluid van het kalf af en de bok op het geluid van de geit.
In de film is Bambi een muildierhert, in het boek dat de basis vormt voor de film is hij een ree. Bambi wordt bij zijn geboorte uitgeroepen tot "Prins van het Bos".
De ree als spiritueel dier
Hij staat voor verzachting, onschuld, vriendelijkheid en liefde. Als je een ree ziet, kijk dan eens naar binnen bij jezelf. Voel diep in jezelf of je nog oude wonden hebt en vraag de ree om deze te helen.
Herten zijn groter en zwaarder en het vlees van een hert is ook grover en smaakt wilder dan het malse sappige vlees van de ree. Reeën zijn lekkerbekken en dat proef je aan hun vlees. Voedsel van de ree bestaat uit verschillende soorten loofbomen, blaadjes, kruiden, gerst, klaver en erwten.
Een volwassen mannetjes ree wordt bok genoemd en is te herkennen aan zijn geweitje. Het volwassen vrouwelijke ree heet geit. Zij heeft geen gewei. Echter in de periode november – december heeft de bok zijn gewei afgeworpen.
Een mannetjes ree heet bok, een vrouwtje geit, een jong een reekalf en een groep een sprong.
Ree in leger (slaapplaats)
De ree verblijft overdag vaak in zijn “leger”, dit is de naam van de slaapplaats. Deze is vaak te herkennen aan een ovale plek onder de boom, alsof iemand hier de grond heeft staan harken. Soms heeft de ree zijn “leger” in een kuil of onder een omgevallen boom.
Met een schofthoogte tot 140 centimeter is dit het grootste hert in Nederland. Vooral het mannetje is erg groot, hij kan wel 255 kilo wegen! Zijn gewei kan soms wel groter worden dan 90 centimeter. De vacht van edelherten is roodbruin en in de winter grijsbruin.
De Chinese waterree (Hydropotes inermis), voorkomend langs rivieroevers in China, lijkt op een ree, maar dan zonder gewei en met uitstekende bovenhoektanden.
Edelherten kunnen wel een gevaar voor mensen vormen en andersom. De dieren zijn groot en zwaar en steken 's nachts wegen over. Een ongeluk kan grote gevolgen hebben, zeker wanneer een automobilist op het laatste moment probeert uit te wijken. Een ander probleem met edelherten is hun eetgedrag.
Van oudsher wordt de ekster juist in verband gebracht met geluk. Niet het soort dat je in de schoot wordt geworpen, maar juist dat de ekster in staat is om waardevolle dingen uit een hele hoop te vinden.
Kraanvogel. Deze vogel staat symbool voor geluk en een lang leven.
Wanneer een vogel tegen het raam botst en niet meteen weer wegvliegt, wil dat zeggen dat de schok vrij hard was.
Een groep reeën noemen we een sprong. Sprongen komen niet het hele jaar voor. Dat is eigenlijk alleen maar in de winterperiode. Voor de rest van het jaar leven reeën meer in kleine familieverbanden zoals een geit met twee kalfjes.
Blaffende ree
Het blaffen van het ree, ook wel 'schrikken' genoemd is een laag, blaffend geluid. Een ree maakt dit geluid als het iets bijzonders waarneemt waarvan het niet thuis kan brengen wat het is. Hij alarmeert daarmee ook de andere reeën.
Hij is erg kwiek en springt soms tot 6 meter ver en tot 2 meter hoog om obstakels uit de weg te gaan.
In het vroege voorjaar eten reeën sappige knoppen, en scheuten van bomen, struiken, aangevuld met kruiden uit slootranden en bermen. In de winter is er minder goed verteerbaar voedsel, dan wordt er meer houtig voedsel gegeten zoals bijvoorbeeld boombast en eikels.