Iemand die een antisociale-persoonlijkheidsstoornis (ASP) heeft, heeft wisselende stemmingen.Het denken, voelen en gedrag zijn niet te voorspellen.Mensen met ASP houden weinig rekening met anderen.En als ze iets willen, moet het snel gebeuren.
Daarnaast zijn regels en normen en waarden, op het werk en tijdens contacten met anderen, lastig voor je als je een antisociale persoonlijkheidsstoornis hebt. Agressie, conflicten, liegen, bedriegen, manipulatie en illegale praktijken komen veelvuldig voor als je een antisociale persoonlijkheidsstoornis hebt.
Persoonlijkheidsstoornis symptomen
Voorbeelden van klachten of symptomen die bij een persoonlijkheidsstoornis horen zijn: telkens terugkerende conflicten met mensen in de omgeving. een instabiel levenspatroon en niet goed richting aan het leven weten te geven. extreme gevoelsuitingen en sterke stemmingswisselingen.
Er kunnen meerdere oorzaken zijn waardoor iemand een antisociale persoonlijkheidsstoornis ontwikkelt. Zo spelen genetische factoren bijvoorbeeld een rol. De stoornis komt meer voor bij eerstegraads familie (ouders, broers, zussen of kinderen). Ook de omgeving kan een rol spelen.
Behandeling antisociale persoonlijkheidsstoornis
Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat de antisociale persoonlijkheidsstoornis te genezen is. Wel zijn er behandelingen die verschillende symptomen van de stoornis aanpakken. Persoonlijkheidsstoornissen kunnen behandeld worden met: psychotherapie.
Wie asociaal is, is hardvochtig, veroordelend over anderen, onbeschaafd, onfatsoenlijk, niet aangepast aan de normen van de maatschappij, moeilijk opvoedbaar, lomp, bruut, grof.
Je arts kan medicatie voorschrijven, zoals antidepressiva of anti-epileptica, die je kunnen helpen in het reguleren van impulsiviteit en agressiviteit. In bepaalde gevallen kunnen antipsychotica nuttig zijn.
De meest voorkomende persoonlijkheidsstoornissen zijn de borderline-, vermijdende- en andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. Het natuurlijk beloop (zonder behandeling) van een persoonlijkheidsstoornis verschilt sterk per persoon en per type stoornis.
Asociaal gedrag is een vorm van deviant gedrag waarbij geen rekening wordt gehouden met andere mensen of de omgeving. In Nederland wordt in het dagelijkse taalgebruik iemand die asociaal gedrag vertoont vaak een 'aso', 'hufter' of, sinds 2005, 'tokkie' genoemd; in Vlaanderen wordt de term 'marginaal' gebruikt.
Het ontstaan van een persoonlijkheidsstoornis heeft te maken met erfelijkheid, aanleg en omgevingsfactoren. Je aanleg en wat je leert van anderen bepaalt namelijk hoe je omgaat met je gevoelens en emoties. Dit heeft weer invloed op hoe jij met bepaalde situaties omgaat.
Bij een persoonlijkheidsstoornis zijn bepaalde eigenschappen erg aanwezig. U bent bijvoorbeeld extreem gevoelig voor kritiek, u heeft heel erge bindingsangst of verlatingsangst, u doet dingen zonder na te denken, u bent erg afhankelijk, perfectionistisch of verlegen.
Iemand met een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) heeft meerdere persoonlijkheden. De klachten kunnen per persoonlijkheidstoestand verschillen. Bij iedere persoonlijkheid hoort ander gedrag en soms ook stemgeluid, smaak of stijl.
Bij een persoonlijkheidsstoornis is psychotherapie de beste behandeling. Het doel van psychotherapie is dat de klachten minder worden en dat uw naaste er beter mee leert omgaan. De huisarts of de praktijkondersteuner van de huisarts (POH-GGZ) kan uw naaste hiervoor doorverwijzen naar een psychotherapeut.
Vroeger werd de antisociale persoonlijkheid wel psychopaat of sociopaat genoemd. De essentie is een patroon van geen rekening houden met en het met geweld schenden van de rechten van anderen. Als kind is er is er vaak sprake van agressief en destructief gedrag.
Iemand met ASP beter begrijpen, helpt je om er beter mee om te gaan. Besef, en blijf tegen jezelf zeggen, dat het gedrag van degene met ASP niet tegen jou persoonlijk is gericht. Besef dat het gedrag en (soms) de agressie een uiting zijn van de stoornis ASP. Geef duidelijk jouw grenzen aan en blijf deze aangeven.
De antisociale-persoonlijkheidsstoornis komt voor bij 0,2-3,3% procent van de Nederlanders. De aandoening komt vaker voor bij mannen en openbaart zich meestal vanaf hun vijftien jaar.
Dan is de kans groot dat je introvert bent. Introverten zijn rustige en bedachtzame mensen. Ze hebben vaak veel expertise op hun vakgebied, maar dit is niet altijd zichtbaar voor anderen. Ze krijgen dan ook regelmatig te horen dat ze zichzelf meer moeten profileren en moeten laten zien in de organisatie.
Een alleenstaande of alleengaande is iemand die geen partner heeft, alleen woont en in het eigen dagelijks onderhoud voorziet. Dit kan iemand zijn die vrijgezel/vrijgezellin is (niet gehuwd), maar ook iemand die eerder gehuwd was maar nu weduwe/weduwnaar of gescheiden is.
Maar hier enkele positieve eigenschappen van introverten op een rijtje: Je kan goed luisteren. Je kan je lang op één zaak focussen, je verliest niet snel je aandacht. Je hebt een groot observatievermogen: je ziet en hoort wat anderen ontgaat, daardoor beschik je over extra informatie.
Je komt in aanmerking voor een persoonlijkheidsstoornis behandeling wanneer het persoonlijkheidsprobleem langdurig en hardnekkig aanwezig is en je niet meer goed kunt functioneren in relaties of op het werk. Je hebt bijvoorbeeld constant conflicten op je werk of opvallend vaak hevige ruzies thuis met je partner.
Ja, gelukkig wel. Persoonlijkheidsstoornissen kunnen goed behandeld worden met bijvoorbeeld Schematherapie en MBT (Mentalization Based Treatment). De duur van de behandeling verschilt van persoon tot persoon. Sommigen cliënten zijn in een aantal maanden geholpen, bij anderen kost het meer tijd.
Als je een borderline persoonlijkheidsstoornis hebt, vertoon je sterke stemmingswisselingen en voel je je erg instabiel. Je kunt opeens heel kwaad zijn en het andere moment weer heel vrolijk of somber. Je kunt impulsief reageren. Iemand met borderline is ontzettend bang om in de steek gelaten te worden.
Persoonlijkheidsstoornissen ontstaan als gevolg van een complexe wisselwerking tussen genetische factoren en omgevingsinvloeden. Interactie van vroege negatieve of traumatische levenservaringen met genetische factoren, kan leiden tot de ontwikkeling van een persoonlijkheidsstoornis.
Een bipolaire stoornis of manisch-depressieve stoornis kenmerkt zich door voorkomen van 'tegenovergestelde' stemmingen.
De meeste wetenschappelijke literatuur benadert het vraagstuk functioneren in het werk bij mensen met een persoonlijkheidsstoornis grotendeels vanuit symptomen en ziekte. Het is wenselijk dat we ons ten aanzien van rehabilitatie meer gaan richten op het vergroten van het vertrouwen en eigen regie.