Eb en vloed noemen we ook wel laagwater en hoogwater. Aan het strand is het elke dag wel twee keer hoog- en laagwater. Wanneer het laagwater is dan lijkt het net alsof de zee zich teruggetrokken heeft.
Het tijdsverschil tussen het begin van de ene vloed en het begin van de daaropvolgende vloed is gemiddeld 12 uur en 25 minuten. Bij volle maan en nieuwe maan zijn de getijkrachten sterker. Als gevolg daarvan komt het hoogwater in de dagen direct daarna sneller op en bereikt een hogere stand.
Omdat de aarde zelf ook nog in z'n geheel naar de maan getrokken wordt, en de waterlaag door haar losse 'gladde' massa iets achterblijft bij de beweging van de aarde, wordt deze er in feite vanaf 'geslingerd', en hoopt het water zich daar aan de kant het verst van de maan dus ook op.
Twee keer per maand is het springtij
Zeven dagen na volle maan of nieuwe maan staan de zon en de maan haaks op elkaar. De krachten van de hemellichamen werken elkaar dan tegen. Dit noemen we doodtij: tijdens hoogwater stijgt het water niet zoveel, tijdens laagwater zakt het water niet zoveel.
als synoniem van een ander trefwoord: eb (zn) : laagtij, laagwater, terugvloeiing, weertij.
als synoniem van een ander trefwoord: eb (zn) : laag tij, laag water, tij.
Het op open zee gewoonlijk slechts geringe verschil tussen eb en vloed wordt groter, wanneer de watermassa's bijvoorbeeld door zee-engten geduwd worden. In de Middellandse Zee zijn er nauwelijks merkbare getijverschillen, omdat het een door landmassa's omsloten water is.
Aan de Bay of Fundy zijn de grootste getijdeverschillen ter wereld te zien. Het verschil tussen eb en vloed is daar gemiddeld 15 meter en het grootst gemeten verschil ooit is maar liefst 21,6 (!) meter. Tijdens een 12 uur durende getijdswitch stroomt er ongeveer 115 miljard water in en uit de baai.
Eb en vloed worden hoofdzakelijk veroorzaakt door aantrekkingskracht van de maan. De zwaartekracht van de maan (en die van de zon in mindere mate) trekt aan de aarde, maar ook aan het water van de aarde. Hierdoor verplaatst het water naar de maankant van de aarde. Het is daar dan vloed.
Het water wil naar buiten, als in een centrifuge, en zo hebben we dus 2 keer per etmaal vloed en twee maal eb.
De periode van het stijgen van het water heet vloed of opkomend tij, die van het dalen eb of afgaand tij. De maximale waterhoogte heet hoogwater of hoogtij, de minimale hoogte laagwater of laagtij.
Het is momenteel eb in Den Helder. Zoals je kunt zien in de getijgrafiek, is het hoogwater van 2.1m er om 10:06 en het laagwater van 0.1m is er om 03:57.
Bij ondiep water kan de zeebodem tijdens laagwater droog komen te staan, waardoor de kuststrook, zoals bij een strand, breder kan worden. In de Waddenzee vallen bij laagwater zandplaten droog, waardoor men er kan wadlopen. De hele periode van afgaand water, dus direct vanaf het moment van hoogwater, heet eb.
Bij vloed is het water hoog en dicht bij de duinen. Eb betekent dat het water laag staat en verder weg. Soms vallen hele gebieden droog als het eb is. De aarde, zon en maan werken als magneten op elkaar.
Eb staat voor het aflopen of terugtrekken van de zee na de vloed. Hiermee kan ook het tijdstip bij laagwater bedoeld worden. Tegengestelde van "vloed" (opkomen van het water).
De periode waarin het verschil tussen hoog en laag water het kleinst is, wordt doodtij genoemd. Hoog water is bij doodtij minder hoog dan gemiddeld en laag water minder laag dan gemiddeld. Doodtij treedt ongeveer eens in de 14 dagen op, ongeveer 48 uur na het eerste kwartier en na het laatste kwartier van de maan.
Bij springtij is hoog water hoger en laag water lager, maar de tijd waarin dit gebeurt blijft hetzelfde. De stroming zal dus een stuk sterker zijn omdat deze meer verschil moet overbruggen in dezelfde tijd. Twee dagen na volle of nieuwe maan is het springtij. Het is dus twee keer per maand springtij.
Omdat de aarde ook zelf ronddraait, verplaatst de verhoogde waterstand zich over de aarde: "de aardkorst draait onder de verhoogde waterstand door". Op een vaste plek langs de kust zou je daarom twee keer per dag hoogwater en laagwater op een vaste tijd verwachten.
Golven ontstaan door de zwaartekracht van de maan. De aarde, zon en maan werken als magneten op elkaar. De maan trekt het water op aarde een beetje naar zich toe. Daardoor ontstaat vloed.