Hoe noem je noten met een kruis ervoor? Als een noot verhoogd is met een kruis, worden de letters –is (spreek uit ies) aan de naam toegevoegd. Verhoogde noten heten dus cis, dis, eïs, fis, gis, aïs en bis.
Bij een noot met kruis komt er achter de letter van de noot "-is" bij, wat je uitspreekt als "ies". Een C met kruis wordt dan Cis (spreek uit als "sies"), een D met kruis wordt Dis ("dies"), enzovoort. Zo ook bij een E met kruis (Eis, spreek uit als "ee-ies") of A met kruis (Ais, spreek uit "aa-ies").
Staat er aan het begin van de maat een b met een mol, dan speel je een bes. Staat er later in de maat weer een b, maar dit keer met een kruis, dan speel je een bis.
Een E met kruis is dus precies dezelfde toon als een F! Een E met een kruis zul je niet vaak tegenkomen, want dan is het duidelijker om gewoon een F op te schrijven. Dit geldt ook andersom: een F met een mol zie je niet vaak, want dat kunnen we ook schrijven als een E.
Naamsverandering bij een ♯
Zo wordt de F met een kruis dus een Fis, wordt G met kruis een gis, A-met kruis een aïs, enzovoort.
De G (ook wel sol, of so genoemd) is een muzieknoot die een hele toon hoger ligt dan de F en een hele toon lager dan de A. Op een piano-klavier ligt de G bij de drie zwarte toetsen steeds tussen de eerste en de tweede zwarte toets. Bij een zessnarige gitaar is de vierde snaar gestemd in G.
De F (ook wel fa genoemd) is een toon die een halve toonafstand hoger ligt dan de E en een hele toonafstand lager dan de G. Als de toon zich in een laag octaaf bevindt, wordt de naam in het Nederlands met een hoofdletter geschreven (F), in een hoger octaaf schrijft men f, al dan niet met toegevoegd teken.
Ezelsbruggetje Kwintencirkel
Elke eerste letter van het woord vormt de toonsoort. De G heeft 1 kruis tot en met de Fis die er 6 heeft. Het aantal mollen kun je met een zelfde soort ezelbruggetje onthouden. De F heeft 1 mol en de Ges heeft er 6.
Achter de naam van de noot komen de letters “is” te staan. C# spreek je dus uit als Cis, D# als Dis, E# als Eïs (E-Is, niet eis!), F# als Fis, G# als Gis, A# als Aïs en B # als Bis.
Bovenstaande kun je ook gebruiken om te vertalen, want C = Do, D = Re enz.
Zeg luidop: in de naam van de Vader (hand op het voorhoofd), de Zoon (hand onder de ribben of op de buik) en de Heilige Geest (hand op de linker- en dan op de rechterschouder), Amen. Bij 'Amen' kun je ook variëren.
In de eerste plaats werden er vooral kruizen geplaatst uit religieus oogpunt. De bergen in de katholieke regio's van de Alpen werden van kruizen voorzien ter herdenking aan het overwinnen van de berg. Op de top van de berg ben je het dichtst bij de hemel.
Een kwint lager dan C is een F. De toonladder van F noteert men met 1 mol. Weer een kwint lager is een Bes (2 mollen) enz.
De hele rust heeft, net als de hele noot, een duur van 4 tellen.
De Bes is een met een halve toon verlaagde B. In de gelijkzwevende stemming van de chromatische toonladder is zij dezelfde toon als de Aïs (A♯): een met een halve toon verhoogde A.
Een noot die twee keer zo klein is noemen we dan een achtste noot en is dus een halve tel (er passen twee van deze noten in één tel). Je ziet dat de achtste noot er uitziet als een kwart noot met een vlaggetje aan de stok.
Het andreaskruis dankt zijn naam aan de apostel Andreas, die aan een dergelijk kruis zou zijn gekruisigd. In de Germaanse symboliek verzinnebeeldde het schuinkruis (vgl. Gebo-rune) een goddelijke kracht. Deze tekens werden door mensen gebruikt als bescherming tegen het kwade, boze geesten, demonen en onheil.
Een zwart kruis. Het symbool voor schadelijke en irriterende stoffen. Deze stoffen kunnen bij inademen, inslikken of opname door de huid schade opleveren.
Het kruis van Lotharingen (Frans: Croix de Lorraine), ook Lotharings kruis of Lorraine-kruis genoemd, is een bekend heraldisch symbool, dat onder meer gebruikt werd door de Vrije Fransen tijdens de Tweede Wereldoorlog en later door het gaullisme in Frankrijk.
Waar komt de G-sleutel vandaan? Het teken voor de G-sleutel heeft zich ontwikkeld uit de letter G.De 'buik' van de G omcirkelt de tweede lijn waarop de toon g genoteerd is. In oude handschriften komen verschillende grafische varianten van de G-sleutel voor.
De bovenste balk (gespeeld met de rechterhand) heeft een F sleutel met een 8 eronder. Dit betekent: speel alle noten een octaaf lager dan genoteerd. Je gaat hier dus met de rechterhand over de linkerhand heen en speelt de twee laagste E's op de piano. Bekijk hier de uitleg over de G sleutel met ocavering omlaag.
Waar komt de bassleutel vandaan? De haak met twee bolletjes is afgeleid van de letter F.De lijn waarop de toon f genoteerd wordt valt precies tussen deze bolletjes. Rond het jaar 1000 was Guido van Arezzo de eerste die bedacht dat je verschillende toonhoogtes met lijnen en bolletjes kunt noteren.