Föhn. Een van de bekendste winden is de Föhn. De naam komt van het Gotische woord voor vuur (fôhn) en het Latijnse woord voor warme wind (favonius). In Europa is het meest voorkomend aan de noord- en zuidkant van de Alpen maar ook bij andere gebergtes komt deze wind voor.
De Mistral is de bekendste wind in Zuid-Frankrijk, maar ook hier komt de Tramontana voor. Het grootste verschil is dat de luchtstroom wordt versneld in de westelijker gelegen valleien tussen de Pyreneeën en het Centraal-Massief.
De sirocco, ook wel scirocco, siroc of jugo, is een zuidelijke wind, die hete en droge lucht uit de Sahara naar het noorden voert.
Tot in de zomer zijn de vaker noordelijke windrichtingen terug te zien.Vanaf de maand juni komt wel vaker een noordwestenwind voor dan een noordoostenwind. Met zo'n noordwestenwind wordt in juni vaak nog koudere lucht aangevoerd, wat we weer kennen als de schaapscheerderskou.
De Levante wind is samen met de Tramontana en Terral wellicht wel de bekendste windconditie in Spanje aangezien deze vaak te merken is aan de Middellandse Zee. De naam levante wordt dan ook veel herhaald in de Spaanse weerberichten waardoor de Spanjaarden en buitenlanders meer bekend zijn met deze windconditie.
We zeiden het al: passaten waaien tussen de subtropische hogedrukgebieden en de intertropische convergentiezone. De ITCZ verschuift onder invloed van het jaargetijde naar het noorden, het sterkst bij India en Bangladesh.
De Mistral is de wind die evenwijdig met de Rhônevallei waait. De Mistral wordt ook wel Mistral Général genoemd. Soms zijn er ook vanaf de hellingen van de Rhônevallei sterke valwinden. Dit noemt men de Mistral Local.
Ook in het zuiden van Europa gebruikt men veel vaker een lokale term. In Portugal staat de wind bekend als Xaroco en in Spanje spreken ze van Leveche.
De Mistral is een krachtige, relatief koude noordelijke wind die ontstaat over het zuiden van Frankrijk, vooral nabij de Rhonevallei.
Bora, Sirocco, Meltemi, Tramontana, Lebić, Mistral en Marin zijn de meest voorkomende winden van de Middellandse Zee.
De wind waait vrijwel nooit met een constante snelheid of uit dezelfde richting. Bereikt een windvlaag een snelheid van minstens 50 kilometer per uur, dan is er sprake van een windstoot. Zodra de windstoten snelheden van boven de 75 kilometer per uur bereiken, dan volgt er een waarschuwing voor zware windstoten.
Met het ruimen van de wind bedoelen we dat de windrichting verandert in de richting van de klok, bijvoorbeeld van het zuidwesten via het westen naar het noordwesten. Omgekeerd zal bij het krimpen van de wind de verandering gebeuren tegen de richting van de klok, bijvoorbeeld van zuid via zuidoost naar oost.
Waar waait het in Nederland het hardst? De hoogste windsnelheden worden in de regel langs de kust bereikt. Hier wordt de wind het minst geremd door obstakels en wrijving met het aardoppervlak. Op jaarbasis waait het in Nederland aan zee gemiddeld twee keer zo hard als in het diepe binnenland.
Dus als de wind 's avonds gaat liggen, is dat omdat de zon ondergaat. Als de zon fel schijnt, wordt de lucht boven land erg warm. Warme lucht zet uit en stijgt op. Hierdoor ontstaat er vlak boven land een gebied met lage luchtdruk, een thermische depressie.
De mistral waait regelmatig, zo'n 130 dagen per jaar en komt in elk seizoen voor, het vaakst in de winter en het voorjaar.
Op Gran Canaria wordt het klimaat hoofdzakelijk bepaald door een meestal waaiende noordoostelijke wind ook wel noordoostpasaat genoemd. Deze wind zorgt ervoor dat er geen grote temperatuur schommelingen zijn.
In België komt de wind overwegend uit het ZW. De gemiddelde windsnelheid van 6 à 7 m/s aan de kust neemt af tot 2 à 4 m/s in de valleien van Hoog-België en in Belgisch Lotharingen. Gemiddeld bereikt of overtreft de maximale windstoot om de 2 jaar de 35 m/s aan de kust en 23 à 30 m/s in het binnenland.
Gemiddelde windrichting in Nederland Het weer in ons kleine kikkerland vliegt vaak alle kanten op. Ons weer wordt beïnvloed door de Noordzee, maar ook de zuidwestelijke wind. Gemiddeld genomen komt de wind bijna 50% van de tijd uit het westen tot zuiden.
Iedereen ervaart fietsen in de wind anders. Voor sommigen kan windkracht 3 of 4 al te zwaar zijn voor het fietsen, anderen ervaren pas problemen bij windkracht 7 of 8. Blijf bij twijfel thuis en kies een ander moment om te gaan fietsen.
Bij een wind uit het noorden trekt de lucht over zee. In de winter is die lucht vanaf zee relatief zachter dan boven land, maar omdat de lucht afkomstig uit het noorden is, komt ook in de winter frissere en vochtige lucht aan. Zowel zomers als 's winters ligt de temperatuur door een noordenwind lager dan normaal.