De moderne tijd – ook wel nieuwste tijd genoemd – is de meest recente grote periode in de westerse geschiedenis. De moderne tijd volgde in Europa op de vroegmoderne tijd. Volgens de traditionele indeling wordt de Europese geschiedenis in drie perioden onderverdeeld: oudheid, middeleeuwen en nieuwe tijd.
tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) tijdvak 8: tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) / tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950)
De moderne tijd – ook wel nieuwste tijd genoemd – is de meest recente grote periode in de westerse geschiedenis. De moderne tijd volgde in Europa op de vroegmoderne tijd. Volgens de traditionele indeling wordt de Europese geschiedenis in drie perioden onderverdeeld: oudheid, middeleeuwen en nieuwe tijd.
De 19e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 19e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1801 tot en met 1900.
Perioden zijn gebaseerd op tijdrekenkunde (chronologie).Historici delen de geschiedenis van de mensheid op in tijdsperioden, als een doorlopende lijn van ontwikkeling. De perioden worden van elkaar onderscheiden door te kijken naar wat elke periode uniek maakt en hoe elke periode verschillend is van de vorige.
Soorten tijdperken in de geologische tijdschaal
De geschiedenis van de Aarde wordt ingedeeld in drie officiële eonen: Archeïcum, Proterozoïcum en Fanerozoïcum. Het Fanerozoïcum wordt weer ingedeeld in drie era's: Paleozoïcum, Mesozoïcum en Cenozoïcum. Op hun beurt worden era's weer ingedeeld in periodes.
De afgelopen 11 duizend jaar leefden we in het tijdperk Holoceen, maar wetenschappers zeggen nu bewijs te hebben gevonden dat we inmiddels in een nieuw geologisch tijdperk zitten: het Antropoceen.
De 20e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 20e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1901 tot en met 2000. De 20e eeuw behoort tot het 2e millennium.
renaissance/reformatie/ontdekkingsreizen | 1500 tot 1600
de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid; de protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had; het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
- Muisklik: Deze tijd duurde van 1700 tot 1800. Het is de 18e eeuw.
De term 'middeleeuwen' werd ook geboren tijdens de Renaissance. De middeleeuwen werden gezien als een periode tussen de klassieke oudheid en de huidige tijd, die de klassieke oudheid idealiseerde en weer terughaalde.
De 17e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 17e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1601 tot en met 1700.
De tijdlijn, genaamd Histography , laat het toe om te scrollen doorheen verschillende historische periodes en gebeurtenissen. Op de tijdlijn representeert elk puntje een historische gebeurtenis.
In feite is een periode (synoniem: tijdvak) vergelijkbaar met een stroming en op te vatten als een mentale constructie die de literatuurhistoricus gebruikt om tot een ordening en afbakening te komen op grond van literair-historisch feitenmateriaal.
Het eerste tijdvak gaat ook wel over de prehistorie. De prehistorie is ook wel de tijd voordat de mens dingen begon op te schrijven. De prehistorie eindigt met de komst van het schrift. Wel grappig om te weten is dat niet overal op de wereld dat op hetzelfde moment is.
Je leert drie 'soorten' geschiedenis kennen, waarbij elk zijn eigen accenten legt en eigen theorieën gebruikt: de cultuurgeschiedenis, de politieke geschiedenis en de economische en sociale geschiedenis.
De middeleeuwen (letterlijk tussenliggende eeuwen) (ca. 500 tot ca. 1500) vormen, in de historiografische indeling of periodisering van de geschiedenis van Europa, de periode tussen de klassieke oudheid en de vroegmoderne tijd.
De 19e eeuw was in de christelijke jaartelling de periode van 1801 tot en met 1900. Deze eeuw volgde op de 18e eeuw en kwam voor de 20e eeuw. De 19e eeuw staat vooral bekend om de Industriële Revolutie en wordt daarom ook wel de IJzeren Eeuw genoemd.
Kenmerkende aspecten: De industriële revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een industriële samenleving. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
Tegenwoordig zien we de Middeleeuwen als de periode tussen 500 en 1500 na Christus. De Renaissance kwam in de periode 1500-1600 helemaal tot zijn recht, maar was al ongeveer 100 tot 150 jaar daarvoor ontstaan in Italië.