Weltrede. De bovenste trede van een trap noemen we de weltrede, deze ligt met de bovenkant gelijk met de afgewerkte vloer.
De eerste trede van een trap, de bloktrede, is vaak groter dan de overige treden. De bovenste trede, die aansluit aan de verdiepingvloer, wordt weltrede of welstuk genoemd.
Vide: de open ruimte die ontstaat tussen meerdere verdiepingen. Hier plaatsen wij een balustrade, zodat u niet naar beneden kunt vallen. Optrede: De hoogte tussen twee traptrede, noemen wij de optrede van de trap. Aantrede: De diepte van de traptrede, noemen wij de aantrede van de trap.
De aantrede betreft de horizontale afstand tussen twee voorzijden van opeenvolgende treden. De optrede betreft de verticale afstand tussen de bovenzijden van opeenvolgende treden. Een van de criteria is dat de aantrede altijd minimaal 22 cm moet zijn. De optrede mag maximaal 18,8 cm hoog zijn.
De trede of traptrede is het horizontale gedeelte je je voet op zet wanneer je op de trap loopt. We maken onderscheid in rechte en verdreven treden. Bij een rechte trede is de afmeting aan de zijkanten gelijk, dus een rechthoek. Een verdreven trede heeft een smalle en een bredere kant.
Keukentrap van 2 tot 8 treden
Afhankelijk van de hoogte die je wilt bereiken, kies je het aantal treden. De meest gekozen maat is een keukentrap met 5 treden, maar met meer treden kom je natuurlijk nóg hoger.
Trede = van trap De planken, waar men zijn voeten op zet wanneer men naar boven gaat: dat zijn de treden. Bij een laddertrap zijn deze opzij in de trapbomen geschoven; een dergelijke trap bestaat uit niet meer dan bomen en treden. Ee... stenen drempels = treden bij de drempel van een deur.
Een trap is meestal opgebouwd uit traptreden, stootborden en trapbomen die samen een stabiel geheel vormen. Een traptrede is het deel van de trap waar men de voet op zet bij het traplopen. Een steek is een ononderbroken opeenvolging van ten minste drie treden bij een rechte trap.
De looplijn is de lijn waarop de trap het veiligst en meest comfortabel kan worden belopen. Indien er sprake is van een rechte steektrap ligt de looplijn over de hele breedte van de traptrede.Bij een spiltrap ligt de looplijn daar waar de aantreden aan elkaar gelijk zijn.
Voor een normale binnentrap voor woningen is een aantrede van 220 tot 250 mm gewenst met een optrede van 175 tot 185 mm (220 mm is de minimale diepte van de aantrede en 188 mm is de maximale hoogte van de optrede in Bouwbesluit 2012).
Balustrade. De balustrade is het (schuine) hekwerk langs de open zijde van een trap, dit noemen we de balustrade. De balustrade zorgt ervoor dat men (aan de zijkant) niet van de trap kan vallen. De balustrade is iets anders dan het soms verwarde “verdieping hekwerk”.
De trapwang is de zijkant van de trap. Een klassieke trap is opgebouwd uit treden die tussen twee 'wangen' zitten. De trapwang geeft steun je trap. Bij moderne trappen valt de steunfunctie soms weg en heeft de trapwang vooral een decoratieve waarde.
welstuk. Ook, soms: weltrede. Het welstuk is de bovenste traptrede die aansluit op de verdiepingvloer, vaak minder diep dan de andere treden. In een gedeelte van de deze trede kan een inkeping worden voorzien zodat de verdiepingvloer daarin kan rusten.
Een bloktrede geeft een esthetische meerwaarde aan het begin van een trap. Het is een vergrote traptree die als een blok buiten de trap uitsteekt. Door een of meer bloktreden toe te passen krijgt een trap meer allure en een chiquer aanzien.
Stootborden zijn de (schop)planken die tussen de treden zitten om je trap dicht te maken. Een dichte trap brengt natuurlijk ook voordelen met zich mee. Zo zorgt het voor meer geluidsdichtheid en minder warmteverlies.
Het is wenselijk om de trap op en af te gaan met wat vrije ruimte boven je hoofd. Daarom is besloten dat dit tegenwoordig minimaal 2.30 meter moet zijn. Nogmaals, wij adviseren minimaal 2,10 meter aan te houden.
De looplijn is de afstand van de gebruikelijke weg die lopend wordt afgelegd, bijvoorbeeld tussen een parkeerplaats en een winkelcentrum.
trap (zn) : brandtrap, ladder, opgang, wenteltrap, zoldertrap. trap (zn) : hengst, kick, schop, schot, stamp, stoot.
De verhouding tussen op- en aantrede bepaalt de helling van de trap. Een hellingsgraad van 42 graden is courant voor woningen, in openbare gebouwen is 33 graden voorkomend. De hoogte van de leuning bevindt zich meestal tussen de 90 en 100 centimeter.
Een normale verdieping telt tussen de 12 en de 20 trappen. Dus één verdieping oplopen zal je een dikke 3 calorieën laten verbranden. Met één verdieping maak je dus geen immens verschil.
Ladders kunnen worden uitgevoerd met sporten of treden. Treden hebben een horizontaal en dieper stavlak dan sporten. Ladders met treden worden in het Nederlands trappen of trapladders genoemd.
Een trapgat is een opening die naar de eerstvolgende verdieping of zoldervloer loopt. Naast dat een trap goed beloopbaar moet zijn is het ook noodzaak om rekening te houden met eventuele meubels die door het trapgat moeten passen. Bij de gedachte aan een trapgat kunnen verschillende vragen naar bovenkomen.