Meestal begint een strafzaak bij de politie. De officier van justitie besluit vervolgens wel of niet te vervolgen. Bij vervolging doet de rechter een uitspraak (vonnis). In het strafrecht geldt dat de verdachte onschuldig blijft totdat het tegendeel is bewezen.
Als er wel een verdachte is, en als er voldoende bewijs is verzameld, kan vervolging wel plaatsvinden en zal de officier van justitie de vervolging instellen. Dat houdt in dat de officier van justitie een dagvaarding uitbrengt om de verdachte voor een zittingsrechter te brengen.
De meeste misdrijven zijn ambtshalve vervolgbaar. Dat wil zeggen dat de verdachte ook zonder dat er aangifte is gedaan vervolgd kan worden. Bij een klein aantal delicten kan het wel nodig zijn dat er aangifte gedaan wordt.
Bij een strafbaar feit kan het Openbaar Ministerie (OM) besluiten om een verdachte te vervolgen. De verdachte moet dan voor de rechter komen. Het OM kan ook beslissen een verdachte niet te vervolgen. Bijvoorbeeld omdat er niet genoeg bewijs is.
Het Openbaar Ministerie is niet verplicht om elke dader te vervolgen of elk strafbaar feit te onderzoeken. In de praktijk is het de officier van justitie die uiteindelijk beslist of een zaak wordt onderzocht of niet.
Verdachte zijn betekent dat er een redelijk vermoeden aanwezig is dat u een strafbaar feit heeft gepleegd, zoals vermeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering. Het feit dat de politie een onderzoek tegen u is begonnen kan betekenen dat u al verdachte bent, maar dat hoeft niet.
een handeling voortzetten of de draad opniew opnemen. niet rusten voor iemand bestraft of geweld aangedaan is.
Meestal begint een strafzaak bij de politie. De officier van justitie besluit vervolgens wel of niet te vervolgen. Bij vervolging doet de rechter een uitspraak (vonnis). In het strafrecht geldt dat de verdachte onschuldig blijft totdat het tegendeel is bewezen.
De eindverantwoordelijkheid voor de opsporing ligt bij het OM; officieren van justitie hebben het gezag over politieonderzoeken van de politie.
De officier van justitie behandelt
Dan geeft de politie de zaak door aan de officier van justitie. De officier van justitie behandelt de zaak verder. Je ontvangt een brief van het Openbaar Ministerie met het formulier 'Gegevens slachtoffer' en Wensenformulier.
Bij overtredingen blijven de gegevens 5 jaar bewaard (als er een taakstraf of vrijheidsstrafvoor is opgelegd blijven ze 10 jaar bewaard). Voor misdrijven blijft het 20 jaar; of 30 jaar bewaard (als de maximale straf van het strafbare feit 6 jaar of meer is) en. Bij zedenmisdrijven blijft het 80 jaar bewaard.
Als je aangifte doet, verzoek je om strafvervolging. Dit betekent dat je wil dat de dader gestraft wordt. Doe je een melding, dan stel je de politie op de hoogte van de situatie.
Bewijsregels. In hoofdlijnen en vrij vertaald gelden de volgende bewijsregels binnen het strafrecht; Voor een bewezenverklaring zijn slechts twee bewijsmiddelen nodig. Dit noemen we ook wel het strafrechtelijk bewijsminimum.
Als u terecht moet staan voor een strafbaar feit, ontvangt u een dagvaarding om voor de rechter te verschijnen. Als u niet zelf naar de zitting wilt, mag u de verdediging ook overlaten aan uw advocaat. U moet uw advocaat daarvoor wel machtigen. En de rechter moet hiermee instemmen.
Sinds 1 maart 2017 heeft een verdachte recht op bijstand van een advocaat voorafgaand en tijdens het politieverhoor. De politie mag u bij een verdenking van een ernstig feit iets langer vasthouden voor onderzoek dan vroeger. Zo is er voldoende tijd voor de bijstand van een advocaat rondom het politieverhoor.
U mag ook zelf informatie vragen over uw zaak aan de politie of het OM. U kunt ook informatie over uw aangifte, het onderzoek en de eventuele strafzaak vragen bij het Slachtofferloket.
De korpschef heeft de leiding over de nationale politie. De minister van Justitie en Veiligheid (JenV) is eindverantwoordelijk voor het goed functioneren van de politie. De Inspectie Justitie en Veiligheid ziet erop toe dat de politie haar taken goed uitvoert.
U kunt een brief schrijven aan de officier van justitie. Op de brief die u heeft gekregen of op Mijn Politie vindt u de contactgegevens van de officier van justitie. In de brief vertelt u waarom u vindt dat uw zaak moet worden onderzocht. Slachtofferhulp Nederland kan u daar mee helpen.
Een strafrechtelijke procedure is een procedure waarin het Openbaar Ministerie (OM) de verdachte vervolgt voor een strafbaar feit. De rechter beoordeelt of het strafbare feit is begaan en of de verdachte een straf opgelegd moet krijgen. En zo ja, welke straf.
Een verdachte vier jaar laten wachten op de behandeling van zijn zaak is in strijd met artikel 6 van het Europese verdrag voor de rechten van de mens. Daarin wordt iedere burger een eerlijk proces gegarandeerd.
Na ongeveer 6 maanden krijgt u een brief van Parket CVOM. De officier van justitie heeft uw beroep dan bekeken en laat u weten dat: u alsnog in het gelijk wordt gesteld òf. dat uw zaak wordt voorgelegd aan de kantonrechter en daarom wordt doorgestuurd naar de rechtbank.
Een sepot betekent dat u niet langer als verdachte wordt beschouwd. U wordt niet vervolgd en de strafzaak is voor justitie afgedaan. Wanneer de politie (mondeling) tegen u zegt dat de zaak wordt geseponeerd, moet u altijd vragen om een schriftelijke bevestiging.
Artikel 12 Sv-procedure
Deze procedure is vastgelegd in de artikelen 12 en verder van het Wetboek van Strafvordering. Vaak wordt daarom gesproken van een '12 Sv-procedure' of een 'procedure klacht niet-vervolging'. Deze procedure is voor iedere belanghebbende zonder bijstand van een advocaat toegankelijk.
strafrecht: beslissing van het Openbaar Ministerie om al dan niet te vervolgen.