De afname van stamcellen gebeurt bij donoren altijd in het LUMC in Leiden of in het Radboudumc in Nijmegen. Er zijn twee manieren om stamcellen af te nemen. Het kan via het bloed (PBSC: perifere stamcelbloeddonatie) of via het beenmerg. In tweederde van de gevallen wordt gekozen voor stamceldonatie via het bloed.
Stamcellen doneren uit het beenmerg doet geen pijn, de donatie is namelijk altijd onder algehele narcose. Ingewikkeld is de afname niet. In de ochtend word je verwacht op de afdeling en word je onder narcose gebracht. Met een dikke naald worden de stamcellen uit de achterste rand van het bekken gehaald.
Stamceldonoren - stamcellen afstaan door ze uit het beenmerg te verzamelen. Hier wordt algemene informatie gegeven aan donoren die stamcellen gaan afstaan door ze uit het beenmerg te verzamelen. Voor een stamceltransplantatie kunnen de stamcellen bij een donor verzameld worden uit het beenmerg of uit het perifere bloed ...
Het oogsten van de stamcellen
De donor wordt met 2 infusen aan een leukaferese-apparaat, een speciaal centrifuge-apparaat, gekoppeld. Via het ene infuus komt het donorbloed in het leukaferese-apparaat terecht. Het leukaferese-apparaat centrifugeert het bloed. Hierdoor scheiden de stamcellen zich van andere bloedcellen.
Aan het afnemen van het beenmerg zelf zijn geen risico's verbonden, behalve het geringe risico van de algehele narcose. Er kan een lichte bloedarmoede ontstaan na de beenmerg-afname, wat vermoeidheid kan veroorzaken. Vaak krijgt u voor een maand ijzertabletten mee om dit tekort weer aan te vullen.
Je eetlust keert beetje bij beetje terug. Als je weer naar huis mag, zijn je afweersysteem en conditie nog niet volledig hersteld. Gemiddeld duurt dit na een allogene transplantatie een jaar. Tijdens dit jaar kun je beperkt worden in je dagelijks leven.
Een stamceltransplantatie is zwaar. Niet iedereen kan zo'n behandeling aan. Mensen die ouder zijn dan 70 jaar kunnen geen stamceltransplantatie krijgen omdat de bijwerkingen te zwaar zijn. Sommige mensen die jonger zijn dan 70 jaar zijn niet fit genoeg voor een stamceltransplantatie.
Met een speciale techniek, afarese genaamd, kunnen stamcellen uit het bloed worden gehaald. De donor krijgt in beide armen een infuus. Via het ene infuus stroomt bloed naar een hemafareseapparaat, een soort centrifuge. Hierin worden de verschillende bloedcellen van elkaar gescheiden en worden de stamcellen verzameld.
De meeste bevinden zich in het beenmerg, maar ook in de bloedbaan kunnen soms stamcellen gevonden worden: dit zijn de zogenaamde perifere bloed stamcellen. Stamcellen verschillen van andere cellen in het lichaam omdat zij zich nog kunnen delen.
Algemene conditie, vermoeidheid en concentratievermindering
Het kan nodig zijn om hulp in te schakelen voor zware huishoudelijke taken. Het herstel van uw conditie kan maanden in beslag nemen. Wij adviseren u om uw energie zo goed mogelijk te verdelen over de dag en zo nodig rust te nemen.
Criteria voor stamceldonoren
U mag geen ziekten hebben die via bloed overdraagbaar zijn en die nadelig kunnen zijn voor de ontvanger. De patiënt en u moeten een identieke weefseltypering (HLA-typering) hebben. Uw eigen bloedvorming in het beenmerg moet normaal zijn. U mag niet zwanger zijn.
In de afgelopen jaren is het bestand met stamceldonoren flink gegroeid, tot inmiddels ruim 300.000 ingeschreven personen. Per stamceldonor, kost het Matchis ongeveer 35 euro om iemand in te schrijven in het bestand. Dit komt omdat iedereen een registratiesetje krijgt om wangslijmvlies op te sturen.
De stamceltransplantatie zelf is niet pijnlijk. De stamcellen worden via een infuus in de het bloed toegediend. Dit lijkt op een bloedtransfusie.
Een autologe stamceltransplantatie wordt toegepast bij de behandeling van een aantal kwaadaardige bloedziektes zoals leukemie, lymfklierkanker en multipel myeloom (ziekte van Kahler).
Iedereen die aan de gezondheidseisen voldoet, in Nederland woont en in de leeftijdscategorie 18 tot en met 35 jaar valt, kan zich kosteloos aanmelden als stamceldonor.
Naast deze drie zijn er nog veel meer soorten cellen binnen een organisme, namelijk ongeveer 220 verschillende soorten! Ooit waren deze cellen allemaal hetzelfde. Cellen die nog geen specifieke functie hebben, en dus eigenlijk allemaal nog hetzelfde zijn, noemen we stamcellen.
Naast embryonale stamcellen zijn er ook "volwassen" stamcellen. Dit zijn weefsel specifieke stamcellen die zich ook kunnen vermenigvuldigen, alhoewel ze in vergelijking met embryonale stamcellen vlugger oud worden.
Stamcellen leven levenslang, want ze kunnen zich 'stil houden' zolang er geen signaalstoffen komen om hen te activeren.
Het duurt ongeveer 2 weken voordat een stamcel uitgegroeid is tot een volwassen bloedcel. Vaak ontvangt u na de transplantatie groeihormonen (G-CSF) om de groei van de stamcellen te versnellen. Wanneer er voldoende witte bloedcellen in uw bloed zitten, is dit het einde van de dip en het begin van het herstel.
Bij een beenmergpunctie prikt de arts met een holle naald de beenmergholte aan om een staal op te zuigen voor onderzoek. De meest geschikte plaats om dit te doen is de heupkam. In zeldzame gevallen wordt de voorkeur gegeven aan het borstbeen.
Een autologe stamceltransplantatie is alleen maar mogelijk als er eerst voldoende remissie is: dit betekent dat er in het beenmerg of elders in het lichaam weinig of geen ziektetekens of symptomen meer zijn van de kankercellen (bijv. bij lymfeklierkanker).
Deze bloedstamcellen worden voortdurend door het lichaam vervangen, je kunt ze dus makkelijk missen en hebt ze zo weer aangemaakt. Ben je gezond, minstens 18 jaar, niet ouder dan 55 en woon je in Nederland? Dan kun je je aanmelden als stamceldonor. Voor personen tussen de 18 en 35 jaar is de aanmelding kosteloos.
Als een stamceltransplantatie mislukt, kunt u overlijden. Dit kan komen doordat de donorstamcellen niet aanslaan.
Als alles goed gaat, komt de patiënt één dag na de stamceltransplantatie terug naar MMC. Op de afdeling hematologie zijn een aantal isolatiekamers beschikbaar waar patiënten gemiddeld twee tot drie weken verblijven. Dit zijn cruciale weken in het herstel, die voor de patiënt intensief zijn.
Multipel Myeloom is niet te genezen. Het is meestal wel mogelijk om de ziekte langere tijd tot rust te brengen. U heeft dan minder klachten. Na een korte of langere tijd komen de klachten wel terug.