Als je een verandering ingaat, zorg dat je van te voren het gesprek opent over de weerstand die in dit traject gaat ontstaan. Bespreek minimaal dat de weerstand er hoe dan ook gaat komen en dat het prima is dat weerstand ontstaat. Laat het er zijn. Spreek als team af hoe je elkaar op zo'n moment nog steeds kan vinden.
Verschillende situaties
Benoemen: zeg hardop dat je weerstand voelt: dat geeft de ander de gelegenheid te reageren en aan te geven wat zijn bezwaren zijn. Erkennen: laat weten dat je begrijpt dat de ander weerstand voelt: dat maakt dat de ander zich gehoord voelt en dat neemt een deel van de weerstand vaak al weg.
Mensen hebben weerstand tegen veranderingen. Iemand met weerstand is emotioneel, koppig en enigszins irrationeel. Veranderingen leiden tot een soort rouwproces met gevoelens van ontkenning, een vecht of vlucht reactie en uiteindelijk ook de berusting en het zien en benutten van nieuwe kansen.
Het ontstaan van weerstand
Weerstand is een verzet tegen verandering. Je ziet het wanneer deze verandering te snel gebeurt of niet duidelijk is. Omgaan met weerstand is ook moeilijk wanneer je geen begrip toont voor de ander en hen te veel onder druk zet. Dat maakt de weerstand groter.
Deze uitdrukking betekent 'tegenstand bieden aan'. Bij weerstand bieden hoort het voorzetsel aan. Bijvoorbeeld: Aan die verleiding kon ik geen weerstand bieden.
Weerstand is een gevoel van afweer en kan in tal van situaties de kop opsteken.
Voor een weerstand is er volgens de wet van Ohm een vaste verhouding tussen de aangelegde spanning en de stroom die erdoorheen gaat. Deze verhouding is de weerstandswaarde, of kortweg weerstand. De weerstand wordt uitgedrukt in de afgeleide SI-eenheid ohm, symbool: Ω.
Weerstand tegen iets zegt niet alleen wat iemand niet wil maar er zit ook een behoefte achter wat ze wel willen. Heel vaak zit achter de weerstand ook een idee hoe dingen beter kunnen. Je krijgt vaak te maken met het uiten van weerstand tegen verandering als iemand vindt dat de verandering niet de goede is.
WWK-model: Inzicht in veranderbereidheid bij verandering
Medewerkers en leiding zijn bereid te veranderen en eigenaarschap te tonen voor de verandering als ze 'weten' wat de verandering betekent, als ze de verandering 'willen' en als ze de verandering en de nieuwe manier van werken aan 'kunnen'.
De weerstand van een geleider is afhankelijk van de temperatuur. Als de temperatuur stijgt, neemt de weerstand van de meeste geleiders toe, van o.a. koolstof neemt de weerstand daarentegen af.
Dus: hoe hoger de spanning, hoe hoger de temperatuur en hoe groter de weerstand. Bij een lampje is de weerstand (R) dus groter bij grotere spanning.
Oneindige weerstand (open stroomkring) wordt op het display van sommige multimeters weergegeven als OL. Dit betekent dat de weerstand groter is dan het instrument kan meten. Weerstandsmetingen moeten plaatsvinden bij spanningsloze stroomkring, anders zou het meetinstrument of de stroomkring beschadigd kunnen raken.
In een definitie van weerstand als cognitieve toestand gaat het erom dat mensen nog niet toe zijn aan de verandering. Dat kan betekenen dat zij nog niet weten wat de veran - dering inhoudt of dat zij bedenkingen hebben bij de verandering.
Interne en externe drempels
Denk hierbij aan de dingen die je tegen jezelf zegt of de veronderstellingen van je eigen kunnen (“Ik kan niet goed verkopen” of “mensen zitten toch niet op mij te wachten”). Externe drempels gaan over negatief gedrag van anderen waardoor je je tegen laat houden.
Veranderprojecten kunnen leuker, leerzamer en vooral succesvoller zijn. Gun je team de tijd voor de verandering. Veranderen is wennen en het is ook afleren en aanleren van gedrag. Doe kleine stappen zodat er vertrouwen onstaat.