Hij staat prachtig in de iets grotere tuin, de kroon kan tot 10 meter breed worden. De bladeren zijn donkergroen, eirond, langwerpig, 6 tot 15 cm groot en hebben een mooie geelrode herfstverkleuring. De bloei in april - mei is rijkelijk met enkelvoudige, witte bloesems van circa 3 cm groot.
1: De ideale standplaats: Hier voelt de kersenboom zich het prettigst. Een kersenboom in de tuin planten betekent voldoende ruimte hebben. Afhankelijk van de variëteit kan een kersenboom 10 tot 50 vierkante meter in beslag nemen. De plaats moet zo worden gekozen dat hij de hele dag van de volle zon kan genieten.
De boom wordt in totaal ongeveer 2.5 tot 3 meter breed. Appel, kersen en pruimenbomen worden vaak wat breder dan perenbomen. Dus die laatste zijn een goede optie voor wanneer de boom niet teveel horizontale ruimte in beslag mage nemen.
Kersenbomen hebben een voorkeur voor een standplaats in volle zon, het liefst op het zuiden. Dat is belangrijk voor de vorming van hun bloesems en vruchten. De hoogte is afhankelijk van de soort.Zo kan de zure kers (Prunus cerasus) 7 tot 8 meter en de zoete kers (Prunus avium) 20 meter hoog worden.
Hoever moeten fruitbomen uit elkaar staan? Voor hoogstam moet 8 tot 10 m afstand tussen de bomen gerespecteerd worden, voor halfstam 4 tot 6 m en voor laagstam 2 tot 4 m. Sommige fruitsoorten zoals kweepeer, pruim en perzik nemen als hoogstam minder plaats in dan appel en peren in hoogstamvorm.
De meeste laagstam fruitbomen worden ongeveer 2 tot 3 meter hoog en ongeveer 150 tot 200cm breed. Dit klinkt erg hoog, maar valt vaak erg mee als je er naast staat.
Een plantafstand die voor de meeste appels en peren volstaat is 8 bij 8 tot 10 bij 10 meter.Pruimen hebben genoeg aan een onderlinge afstand van 6 bij 6 meter. Vroeger werden fruitbomen meestal in een strak stramien geplant. Dat zag er niet alleen netjes uit, het vergemakkelijkte ook het onderhoud van de boomgaard.
Het klein houden van een Kersenboom vergt enige energie tijdens de snoeiperiode. Het is niet de bedoeling dat u de boom volledig kortwiekt. Want dit heeft invloed op de oogst die daarna in de zomer volgt. Snoei daarom altijd pas na de oogst, hierbij kunt u dode, beschadigde en kruisende takken wegsnoeien.
Hoe snel groeit een kersenboom? Een kersenboom (middel/hoog-stam) groeit snel. Tussen de 30 en 60 cm per jaar.Kleinere soorten kunnen 20 tot 25cm per jaar groeien.
Zoete kersen zijn erg veeleisend: vochthoudende, diep doorwortelbare, lichte kleigrond hebben ze het liefst. De beste planttijd is november, maar later, tot eind februari kan ook, zolang het maar niet vriest. De plantafstand voor hoogstambomen bedraagt minimaal 8 meter.
Een appelboom en een perenboom kunnen elkaar niet bestuiven. Bestuiving is wel van belang om fruit te kunnen plukken, want zonder bestuiving komen er na de bloei geen vruchten in de boom.
Bij deze laagstammen begint de vertakking al ongeveer vanaf 40 à 50 centimeter hoogte. Door te snoeien kunt u de bomen beperken tot een hoogte tussen de 2 en 3 meter. Als u minder snoeit kan een laagstam kers uitgroeien tot 3 à 5 meter.
Vijgenbomen. In staat om te gedijen in verschillende klimaten en grondsoorten zijn ook vijgenbomen een makkelijke fruitboom voor in de achtertuin. “Vijgenbomen vereisen minimale snoei, meestal beperkt tot het verwijderen van dode of beschadigde takken.
De Prunus cerasus (zure kers) geeft na twee jaar de eerste vruchten en de Prunus avium na vier jaar.
Om de kersenboom goed te kunnen verzorgen, heeft een gemiddelde fruitboom 30/40 liter water per week nodig. Dit klinkt even heel veel, maar in het najaar en voorjaar hoeft u zich in Nederland geen zorgen te maken. De boom absorbeert genoeg vanuit de grond. In de zomer wordt het anders.
Hoe oud een kersenboom kan worden, hangt af van de soort en verzorging. De typische levensduur van een kersenboom is tussen de 16 en 20 jaar. Zwarte kersenbomen (Prunus serotina) kunnen 250 jaar worden, maar de gemiddelde levensduur van een zwarte kers is 100 jaar.
Fruitbomen kunnen best breed worden, zowel bovengronds als ondergronds. De wortels van de boom kunnen ongeveer net zo ver uitspreiden als de takken. Zorg dan ook dat de boom genoeg ruimte heeft om te groeien en plaats deze bijvoorbeeld niet te dicht naast een gebouw of oprit.
De kersenboom of kerselaar
Een kersenboom is extra gevoelig voor ziektes en moet eigenlijk zo min mogelijk gesnoeid worden. Daarom moet je bij een kersenboom de takken nooit te glad snoeien. Laat stompjes staan van een paar centimeter om zo schimmels en infecties te voorkomen.
Halfstam kersenbomen hebben een stam van ongeveer 1 meter hoog met daarboven de kruin. Wat betreft de hoogte van de vertakking vallen ze tussen laag- en hoog-stam bomen in. De uiteindelijke hoogte die deze halfstammen behalen is ongeveer 4 tot 6 meter.
De boomspiegel is de ruimte rondom de boomstam die meestal vrij wordt gehouden. Via de boomspiegel krijgen de wortels voldoende lucht en water. Deze ruimte onder de boom kunt u goed beplanten; dubbel plezier van hetzelfde stukje aarde!
Er zijn kersenrassen welke in meer of mindere mate zelfbestuivend zijn maar er zijn ook rassen die kruisbestuiving met andere ongeveer gelijktijdig bloeiende rassen nodig hebben voor een goede vruchtzetting. Het zou dus best kunnen dat je een kersenboom hebt waarbij kruisbestuiving met een ander ras noodzakelijk is.
Een goede bestuivende Kersenboom met een heerlijke smaak zijn bijvoorbeeld Kordia, Regina en Stella. Voor de kruisbestuivende Kersenbomen kunt u denken aan de Varikse Zwarte en de Dubbele Meikers.
Hoever moeten fruitbomen uit elkaar staan? Voor hoogstam moet 8 tot 10 m afstand tussen de bomen gerespecteerd worden, voor halfstam 4 tot 6 m en voor laagstam 2 tot 4 m.
Een hoogstam kersenboom is erg populair omdat deze boom het snelste vrucht geeft. Deze boom kan wel 7 meter hoog worden.
De fruitbomen die snel vruchten geven zijn appel- en pruimenbomen.