Bij CIN 3 is de kans dat er uiteindelijk baarmoederhalskanker ontstaat groter. Daarom adviseren artsen bij CIN 3 bijna altijd om je te laten behandelen. Zo kun je voorkomen dat CIN 3 overgaat in baarmoederhalskanker.
CIN3: histologisch matig tot ernstige afwijkingen. De kans dat deze afwijkingen vanzelf verdwijnen wordt kleiner. Er is sprake van een voorstadium van kanker. Behandeling is nodig bij deze uitslag.
Bij CIN II en III bestaat de behandeling meestal uit een lis-excisie of conisatie.
CIN3: de cellen van de baarmoederhals zijn heel erg veranderd. Zonder behandeling kan dit baarmoederhalskanker worden. Hierbij is altijd behandeling nodig. De kans dat de veranderde cellen vanzelf verdwijnen is erg klein.
Als jouw lichaam het virus niet zelf opruimt, kan dit zorgen voor veranderingen in je cellen. Deze afwijkende cellen verdwijnen ook vaak vanzelf. Als je besmet bent met een hoog risico-HPV, kunnen deze afwijkende cellen zich in zeldzame gevallen ontwikkelen tot (voorstadia van) kankercellen.
HPV in het kort
Op korte termijn kan dit leiden tot genitale wratten. Op lange termijn kun je 6 verschillende soorten HPV-kanker krijgen: baarmoederhalskanker, kanker aan de mond- en keelholte, kanker aan de vagina, kanker aan de schaamlippen, anuskanker en peniskanker.
Vaak merk je niets van een infectie en meestal ruimt het lichaam de infectie binnen 1 tot 2 jaar zelf op. Soms gebeurt dat niet, en kan na 10 tot 15 jaar kanker ontstaan. Andere typen HPV, zoals typen 6 en 11, kunnen leiden tot genitale wratten (wratten bij de vagina of penis).
Klachten en symptomen
onregelmatig en veel bloedverlies tussen de menstruaties door. bloedverlies bij het plassen of andere plasklachten. vrouwen met baarmoederkanker in een vergevorderd stadium kunnen last hebben van moeheid, vermagering en/of buikpijn.
Ontstaan baarmoederhalskanker
Bij een aantal afwijkende cellen spreekt men nog van een voorstadium van baarmoederhalskanker. Gaat deze deling echter zo snel dat er veel afwijkende cellen groeien, dan kan baarmoederhalskanker ontstaan. Dit proces van voorstadium naar kanker kan soms tien tot vijftien jaar duren.
Weer thuis na conisatie
Houd na de operatie een week rust. Doe in die periode ook geen huishoudelijk werk. Tot ongeveer twee tot drie weken na de operatie kun u last hebben van bloederige afscheiding.
Afwijkingen aan de cellen van de baarmoederhals geven in het begin geen klachten. Het eerste verschijnsel dat u zelf kunt opmerken is een bloederige of bruinige, riekende afscheiding, buiten de gewone menstruatiecyclus, of bloedverlies tijdens of vlak na geslachtsgemeenschap. Dit noemen we ook wel een contactbloeding.
Als de tumor groeit kan de kanker zich uitbreiden naar de schede of naar het steunweefsel rond de baarmoedermond. In een later stadium kan uitbreiding ontstaan naar de blaas, de endeldarm of de buikholte. Er kunnen ook tumorcellen losraken en via het lymfestelsel en/of de bloedbaan worden verspreid.
Een operatie om te genezen van baarmoederhalskanker
Bij een operatie haalt de gynaecoloog de kwaadaardige cellen weg. Welke operatie u krijgt, hangt bijvoorbeeld af van het stadium waarin de ziekte bij u is, uw leeftijd en of u nog kinderen wilt. Deze operatie heet conisatie.
Bij blijvende aanwezigheid van HPV kunnen uiteraard ook de dysplastische cellen terugkeren. Nauwe opvolging blijft in dat geval belangrijk. Bij de meerderheid van de patiënten verdwijnt het HPV dat zich in de afwijkende cellen heeft genesteld met de conisatie.
Baarmoederhalskanker ontstaat heel langzaam. In het begin zijn er vaak geen klachten. De eerste symptomen kunnen zijn: abnormaal bloedverlies uit de vagina, of afscheiding die er anders uitziet dan normaal.
De verpleegkundige verwijdert de tampon en katheter na enkele uren. ► De ingreep duurt zo'n 20 minuten en gebeurt in dagopname. Je moet dus niet in het ziekenhuis overnachten en mag dezelfde dag weer naar huis.
Totaaloverzicht cijfers baarmoederhalskanker
Van alle vrouwen die tussen 2001 en 2010 de diagnose baarmoederhalskanker kregen, was 66% na vijf jaar nog in leven. Van de groep vrouwen die tussen 2011 en 2018 de diagnose baarmoederhalskanker kreeg, is nog niet iedereen de vijf jaar sinds de diagnose gepasseerd.
Er zijn 3 soorten CIN afwijkingen: CIN 1: het weefsel heeft milde afwijkingen. CIN 2: het weefsel heeft matige afwijkingen. CIN 3: het weefsel heeft ernstige afwijkingen, maar er zijn geen kankercellen.
Er kunnen ook uitzaaiingen zijn in de botten, de longen of in de lever. Misschien stuurt de gynaecoloog u door naar een ander ziekenhuis. De behandeling van baarmoederhalskanker gebeurt in een aantal gespecialiseerde ziekenhuizen.
Baarmoederkanker groeit over het algemeen langzaam. In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 1700 vrouwen baarmoederkanker vastgesteld. De meeste vrouwen zijn tussen de 55 en 80 jaar. De kans op genezing is afhankelijk van het stadium waarin de ziekte wordt ontdekt.
Baarmoederkanker en de behandeling ervan kunnen invloed hebben op je leven. De meeste vrouwen hebben weinig blijvende klachten. Maar er zijn ook vrouwen die last blijven houden van de gevolgen van de behandeling. Bijvoorbeeld van lymfoedeem, darmproblemen en problemen met plassen.
HPV/overdracht/ besmetting Krijg je HPV ook van (tong)zoenen? Het is niet goed bekend of je een HPV-infectie in de mond kan oplopen door (tong)zoenen. Wel weten we dat HPV door orale seks overgedragen kan worden.
FABEL: Vitamine A en foliumzuur helpen net zo goed tegen een HPV-infectie.
Ja, je kunt seks hebben als je HPV hebt. Bijna iedere volwassen persoon heeft wel eens HPV gehad. Je hoeft je daar geen zorgen over te maken.