De aardingskabel moet minimaal 6mm2 zijn. De kabel moet worden aangesloten op een goed aardingspunt. Vaak wordt de aardingskabel aangesloten op de omvormer. De omvormer is natuurlijk ook geaard maar omdat de aardingskabel van de omvormer naar de hoofdaarde vaak slechts 2,5mm2 is heeft dit weinig zin.
Zonnepanelen aarden is toch niet nodig? De zonnepanelen zelf zijn dubbel geïsoleerd en daarom is het aarden hiervan niet nodig. De metalen constructie waarop de zonnepanelen liggen dienen wél geaard te worden.
Het aarden van zonnepanelen houdt in dat de zonnepanelen via een kabel met de aarde worden verbonden om beschadigingen door overbelasting van de energie te voorkomen. Het is te vergelijken met een geaarde contactdoos waarop u elektrische apparaten aansluit.
Let op! Ook als zonnepanelen nog niet zijn aangesloten op het stroomnetwerk en de zon schijnt flink, kun je een schok krijgen. Let dus goed op waar je de zonnepanelen vastpakt!
Volgens de nieuwe NEN1010 is het verplicht voor installateurs om een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, zodat u veilig werken aan de omvormer indien noodzakelijk. Voornamelijk belangrijk als met meerdere mensen aan de set wordt gewerkt, of als de omvormer ver van de groepenkast hangt.
Kan ik de zonnepanelen aanraken zonder gevaar voor elektrocutie? Ja. Zonnepanelen moeten voldoen aan specifieke IEC-normen (de IEC, de International Electrotechnical Commission, ontwikkelt algemene internationale normen voor de veiligheid van elektrische componenten en apparatuur).
Dit doe je door ze ofwel op elkaar te bevestigen met een verbindingsmof of door ze naast elkaar te plaatsen en te verbinden met een geelgroene aardingsdraad type VOB van 16mm². Als je de aardingsstaven naast elkaar plaatst, dien je een minimale afstand tussen de verschillende aardingspinnen te voorzien.
Aarding van PV-installaties
Daarnaast beschermt het je zonnepanelen, omdat deze dan niet defect kunnen raken of in brand kunnen vliegen door de plotselinge toename in stroom. Het vereffenen van een installatie is bedoeld om de spanning tussen verschillende geleidende delen gelijk te maken.
Wanneer de panelen op je dak liggen en we de omvormer hebben geïnstalleerd, trekken we een kabel van de omvormer naar de meterkast. Dat is nodig om de opgewekte stroom van je zonnedak via de omvormer naar de meterkast laten lopen. Via deze kabels sluiten we de zonnepanelen aan op de hoofdmeter en op de hoofdzekering.
Een aardpen zorgt ervoor dat ontsnappende stroom de aarde in geleid wordt. Door een aardpen te laten slaan wordt voorkomen dat er overspanning ontstaat bij bijvoorbeeld kortsluiting. Dit zorgt ervoor dat gebouwen en elektrische apparaten geen schade oplopen bij overspanning.
Met inductielus wordt bedoeld: De bekabeling op het dak die ervoor kan zorgen dat er door bliksem in de buurt overspanning ontstaat in het zonnestroom systeem. Door de inductielus zo klein mogelijk te maken wordt dit risico verkleind.
Afhankelijk van de specifieke dak situatie wordt er in de regel gekozen voor een omvormer die 20% kleiner en maximaal 10% groter is dan het vermogen van het aantal WP van de zonnepanelen. Maar laat jouw installateur even een berekening maken op basis van de praktijksituatie.
De aardgeleider of de de aardingskabel die vertrekt van de aardingsonderbreker naar de kast is minimum 6mm².
De meest gangbare installatieautomaten die worden gebruikt zijn de B16 automaten. Wij raden aan om hiervoor altijd veilige A+ Merken te nemen, hierdoor bent u zeker van veilige B karakteristiek installatieautomaten. Met zonnepanelen gebruik je uitsluitend B karakteristiek installatieautomaten.
De aarding is een metalen geleider die alle elektrische toestellen verbindt en lekstromen afleidt naar de aarde rond de woning. Het is een essentieel onderdeel van elke installatie. Want de aarding voorkomt elektrocuties. Bij een isolatiefout zal een differentieelschakelaar de stroom automatisch uitschakelen.
In een stroomstelsel geeft de eerste T aan dat het sterpunt van de secundaire wikkelingen van de transformator met aarde is verbonden. De tweede T betekent dat er een onafhankelijk aardpunt bij de gebruiker is, dus een TT stelsel. Ontbreekt dit onafhankelijke aardpunt dan is de tweede letter een N, dus een TN stelsel.
Hoe aard je een badkamer? Alle badkameronderdelen die stroom kunnen geleiden, moeten geaard worden. Hiervoor gebruik je blanke aarddraden die je monteert in een speciaal daarvoor ontworpen potentiaalvereffeningsrail of badkamerrail. Met een klemverbinding bevestig je de aarddraden op de onderdelen.
Aarding en aardedraad in woning. Elektrische apparaten worden geaard door een aardedraad. De geelgroene aardedraad bevind zich naast de bruine en de blauwe draad in de voeding en aansluitkabel van het apparaat.
De aardingslus wordt geplaatst op minimum 60 cm onder het maaiveld en moet rond het volledige gebouw geplaatst zijn. De lus wordt in een groef gelegd onder de funderingsplaat (zool) doch zonder contact te hebben met het beton. De beide uiteinden van de lus dienen bereikbaar te blijven.
De aardpen kan met speciale moffen en koppelstukken aan elkaar gekoppeld worden zodat hij wel meer dan 15 meter de grond in kan worden gebracht om goed te kunnen functioneren. Ook de dikte van de pen is van groot belang. Hoe dieper de aarding de grond wordt ingebracht hoe dikker de aardpen moet zijn.
Oorzaak 1: Vuile zonnepanelen door Saharazand
Toch zorgen krachtige luchtstromen er soms voor dat het zand uit de woestijn helemaal naar ons kleine kikkerland afreist. Om daar samen met de regen naar beneden te vallen. Vervolgens zie je overal een roodbruine gloed.
Kan ik zonnepanelen schoonmaken met kraanwater? Ja, het is mogelijk om uw zonnepanelen schoon te maken met kraanwater, echter geeft dit niet het optimale effect. Door uw zonnepanelen enkel te reinigen met kraanwater blijft hardnekkig vuil vaak achter.
Wekelijks je dak op om je zonnepanelen schoon te maken is zeker niet nodig. Omdat het in Nederland regelmatig regent, volstaat een goede schoonmaak eens in de vijf jaar vaak al. Wel adviseren we je om je zonnepanelen een aantal keer per jaar op vuil te controleren. Zo ben je er zeker van dat ze schoon zijn en blijven.