De beste planttijd voor rozen is begin november. Rozen planten in de herfst heeft het voordeel dat de naakte wortels snel zullen aanslaan in de nog lauwe grond, daardoor lopen de planten in het voorjaar vlotter uit. Ook in het voorjaar kan je rozen planten. Let er wel op dat het niet vriest!
Rozen houden van een zonnige standplaats. Voorzie een voldoende ruim plantgat: 50 x 50cm. Rozen wortelen oppervlakkig. Let op dat u bij rozen in pot de kluit zoveel mogelijk intact houd.
Rozen verplanten
Wie een oude rozenstruik wil verplanten, moet zorgen voor een plantgat dat ruim genoeg is, snoei de plant terug op 20 cm hoog, steek met een schop rond de plant en zorg dat er een grote kluit grond aan blijft. Plant de roos uit in het nieuwe plantgat, trap lichtjes aan en geef voldoende water.
Rozen houden van zon en ruimte.
Plant ze op een plek waar minimaal 5 tot 6 uur zon staat (of kies een soort die het ook in de halfschaduw doet) en waar niet eerder rozen hebben gestaan (rozenaaltjes!). Zet ze nooit dicht tegen een muur aan, daar is het te droog.
Rozen in pot kunt u het hele jaar door planten, gebruik dan potgrond. Zet rozen met kale wortels eerst een nacht in een emmer met lauw water. Graaf een ruim plantgat, maak de grond goed los en verbeter de grond met Vivimus. Spreid de wortels goed uit en plaats de struik op de juiste diepte.
Rozen in kweekpotten kun je het hele jaar door planten, zelfs hartje zomer. Rozen met kale wortels kunnen van oktober tot en met april de grond in. Als een roos op de juiste plek staat, kan deze tientallen jaren oud worden.
De beste tijd om rozen te verplaatsen of te verplanten is de maand oktober. Water geven doet u 's ochtends vroeg, voordat de tuin opgewarmd is. Vroeg water geven geeft minder kans op schimmelziektes omdat de roos zo goed kan opdrogen.
Door aantasting met roest kunnen jonge scheuten afsterven en kan de roos alle bladeren verliezen, waarna hij doodgaat. Roest op rozen bestrijden: Geef rozen een voeding met veel kalium en verwijder aangetaste bladeren. Snoei de roos en verwijder alle aangetaste scheuten.
Rozen kun je alleen verplanten als het blad eraf is (niet als het vriest!), in februari of maart. Die laatste twee maanden zijn heel gunstig, omdat de winterkou dan voorbij is. Met andere woorden: de snoeitijd is ook het tijdstip voor het verplanten. Daarom snoei je allereerst ook de rozen die je wilt verplaatsen.
Je rozen zullen het best groeien in een grond met een optimale pH of zuurtegraad (een pH tussen 6,5 en 7,5 is ideaal). Voldoende kalk in de bodem is dan ook een absolute vereiste. Zonder kalk hebben de wortels van rozen het moeilijk om voedingsstoffen uit de bodem op te nemen.
De meest bekende trosroos is Rosa 'The Fairy'. Deze roos is in 1932 gekweekt en heeft heel veel kleine lichtroze bloemen die licht geuren. Dit geeft hem een prachtig sprookjesachtig uiterlijk. Het is een sterke roos die lekker lang doorbloeit.
Rozen staan het liefste in de zon. Zelfs soorten zoals in het lijstje hieronder willen het liefste minimaal 2 tot 3 uur zon per dag. Ze verdragen wel minder zon, maar zullen dan minder hard groeien. Zorg in elk geval voor bemeste grond als de roos op een (half)schaduw plek komt te staan.
Om een gesloten geheel te creëren, plant je de bodembedekkende rozen dicht bij elkaar. Houd drie á vier planten per vierkante meter aan. In tegenstelling tot de meeste andere rozensoorten, hebben bodembedekkende rozen niet veel zon nodig; een plek in de ochtendzon is vaak voldoende.
Alle rozen (stamrozen, klimrozen en struikrozen) houden van een zonnige plek, waar wel de wind bij kan, zodat de rozen opdrogen. Plant klimrozen niet te dicht op een muur, want daar is het meestal droog. Een afstand van zo'n 100cm is prima.
Een klimroos is eigenlijk geen echte klimplant. Klimrozen klimmen namelijk niet uit zichzelf en moeten in hun weg omhoog wat geholpen worden. Om dat te doen zijn allerlei verschillende hulpjes verkrijgbaar. Denk aan speciale rekjes, tuingaas, pergola's, rozenbogen of met onze klimhulp schroeven.
Pas aangeplante rozen kunnen uitdrogen tijdens een droge, winderige herfst of winter. Je mag aannemen dat rozen bij extreem warm weer elke dag water nodig zullen hebben. In een warme periode zal je elke twee tot drie dagen moeten bewateren. En bij warm en droog weer zal je gemiddeld eenmaal per week water moeten geven.
Rozen snoeien in maart heeft als doel om de plant te verjongen en te laten groeien vanuit de basis. Na de bloei, in de zomer, verwijder je de uitgebloeide bloemen. Zo kan de plant nieuwe bloemen vormen. Rozen snoeien voor de winter is nodig om je plant “winterklaar” te maken.
Hoe hoger de roos kan worden, hoe sneller de roos ook kan groeien. ( 3 a 4 m. per jaar) Soms nog meer.
Bemesten doe je twee keer per jaar, ergens in maart en honderd dagen daarna (juni). De rozen die alleen wat verjongings- en fatsoeneringssnoei nodig hebben (grofweg de klimmers, de heesterrozen en de historische rozen) geef je in september ook nog wat mest.
Er zijn veel redenen waarom uw rozen mogelijk niet bloeien. Zoals onbalans in voedingsstoffen, ziekten, plagen, omgevingsstress, blinde scheuten en verkeerde verzorging.
Rozen voeden
Rozen willen bij voorkeur een voeding die naast een hoog kaligehalte, ijzer en magnesium bevat. IJzer zorgt voor een mooie volle kleur van de bloemen, magnesium met name voor een mooie kleur van het blad. Je kunt je rozen tweemaal voeden tussen maart en augustus.
Geef planten met een lage PH-waarde een boost
Sommige bloemen met een lage PH-waarde zullen terug bloeien met een beetje azijn. Mix 100 ml witte azijn met 1 liter water, en giet dit op de aarde rond rozen, gardenia's, lavendel, bosbessen azalea's, rododendrons en hydrangeas.
Gebruik stekpoeder of beter stekgel op het onderste deel van de tak met verwijderde bast of insnijdingen over circa 2 cm. Met een houten potlood een plantgaatje maken, de tak plaatsen en de grond rondom de stek goed aandrukken. Na het planten en water geven de 'stolp' over de plant zetten tot op de grond.
Stappenplan rozen stekken
Knip de bloem van de roos schuin van de stengel af. Haal de bladeren van de stengel af. De onderkant van de stengel knip je schuin af, waarbij je de helft van het onderste oog wegsnijdt. Je houdt nu nog een stengel tussen de 15 en 25 cm over.