Wanneer kinderen in een co-ouderschap bij beide ouders wonen, moet er een keuze gemaakt worden op welk van beide adressen ze staan ingeschreven. Heeft u bijvoorbeeld twee kinderen, dan kunt u ervoor kiezen om het ene kind op het adres van de ene ouder in te schrijven en het andere kind op het adres van de andere ouder.
Wilt u dat de andere ouder het kindgebonden budget krijgt? Krijgt u als co-ouder allebei een deel van de kinderbijslag uitbetaald? Dan krijgt toch maar 1 van u het kindgebonden budget. We betalen uit aan de ouder die als 'aanvrager van de kinderbijslag' geregistreerd staat.
Alleen voor 1 en 2 kinderen kan fiscaal co-ouderschap voordeliger zijn, op voorwaarde dat beide ouders belast worden als alleenstaande waardoor ze allebei de bijkomende belastingvrije som van 1.550 euro krijgen. In dat geval genieten ze samen jaarlijks rond de 400 euro meer belastingvoordeel.
U bent co-ouder als het kind in een herhalend ritme in totaal minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder is. Hiervoor kunnen ook dagdelen bij elkaar worden opgeteld.
Als co-ouders kunnen ouders samen kinderopvangtoeslag krijgen voor maximaal 230 uur per kind per maand. Indien een co-ouder kinderopvangtoeslag wil aanvragen voor zijn kind dat niet bij hem of haar ingeschreven staat maar bij de andere ouder, kan deze hiervoor een brief sturen naar de Belastingdienst.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
Er wordt uitgegaan van het beginsel dat elke ouder in de helft van de financiële behoeften van het kind voorziet. Beide ouders vermelden in hun belastingaangifte dat het kind “ten laste is maar in co-ouderschap”. Het fiscaal voordeel wordt gelijk tussen hen verdeeld: ze krijgen ieder de helft van de belastingvrije som.
In principe is het de moeder die de kinderbijslag ontvangt. Wanneer de (al dan niet gehuwde) ouders uit elkaar gaan, gaan we nog steeds uit van gedeeld ouderlijk gezag over het minderjarig kind. En dus blijft de moeder de kinderbijslag ontvangen.
Na een scheiding zijn jullie als ouders verplicht de kosten te betalen voor de verzorging en opvoeding van de kinderen. Bij een co-ouderschap verdelen de ouders de zorg voor de kinderen, praktisch en financieel. De kinderen zijn afwisselend bij de ene en de andere ouder en de kosten worden door beide ouders betaald.
Zijn jullie inkomens gelijk en is de omgangsregeling echt 50/50 verdeeld, dan hoeft er geen alimentatie betaald te worden. Is er wel een verschil tussen de inkomen, dan zal er wel een alimentatiebedrag afgesproken moeten worden. Dit geldt ook als de kinderen meer bij de ene ouder zijn dan bij de ander.
Wanneer er in algemene termen sprake is van een gelijke verdeling van zorg, opvoeding en omgang met het kind, oftewel een 50-50 verdeling, spreken we van co-ouderschap.
De reden waarom er in veel gevallen bij een co-ouderschap tóch kinderalimentatie dient te worden voldaan is eenvoudig. Het uitgangspunt bij kinderalimentatie is ervoor te zorgen dat de levensstandaard van een kind er door de scheiding van zijn/haar ouders niet, of zo min mogelijk, op achteruitgaat.
In de wet staan geen regels voor co-ouderschap. U spreekt zelf af hoe u de omgang met de kinderen en de zorg en opvoeding verdeelt. Bij co-ouderschap komen die afspraken hierop neer: U spreekt gelijke verdeling af van de zorgtaken en opvoedtaken.
De ouder in wiens huishouden het kind woont heeft recht op kinderbijslag. Als de andere ouder het kind ook onderhoudt, bijvoorbeeld door alimentatie te betalen, heeft ook deze ouder ook recht op kinderbijslag.
Kan een kind twee officiële adressen hebben? Een kind kan maar op één adres officieel worden ingeschreven. Bij een scheiding zal de keuze dus nog steeds gemaakt moeten worden. Wel is het mogelijk om in het bevolkingsregister een vermelding toe te voegen van het adres van de andere ouder.
Veel voorkomende situaties waarin je co-ouderschap kunt weigeren: De communicatie tussen jullie als ouders verloopt al tijden slecht en jullie zijn niet in staat om veel met elkaar te overleggen. Jullie kind geeft aan dat het co-ouderschap te veel van hem of haar vraagt.
In elk geval moet ze geregistreerd zijn op het registratiekantoor of gehomologeerd (bekrachtigd) zijn door de familierechtbank op 1 januari van het aanslagjaar. Als een rechter bij vonnis verblijfsco-ouderschap heeft beslist, dan moet dit vonnis uitgesproken zijn op 1 januari van het aanslagjaar.
Kies samen met uw ex-partner welke ouder de aanvrager van de kinderbijslag wordt. U kunt 1 ouder kiezen maar u kunt ook allebei voor verschillende kinderen kinderbijslag aanvragen. Dan kunt u allebei kindgebonden budget krijgen, als u aan de voorwaarden voldoet. Geef uw keuze aan ons door.
U kunt een omgangsregeling voor uzelf niet alleen eisen, omdat de vader van het kind recht heeft op omgang met hen. Co-ouderschap kan alleen worden overeengekomen en niet worden geëist. De regeling die u afspreekt moet zoveel mogelijk in het belang van de beiden kinderen zijn.
Het huwelijksquotiënt wordt dus toegevoegd aan de beroepsinkomsten van de partner met het laagste beroepsinkomen tot deze 30 % bereikt van het totale beroepsinkomen van de beide partners samen. Het huwelijksquotiënt bedraagt maximum 11.170 euro (aanslagjaar 2022, inkomsten 2021).
Voor het invullen van de belastingaangifte in 2022 gelden de bedragen van inkomstenjaar 2021: maximum netto-bestaansmiddelen als je ouders samen worden belast: € 3 410. voor kinderen van een ouder die alleen wordt belast geldt de grens van € 4 920.
50/50 verdeling
Het gaat er dus om dat bij een co-ouderschap verdeling, jullie in gelijke mate (50-50) de zorg en de opvoeding voor de kinderen verdelen. Beide ouders hebben evenveel verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg en de kinderen zijn ongeveer evenveel dagen bij iedere ouder.
Spreek dan samen af hoe u de betaling van de kinderbijslag tussen u beiden wilt verdelen. Maakt u geen afspraak? Dan krijgt ieder de helft van de kinderbijslag. Uit elkaar gaan heeft meestal ook gevolgen voor het kindgebonden budget van de Belastingdienst.