Maak je bekend: Noem indien mogelijk iemand bij naam. Stel jezelf voor, en vertel wat je zou kunnen betekenen voor diegene. Ook als je die persoon al kent, kan het zijn dat hij/zij jou even niet herkent. Leg contact met aandacht: Sta niet te ver weg als je tegen iemand met dementie praat.
Comfort (troost en bemoediging) : De behoefte aan warmte, tederheid en troost van anderen. Vooral wanneer iemand zich alleen, onveilig of angstig voelt. Identiteit: De behoefte om te weten wie je bent en een goed gevoel te hebben over jezelf.
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
Ook het kleurenspectrum verkleint bij mensen met dementie. Koude kleuren zoals blauw, groen en paars zijn moeilijker te onderscheiden dan warme kleuren zoals rood, geel en oranje. Een kleurcodering waarin blauw naast paars gezet wordt doe je beter niet.
Ga leuke dingen doen samen, kom erachter wat iemand vroeger fijn vond om te doen en ga eropuit. Als je dat een aantal keren doet, heeft iemand met dementie de associatie gelegd tussen leuke dingen doen en jouw aanwezigheid. Zelfs al weet hij niet meer wie je bent.
Een van de belangrijkste gevolgen van dementie is een slikstoornis. Je naaste kan dan moeilijk slikken. Dat kan leiden tot eetproblemen. Als je naaste moeite heeft met eten of slikken, zal de arts eerst onderzoeken hoe dat komt.
Helaas is er nog geen medicijn dat dementie kan genezen. Wel bestaan er medicijnen die de ziekte kunnen vertragen of verschijnselen kunnen verminderen. Deze medicijnen werken alleen bij bepaalde vormen van dementie, zoals de ziekte van Alzheimer. Hoe goed de medicijnen werken verschilt per persoon.
Probeer niet te veel te corrigeren of tegen te spreken. Zo leg je de nadruk op wat iemand met dementie niet meer weet of kan. Praat niet te hard en ook niet te snel en ga ook zeker niet fluisteren. Zorg dat je rustig praat en goed te verstaan bent.
Veel mensen met dementie vertonen veranderd gedrag en veranderingen in hun karakter. Jouw naaste kan zich bijvoorbeeld passief gaan gedragen of juist heel onrustig. De verschijnselen van dementie verschillen per persoon en per ziekte. Dit vergt veel aanpassingsvermogen van jou en kan veel vragen opleveren.
Om verschillende redenen ontstaan er bij dementie situaties waarin de zorg voor hygiëne verre van vanzelf gaat. Een verminderd besef van hygiëne kan verschillende oorzaken hebben: je naaste kan vergeten dat ze al dagenlang niet is gewassen en denken dat dat onlangs nog is gebeurd.
Bij interactieroepen is er iets onaangenaams in de omgeving aanwezig, waardoor de dementerende roept. Sommige dementerenden praten dan weer hardop in zichzelf om weer een soort van contact met zichzelf te krijgen.
De meest voorkomende soorten dementie zijn:
Ziekte van Alzheimer. Vasculaire dementie. Frontotemporale dementie. Lewy body dementie.
Gemiddeld is de verwachting tussen de één en de twintig jaar na de diagnose. Voor de ziekte van Alzheimer is de gemiddelde levensverwachting acht tot tien jaar. Lees meer over de levensverwachting bij de verschillende vormen van dementie.
Wat is dementievriendelijk wonen? In een dementievriendelijke woning staan eigen regie, gezamenlijkheid, veiligheid en ondersteuning centraal. Je kan hier wonen met óf zonder verpleeghuisindicatie. Het is een plek waar mensen met dementie en hun naasten tijdig heen willen verhuizen.
Mensen met dementie hebben moeite met het verwerken van informatie. Ze weten niet meer wat voor dag het is, halen namen door elkaar en raken spullen kwijt. Ook kan het gedrag veranderen. Iemand wordt bijvoorbeeld snel boos.
Het gevoel dat je op iets of iemand zit te wachten, terwijl je geen afspraken hebt. Je kijkt vaak op de klok of uit het raam. Onrustige bewegingen maken, zoals tikken, wippen met je voeten of klikken met een pen. Je bent snel afgeleid en je kunt je aandacht nergens bij houden.
Onder onbegrepen gedrag valt al het gedrag van de persoon met dementie dat door deze persoon zelf en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren. Voor onbegrepen gedrag worden verschillende termen gebruikt zoals probleemgedrag, moeilijk hanteerbaar gedrag of veranderend gedrag.
Oudroze en pastelkleuren stralen rust uit en hebben vaak de voorkeur bij ouderen. Hierbij is het wel zinvol om goed licht te gebruiken anders kunnen de kleuren als grijstinten worden ervaren. Of denk aan perzik, terra cotta, warm bruin en roze. Deze kleurtinten zijn beter te zien en stralen toch rust en warmte uit.
Met Omgevingszorg wordt de omgeving van mensen met dementie aangepast, zodat deze herkenbaar en voorspelbaar is en daardoor minder stress veroorzaakt. Omgevingszorg heeft binnen kleinschalige zorg een belangrijke en nadrukkelijke plaats gekregen.