Een citaat wordt altijd tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Het citaat wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes - achternaam auteur(s), jaartal, paginanummer(s) - of door de auteur(s) in de tekst te noemen. Let op: Een citaat wordt niet cursief geschreven.
Hoe citeer ik een indirecte bron in APA-stijl (bron in bron)? Bij een APA-verwijzing in de tekst gebruik je de zinsnede “geciteerd in” als je een indirecte bron wilt citeren (bijvoorbeeld als je de originele bron niet kunt vinden). Verwijzing tussen haakjes: (De Bruin, 1998, geciteerd in Megens, 2019).
Zodra je een bron wilt gebruiken in je scriptie, moet je een keuze maken tussen citeren of parafraseren. Hierna geef je aan waar de lezer de bron kan terugvinden. Dat is pas de daadwerkelijke bronvermelding. Vaak bestaat deze uit een korte verwijzing in de tekst en een volledige verwijzing in de literatuurlijst.
Dat heet citeren en doe je door na het overgenomen stukje tekst de achternaam van de auteur, het publicatiejaar en het paginanummer te vermelden. Let erop dat je leesteken ná het sluiten van de aanhalingstekens komt. “Deze zin heb ik letterlijk overgenomen uit een internetbron” (achternaam, 2021, p. 1).
Refereren - verwijzen naar bronnen - is vereist als je de woorden van een ander letterlijk overneemt, als je een passage parafraseert (herschrijft in je eigen woorden), en als je ideeën uit een bron samenvat. Je verwijst altijd op twee plaatsen:In de tekst, op de plaats waar je de informatie bespreekt.
Om te verwijzen naar een website of webpagina vermeld je eerst de naam van de website of de titel van de webpagina, gevolgd door het webadres van de site. Je neemt de bron alleen op in een voetnoot, dus je voegt geen bronvermelding toe aan de literatuurlijst.
Je moet altijd aangeven waar het citaat vandaan komt: de Bronvermelding. In de tekst maak je een korte verwijzing door auteursnaam, jaar van publicatie en paginanummer te noemen. De volledige bronvermelding plaats je in de bronnenlijst aan het einde van je verslag. Zie ook Bronnenlijst.
Gebruik de naam van de organisatie op de plaats van de auteur in bronvermeldingen in de literatuurlijst en verwijzingen in de tekst, indien de naam van de auteur niet wordt genoemd, maar de bron duidelijk kan worden toegeschreven aan een specifieke organisatie (zoals een persbericht van een goed doel, een rapport van ...
Een citaat gebruik je om een punt te verduidelijken, of als je de oorspronkelijke formulering van een ander wilt analyseren. Je mag een citaat niet gebruiken als vervanging van je eigen tekst. Je verslag mag dus nooit bestaan uit aan elkaar geplakte citaten. Dat is plagiaat, ook als je wél naar de bron verwijst.
Om te verwijzen naar een artikel uit een gedrukt tijdschrift, noem je de naam van de auteur, de publicatiedatum, de titel van het artikel, de titel van het tijdschrift, het volume- en uitgavenummer (indien beschikbaar), en het paginabereik van het artikel in je APA-bronvermelding.
Bij het citeren van een zin is het voldoende om de eerste twee woorden en de laatste twee woorden te noteren.Begin de zin met aanhalingstekens en een hoofdletter.Eindig de zin met een punt.
Als een werk geen auteur vermeldt (persoon noch instelling), dan gebruik je de titel van de publicatie. Je zet dus tussen ronde haken: het eerste woord (of de eerste paar woorden) van de titel, uitgezonderd lidwoorden en rangtelwoorden.
Wil je een gehele website als bron gebruiken, dan geef je de bronverwijzing in de tekst anders weer dan bij andere bronnen. In plaats van dat je de auteur en het publicatiejaar vermeldt, geef je als bronverwijzing van een website alleen de naam van de website weer, gevolgd door een spatie en de URL tussen haakjes.
Refereren - verwijzen naar bronnen - is vereist als je de woorden van een ander letterlijk overneemt, als je een passage parafraseert (herschrijft in je eigen woorden), en als je ideeën uit een bron samenvat. Je verwijst altijd op twee plaatsen:In de tekst, op de plaats waar je de informatie bespreekt.
Als je de originele bron niet kunt vinden dan moet je verwijzen naar deze bron via de andere bron. Dit noem je een indirecte verwijzing of een secundaire bron. In de verwijzing in de tekst voeg je beide auteurs toe.In de literatuurlijst plaats je alleen de door jou geraadpleegde bron.
Als de publicatiedatum onbekend is, gebruik je “z.d.” (zonder datum). Bijvoorbeeld: (Jagers, z.d.).
Gebruik de naam van de organisatie op de plaats van de auteur in bronvermeldingen in de literatuurlijst en verwijzingen in de tekst, indien de naam van de auteur niet wordt genoemd, maar de bron duidelijk kan worden toegeschreven aan een specifieke organisatie (zoals een persbericht van een goed doel, een rapport van ...
Om te verwijzen naar een artikel uit een gedrukt tijdschrift, noem je de naam van de auteur, de publicatiedatum, de titel van het artikel, de titel van het tijdschrift, het volume- en uitgavenummer (indien beschikbaar), en het paginabereik van het artikel in je APA-bronvermelding.
Een citaat gebruik je om een punt te verduidelijken, of als je de oorspronkelijke formulering van een ander wilt analyseren. Je mag een citaat niet gebruiken als vervanging van je eigen tekst. Je verslag mag dus nooit bestaan uit aan elkaar geplakte citaten. Dat is plagiaat, ook als je wél naar de bron verwijst.
Er zijn geen vaste regels voor het gebruik van enkele of dubbele aanhalingstekens. Traditioneel werd aangeraden om bij letterlijk citeren dubbele aanhalingstekens te gebruiken, maar het is tegenwoordig ook gebruikelijk om enkele aanhalingstekens te gebruiken. We raden aan om consequent voor één systeem te kiezen.