Normen zijn als het ware gedragsregels gefundeerd in waarden. Bijvoorbeeld: ik zal altijd mijn eigen geld verdienen (norm) want onafhankelijkheid (waarde) is belangrijk voor mij. Of: ik zal me nooit anders voordoen dan ik ben (norm) want ik vind authenticiteit (waarde) belangrijk.
Norm: Als je het niet met iemand eens bent, ga je niet gelijk schelden of slaan. Norm: Als je zegt dat je iemand helpt, dan doe je dat ook. Norm: Als iemand, een meerdere bijvoorbeeld, je opdraagt wat te doen, dan doe je dat. Norm: Als een oudere valt, help je hem of haar overeind.
Het zijn algemeen aanvaarde gedragsregels. Normen vormen de verbinding tussen de algemene waarden (zoals vrijheid, rechtvaardigheid) en concrete gedragingen; het zijn opvattingen over hoe men zich wel of niet zou moeten gedragen in concrete omstandigheden.
Norm: Als je een afspraak hebt, dan kom je op tijd. Norm: In een gesprek laat je elkaar uitpraten. Norm: Je pest niet. Norm: Je spreekt oudere mensen met “u” aan.
Normen zijn gedragsregels binnen een groep.
Wanneer je binnen een groep een ander gedrag toont dan wat binnen die groep de norm is dan loop je de kans dat de groep jouw gedrag afwijst of je zelfs 'verstoot'.
Normen zijn regels die uit waarden voortkomen. Zo hoort bij de waarde 'rekening houden met elkaar' de norm (regel), dat je in de tram opstaat voor oudere mensen. Die regel staat nergens beschreven, maar is toch bij iedereen bekend.
De 10 meestvoorkomende waarden wereldwijd zijn: vrijheid, eerlijkheid, respect, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, gelijkheid, vrede, vriendelijkheid, liefde, en veiligheid.
Waarden zijn opvattingen die voor je belangrijk zijn. Normen zijn geschreven en ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen, een regel die je met elkaar afspreekt of die je binnen een groep wordt opgelegd.
Normen gaan over wat 'je moet' of wat je van jezelf 'niet mag'. Jouw persoonlijke normen zijn een soort van regelgeving die als persoonlijke drijfveer fungeren. Voorbeelden van normen zijn: Je mag niet huilen want dat is een teken van zwakte.
In principe niet, een norm is geen wet. Een norm (NBN, EN , ISO ...) is een afspraak over een product, dienst of proces en weerspiegelt goed vakmanschap in heel wat domeinen, waaronder de bouwsector. Een norm wordt vrijwillig toegepast door alle belanghebbenden: producenten, leveranciers, klanten, dienstverleners ….
Veel groepsnormen zijn concretiseringen van algemeen maatschappelijke waarden. Een voorbeeld hiervan is een norm over verdraagzaamheid in een bepaalde groep: “huidskleur of seksuele geaardheid mag geen rol spelen in hoe men met elkaar omgaat”. Bepaalde normen komen direct voort uit functie-eisen.
Normen zijn richtlijnen hoe je sociaal gewenst met elkaar omgaat. Het zijn ongeschreven gedragsregels die we als normaal, vanzelfsprekend betitelen. Als je met iemand hebt afgesproken, is het normaal dat je op tijd komt. Of als de kassière je teveel geld teruggeeft, dan is het normaal dat je dat zegt.
Sociale normen zijn invloeden uit de sociale omgeving (bijvoorbeeld ongeschreven regels) die het gedrag van mensen sturen. Voorbeeld: ““Zo gaan we niet met elkaar om.”
Waarden zijn de idealen, motieven of achterliggende ideeën die in een samenleving of groep als nastrevenswaardig en waardevol worden beschouwd. Normen zijn de concrete richtlijnen voor het handelen, hoe men zich hoort te gedragen. Op die manier sturen normen ons sociaal handelen.
Dat zijn regels of afspraken die je voor jezelf of met een groep mensen hebt. Voorbeelden: • Bij de waarde eerlijk zijn, hoort de norm dat je niet liegt. Bij de waarde veiligheid, hoort de norm dat je een ander niet uitlacht. Bij de waarde gezondheid, hoort de norm dat je gezond eet en voldoende beweegt.
Normen zijn afgeleid van waarden. De waarde is bijvoorbeeld respect, de afgeleide norm kan dan zijn: je moet wel beleefd zijn. Normen zijn geboden, normen zijn objectief.
Norm: Als iemand je de weg vraagt, help je die persoon door het te uit te leggen. Norm: Als je het niet met iemand eens bent, ga je niet gelijk schelden of slaan. Norm: Als je zegt dat je iemand helpt, dan doe je dat ook. Norm: Als iemand, een meerdere bijvoorbeeld, je opdraagt wat te doen, dan doe je dat.
Bij de waarde eerlijkheid kun je bijvoorbeeld de norm bedenken dat je niet moet liegen. Normen kunnen positief of negatief geformuleerd worden. Positief zijn dingen die je juist wel moet doen, terwijl negatief gaat over dingen die je niet mag doen.
Artikel 1 van de Nederlandse grondwet zegt: 'Allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie op welke grond dan ook is niet toegestaan. ' De gelijkheid geldt dus uitdrukkelijk niet alleen voor Nederlanders, maar voor iedereen die zich in Nederland bevindt.
Normen kunnen positief zijn (geboden) of negatief (verboden). Ze kunnen een verschillende reikwijdte hebben: ze kunnen gelden voor iedereen in een bepaalde maatschappij, slechts in bepaalde sociale groepen gangbaar zijn of vrij te kiezen.
Een norm is een vertaling van de onderliggende waardes van een groep of samenleving in concrete gedragsregels en voorschriften. Dit kan zijn vastgelegd in bijvoorbeeld rechtsregels, maar het kunnen ook ongeschreven regels zijn.