De formule Het aantal Druppels per minuut (Drup/min) is de totale vloeistofvolume (Vtot/ml) vermenigvuldigd met het aantal druppels per milliter (Drup/p.ml) gedeeld door het totaal aantal uren (Tijd/uur) maal 60 minuten).
Als je de druppelsnelheid weet en je weet hoelang het infuus heeft ingelopen kun je berekenen hoeveel vloeistof er gegeven is, door het aantal minuten te vermenigvuldigen met de druppelsnelheid (aantal minuten x druppels per minuut).
Zelf de inloopsnelheid berekenen
Deel de totale hoeveelheid sondevoeding (aantal ml) dat u moet gaan gebruiken door het aantal uren waarin dat ingelopen moet zijn. NB. 1000 ml = 1 liter.
Uw arts of diëtist adviseert de inloopsnelheid. Deze wordt berekend door de benodigde hoeveelheid sondevoeding te delen door het aantal uren waarin u voeding krijgt toegediend.
Bij het berekenen van de pompstand gaat om de de snelheid in ml per uur. Je gaat dus altijd opzoek naar beide zaken, dus om hoeveel ml gaat het en om hoeveel uur gaat het. Je moet dus goed kunnen omrekenen bijvb. van minuten naar uren of van liter naar milliliter.
In 1 ml zit 15 : 3 = 5 mg.
Het volume voor de patiënt bruikbare zuurstof wordt berekend door de druk te vermenigvuldigen met het volume van de O2 fles. Als vermeld van vb. 60 bar leesbaar op manometer van O2 fles en je hebt een fles van 7 liter: dan doe je 60x7= 420 liter beschikbare O2 in deze fles.
In procentuele oplossingen geldt de stelling 'een oplossing van 1 procent betekent dat 1 gram stof is opgelost per 100 ml oplossing'. Wanneer er een oplossing van 5 procent is, is er dus 5 gram stof opgelost in 100 milliliter.
moet je in je achterhoofd houden dat er 20 druppels per milliliter uit het infuus komen. de druppelsnelheid zijn? daarom het infuus in op 21 druppels per minuut.
Voor tweewaardige ionen is 1 mEq gelijk aan 1/1000 deel van het atoomgewicht (of de som van de atoomgewichten der elementen in het geval van een samengesteld ion zoals SO-‐) ge- deeld door 2; bv. 1 mEq Ca++ is 40 mg:2=20 mg Ca en 1 mEq SO," is 96 mg:2-48 mg SO4.
Een auto rijdt 180 kilometer. Hier doet hij 1,5 uur over. Om vervolgens de snelheid te berekenen deel je het aantal kilometers door het aantal uur. Je krijgt dan: 180/1,5 = 120 km/h.
Als we 100ml delen door honderd, om tot 1ml te komen, moeten we ook de 1000mg (= 1 gram) delen door honderd. Dus komen we uit op 10mg per 1 ml.
40 Meq KCl (1 Meq = 1 ml) en 400 Mg Euphyllin (200 mg / 10 ml).
De formule
Het aantal Druppels per minuut (Drup/min) is de totale vloeistofvolume (Vtot/ml) vermenigvuldigd met het aantal druppels per milliter (Drup/p.ml) gedeeld door het totaal aantal uren (Tijd/uur) maal 60 minuten).
Het symbool voor de gamma is γ. 1 γ = 10−9 T = 1 nT. De gamma is geen SI-eenheid. Officieel gebruik is niet toegestaan.
Om van het aantal liter naar het aantal deciliter te gaan, moet je x 10 doen. Om van het aantal liter naar het aantal centiliter te gaan, moet je x 100 doen. Om van het aantal liter naar het aantal milliliter te gaan, moet je x 1.000 doen.
Onder gewone omstandigheden wordt gesteld dat een waterdruppel ca. 0,05 ml bevat.
Aantal druppels per flesje
Een flesje van 10 milliliter bevat circa 200 druppels, terwijl een flesje van 30 milliliter drie keer zoveel druppels bevat, namelijk 600 druppels.
Heb je een hoeveelheid in druppels deel dan eerst door 20 om naar milliliter te gaan. Moet je naar druppels ga dan eerst naar milliliter en doe dan x 20 om naar druppels te gaan.
De concentratie van een oplossing is kort gezegd de hoeveelheid stof per hoeveelheid oplosmiddel. Als je bijvoorbeeld 2 gram suiker oplost in 1 liter water, dan is de concentratie 2 gram per liter (2 g/l).
Voorbeeld in mg
De arts heeft 60mg Gentreks i.m. voorgeschreven. Op het etiket staat 80mg opgelost in 2ml. Nu delen we het aantal milligrammen door het aantal millimeters: 80mg ÷ 2ml = 40mg per 1 ml.
op het etiket staan: 2 % Morfineoplossing of 7 % Aramineoplossing. Het procentgetal geeft aan hoeveel gram van het medicijn is opgelost in 100 ml van de oplossing. 2 % Morfineoplossing betekent: er zit 2 gram zuivere Morfine opgelost in 100 ml vloeistof.
Zoals gezegd, eerst bepalen hoeveel liter zuurstof je op voorraad hebt. Dit doe je door de omvang van de cilinder te vermenigvuldigen met het aantal bar: 5 x 100 = 500 liter zuurstof op voorraad. Om nu te kijken hoelang je hier mee kunt doen, deel je de voorraad dat de behoefte per minuut. 500 : 2 = 250 minuten.
Voor zuurstofgebruik bij inspanning en in de laatste levensfase gelden andere regels. Het gemiddelde gebruik is één tot twee liter per minuut. Niet alleen te weinig, ook te veel zuurstof kan schadelijk zijn. Houdt u zich dus altijd aan het voorschrift van de arts.
Een zuurstofcilinder van 10 L zit nog 440 L zuurstof in. Bereken de bar wat je op de manometer kunt aflezen.