De grondslag voor loonheffingen bereken je door een optelsom van het brutoloon en het loon in natura (bijv. auto van de zaak). Je hebt ook enkele aftrekposten voor de loonheffingen (bijv. het werknemersdeel van de pensioenpremie en de inleg voor een levensloopregeling).
Het tarief tot een inkomen van 68.507 euro is 37,35 procent. Voor het deel van het inkomen boven de 68.507 euro is het tarief 49,50 procent. Bekijk rekenvoorbeelden op de website van de Rijksoverheid. Meer lezen over de veranderingen in 2020?
De hoogte van deze heffingskorting is afhankelijk van de hoogte van uw inkomsten. In 2022 is de maximale arbeidskorting € 4.260 (was € 4.205 in 2021). Vanaf een inkomen van € 36.650 (was € 35.653 in 2021) wordt de arbeidskorting steeds lager. Het afbouwpercentage bedraagt 5,86% (was 6,0% in 2021).
De loonheffingen bestaan uit de volgende heffingen: loonbelasting. premie volksverzekeringen. premies werknemersverzekeringen.
Als u te weinig belasting betaalt via de loonheffing, komt dat doordat de belasting over uw totale jaarinkomen hoger is dan de belasting die in totaal op uw loon of uitkeringen is ingehouden. Omdat ons belastingstelsel een oplopend tarief heeft, betaalt u meer belasting als uw inkomen hoger wordt.
Loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (loonheffing) Loonheffing is de belasting die een werkgever namens een werknemer betaalt. Loonheffing is de verzamelnaam voor loonbelasting en de premie voor de volksverzekeringen.
De loonheffingskorting bestaat uit de algemene heffingskorting voor alle 18-plussers en de arbeidskorting voor alle werkenden. Dankzij de loonheffingskorting betaal je dus minder belasting en krijg je meer loon of bijvoorbeeld uitkering op je bankrekening gestort.
Geen loonheffingskorting toepassen
Een andere mogelijkheid is om bij geen van uw werkgevers de loonheffingskorting aan te vragen. U krijgt dan een lager netto loon per maand. U krijgt na de belastingaangifte geld terug of u hoeft minder bij te betalen.
Als je de heffingskorting vaker dan één keer aanvraagt, dan kan de belastinginspecteur je een boete opleggen. En die kan flink oplopen. In "bijzondere omstandigheden" moet je zelfs nóg een keer al je belasting betalen, zegt de Belastingdienst. Een dubbele aanslag dus.
Sinds 1 januari 2022 is het gecombineerd tarief in de 1e schijf 37,07% (was 37,10% in 2021). Het tarief in de 2e schijf van de loon- en inkomstenbelasting is 49,50% (hetzelfde gebleven t.o.v. 2021).
Heb je één inkomen (via één werkgever, uitkering of AOW)? Pas dan loonheffingskorting toe om elke maand meer netto loon of uitkering te krijgen. Als je de korting niet toepast, krijg je het bedrag dat je te veel aan belasting hebt betaald in één keer terug na je belastingaangifte.
Als je in 2021 tot € 68,507,- verdient, betaal je 37,10% belasting. Dit wordt ingehouden op je inkomsten bijzonder tarief. Als je meer dan € 68,507,- betaal je 49,50% loonheffing.
Vraagt je werknemer de loonheffingskorting niet bij je aan? Maak je geen zorgen. Loonheffingskorting is een recht: de Belastingdienst zal de korting bij de volgende belastingaangifte alsnog verrekenen. Het geld verdampt dus niet maar je werknemer krijgt het later.
Ga naar de arbeidsrelatie van de medewerker bij wie je de loonheffingskorting wilt aan- of uitzetten. Ga naar het kopje 'Instellingen belasting'. Klik op het plusteken boven het potloodje onder de kop 'Instellingen belasting'. Hier kies je vervolgens de maand wanneer de heffingskorting gewijzigd wordt en klik 'Bewaar'.
Alle werknemers hebben standaard recht op loonheffingskorting. Sommige bedrijven passen de korting daarom al automatisch toe bij de maandelijkse afdracht van loonheffingen aan de belastingdienst. Maar dat is niet verplicht.
U vraagt de korting aan met het formulier 'Model opgaaf gegevens voor de loonheffingen'. U krijgt dit meestal van uw uitkeringsinstantie, maar u kunt het ook bij ons downloaden. Als u het formulier hebt ingevuld, geeft u het af bij uw uitkeringsinstantie.
Kies jij ervoor om je loonheffingskorting niet te laten toepassen (de loonheffingskorting “uit” zetten)? Dan draag je per maand meer geld af aan de Belastingdienst en verdien je per maand minder, maar krijg je bij de jaarlijkse belastingaangifte in één keer alle teveel betaalde loonheffing terug.
In 2023 vervalt de uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de minstverdienende partner, als deze geboren is na 1962. Wij bouwen daarom de regeling sinds 2009 af. Als u of uw fiscale partner niet of weinig verdient, hangt het af van uw leeftijd of u met deze afbouw te maken krijgt.
Elke instantie waarvan u een uitkering ontvangt, houdt belasting in op het bedrag dat zij aan u betaalt. Deze belasting heet loonheffing. Afhankelijk van de hoogte van de uitkering die u via zo'n instantie krijgt, houdt zij meer of minder loonheffing in.
Wat is heffingskorting? Iedereen betaalt belasting. Maar voor sommige groepen – zoals ouderen, gehandicapten en ouders van kinderen – biedt de overheid korting op belasting: een heffingskorting. Loonheffingskorting is misschien wel de bekendste heffingskorting.
Je kunt belasting terugvragen als je meer dan 16 euro aan loonheffing hebt betaald. Je vraagt belasting terug voor elk kalenderjaar waarin je hebt gewerkt. Om het geld ook echt te krijgen, moet je het Aangifteprogramma op Belastingdienst.nl/jongeren doorlopen. Voor ieder jaar is er een apart programma.
Bij veel jongeren wordt door de werkgever de studenten- en scholierenregeling of loonheffingskorting toegepast; door deze regelingen hoef je over je inkomen geen of minder loonheffing af te dragen, en kan je loonheffing dus 0 zijn.
Loonheffing is de belasting over je bruto salaris die je iedere maand afstaat aan de belastingdienst. In Nederland is dit verplicht voor iedereen die werkt.
Er zijn twee verschillende tabellen, de witte en de groene loonheffingstabel. Het verschil zit in de aard van het inkomen. Werkt u in loondienst, dan betaalt u loonheffing volgens de witte loonheffingstabel. Deze tabel is van toepassing op inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking, ofwel uit uw huidige werk.