Eerst reken je nu de helft van de prijs uit. Dat doe je door de prijs gedeeld door 2 te doen. In totaal is de helft van de prijs dus 82 euro. De schoenen zouden 82 euro kosten als ze voor de helft waren.
Voor 2e halve prijs geldt: per combinatie kan de prijs verschillen. Je krijgt 25% korting op de totaalprijs.
Bij een aanbieding "2e gratis" wordt bij producten met een verschillende prijs meestal bedoeld "het goedkoopste gratis". Bij een aanbieding "2e halve prijs" wordt bij producten met een verschillende prijs soms bedoeld "bij aankoop van twee producten 25% korting op de totale prijs".
Om de nieuwe prijs te bereken, haal je de korting van het totale bedrag af. Een andere manier om de nieuwe prijs te berekenen is door eerst uit te rekenen hoeveel euro korting 10 % is. Dit vermenigvuldig je met 2, zodat je weet hoeveel euro korting je hebt bij 20 %. Daarna haal je dit bedrag van het totale bedrag af.
20% is het dubbele van 10%, dus moet je de €48,- ook verdubbelen. Als je het gevraagde deel hebt berekend, dan weet je het antwoord op de som. Je krijgt €96,- korting op de televisie van €480,-.
Toevallig is de jas deze week in de aanbieding met 20% korting. Hoeveel korting krijg je dan eigenlijk op de jas? Uitgaande van de formule is de korting op de jas €19.80 (€ 99 : 100 = €0,99 x 20 = € 19,80). Je betaalt dan nog maar €79,20 voor de jas.
Een korting wordt namelijk ook altijd gegeven over de verkoopprijs. 10% korting bij een winstmarge van 30% geeft dan, eenvoudig te berekenen: 30% - 10% = 20% winst.
Voor veel consumenten is het moeilijk om te berekenen dat '3 halen, 2 betalen' of '2 + 1 gratis' hetzelfde is als 33% korting.
Als je een procentuele toename berekent, bereken je met hoeveel procent iets gestegen is. Een procentuele afname betekent dat je berekent met hoeveel procent iets gedaald is. Dit doen we als volgt: Toename =nieuw−oudoud·100.
Dat betekent dat je steeds een pakket van 3 dezelfde artikelen moet nemen: Je betaalt dan maar de prijs van 2 artikelen.
Als u gebruik wilt maken van bijvoorbeeld een '2 + 1 gratis' aanbieding, dan dient u drie artikelen in uw winkelwagen te plaatsen. Pas dan wordt de korting verwerkt. Het gratis derde artikel wordt dus niet vanzelf aan uw winkelwagen toegevoegd.
Je 1e-graads connecties zijn de mensen met wie je gelinkt bent. Je ziet '1ste' naast hun naam staan en je kunt ze direct berichtjes sturen. Je 2e-graads connecties zijn de contacten van je 1e-graads connecties, dit zijn zeg maar vrienden van vrienden. Zij hebben '2de' naast hun naam.
Je schrijft het met een deelteken "2 : 3". De verhouding 10 : 15 is hetzelfde als 20 : 30. Als je de getallen aan beide kanten van het deelteken met dezelfde waarde vermenigvuldigt, blijft de verhouding gelijk. 8 is 4x2, dus de getallen in de rechter verhouding zijn 4x zo groot als in de linker verhouding.
Stel dat je bijvoorbeeld €50 af dient te rekenen in een restaurant, waar jullie samen gegeten hebben. Je kunt dan de procenten berekenen door dit getal te delen door 100 en dit vervolgens te vermenigvuldigen met bijvoorbeeld 10%. Je krijgt dan de berekening 50 / 100, waar 0,5 uitkomt.
Centraal staan makkelijke percentages, en het inzicht dat je daarbij handig met eenvoudige breuken kunt rekenen (25% is de helft van de helft).
Margeberekening op basis van de Verkoopprijs: De bovenstaande berekening: Verkoopprijs minus de Verrekenprijs = Marge in geld. Marge in geld * 100 / verkoopprijs = marge in procenten, leidt tot een margepercentage in dit voorbeeld van 29,93%.
Winstmarge in de verkoopprijs berekenen: Winstmarge in de verkoopprijs = (verkoopprijs – inkoopprijs) / verkoopprijs.
Betekenis: Marge
De marge is het verschil tussen inkoop- en verkoopprijs. De marge kan worden uitgedrukt als een percentage en als een bedrag per artikel. Van dit deel van de omzet kunnen de kosten voor onder meer personeel, huisvesting en marketing worden betaald.
1/3 deel = 0,3333333 × 100 % = 33,33333 % 1/2 deel = 0,5 × 100 % = 50 % 3/4 deel = 0,75 × 100 % = 75 %
dan geeft de teller het aantal procent weer; 40⁄100 is gelijk aan 40%. Heb je van de breuk een kommagetal gemaakt, dan kun je het vermenigvuldigen met 100; 0,4 x 100% = 40%. De breuk 2⁄5 is dus gelijk aan 40%, het percentage dat bij de strook uit het voorbeeld hoort.